2022 - Nummer 2

 

https://issuu.com/elmamultimedia/docs/knov_de_verloskundige_2022_2

 


1922 versus 2022: De unieke rol van verloskundigen wereldwijd

Tekst: vrhl content en creatie, 2022-02

Oud-verloskundige en hoogleraar Joyce Thompson (80) is in de Verenigde Staten een autoriteit op het gebied van verloskundige zorg. Met een indrukwekkende, internationale staat van dienst zet deze Amerikaanse zich al jarenlang met verve in voor het vak. Op dit moment legt ze de laatste hand aan een boek over de rol van de International Confederation of Midwives (ICM) de afgelopen honderd jaar. ‘Dat constante kleinmaken en marginaliseren van vrouwen – wereldwijd – heeft mij gesterkt om met vrouwen te werken’.

De ICM bestaat dit jaar honderd jaar. Een mooi moment om stil te staan bij de totstandkoming van deze organisatie die zich wereldwijd inzet voor de belangen van organisaties van verloskundigen. En vooral ook om te kijken naar de rol van verloskundigen. Op dit moment legt Joyce, samen met drie co-auteurs die (zijdelings) betrokken zijn bij ICM, de laatste hand aan een boek over ‘de evolutie van ICM als internationale gezondheidsorganisatie tussen 1922 en 2022’, zoals ze de inhoud bondig samenvat. Vanuit Michigan is deze voormalig verloskundige meer dan bereid een interview te geven en haar opgedane inzichten en visie over verloskundige zorg te delen. 

Voormoeders

Het samenstellen van het boek ging niet zonder slag of stoot. Archieven doorzoeken, verloren documenten proberen te achterhalen en heel veel schrijven. Dat laatste deed Joyce vooral zelf gezien haar jarenlange, academische achtergrond. Wat hoopt ze te bereiken met dit boek? ‘Met dit boek wil ik graag een bijdrage leveren om verloskundigen de geschiedenis van hun internationale verloskundigenvereniging en daardoor ook hun vak beter te laten begrijpen. Ook eer ik onze voormoeders die dit werk deden.’ Anno 2022 is ICM is een gerespecteerde, internationale organisatie, maar tijdens de oprichting in oktober 1922 zag het werkende leven voor verloskundigen er heel anders uit, vertelt Joyce. ‘Vroeger was het vaak zo dat als je moeder of tante verloskundige was, jij dat ook werd. Je maakte kennis met het beroep door mee te gaan naar bevallingen en werkte mee als leerling. In West-Europa kwamen rond 1900 de eerste professionele scholen voor verloskundigen, denk aan landen als Frankrijk, Nederland, Engeland en Duitsland. Vrouwen – want het was een echt vrouwenberoep – leerden hoe ze de moeder gezond konden houden. Hoewel de hygiënische voorzieningen er niet altijd waren.’

‘Opeens werd het werk van verloskundigen als belangrijk gezien; zij hadden de kennis om vrouwenlevens te redden’

Vakbond  

‘Na de Eerste Wereldoorlog kwamen verloskundigen in een soort vakbond bij elkaar,’ vertelt Joyce. Het was het begin van wat de ICM nu is. ‘De vraag hoe de vakbond al die moeders en baby’s kon ondersteunen, was een thema waar ze gedurende de oorlog en ook daarna mee te maken kregen. Vrouwen overleden door de gewelddadigheden tijdens de oorlog, maar ook door slechte hygiëne. Toch waren verloskundigen succesvol, omdat ze thuisbevallingen deden. Als zij een bevalling begeleidden, was dat hygiënischer dan wanneer dat in een ziekenhuis gebeurde, omdat zij geen bacteriën van iemand anders overdroegen,’ licht Joyce toe. ‘Opeens werd het werk van verloskundigen als belangrijk gezien; zij hadden immers de kennis om vrouwenlevens te redden. Ook kreeg het beroep na de Eerste Wereldoorlog een meer wetenschappelijke basis. 

Dat besef drong ook door bij verloskundigen. Zij begonnen samen te komen om te praten over hun ervaringen, hoe het werk gaat en wat ze aan kennis met elkaar kunnen delen. Het begon als een sociaal event, een vrouwenbond. Pas in 1950 had ICM de rol om verloskundigen die geen toegang hadden tot die informatie ook in andere delen van de wereld, buiten Europa, te ondersteunen. Opeens werd de wereld wakker en zag men dat de verloskundige een belangrijke zorgverlener is. In West-Europa wisten ze dat al die tijd al, maar in de Verenigde Staten bijvoorbeeld was het een strijd om het als een legitiem beroep te zien, en dat is in veel delen van dit land nog steeds zo. We staan nu in elk geval een stuk sterker.’

‘Als individu kan ik weinig verschil maken in vrouwenlevens, dus deelde ik mijn evidence-based kennis’

Stem

Toen Joyce in de jaren ’60 in Zuid-Chili woonde en werkte, trof het haar hoe vrouwen werden behandeld. ‘Ik kan me nog herinneren dat ik een gesprek opving tussen een pastoor en een boer die klaagde dat zijn koeien geen melk gaven. Als verloskundige wist ik veel over borstvoeding geven, dus ik vroeg hoeveel water de koeien kregen. Ik kreeg te horen dat ik stil moest zijn; vrouwen horen hun mond niet open te trekken. Nou, dat was niet mijn benadering in het leven! Pas daar realiseerde ik me hoe slecht vrouwen werden behandeld. Dat constante kleinmaken en marginaliseren van vrouwen – wereldwijd – heeft mij gesterkt om met vrouwen te werken. De verloskunde is daar het ultieme vak voor. Een ander belangrijk inzicht was dat als ik andere vrouwen in hun kracht wilde zetten, ik zelf empowered moest zijn. Gedurende de jaren heb ik mijn stem gevonden en heb ik die op verschillende manieren kunnen laten horen; bij de ICM, als wetenschapper en docent. Je kan niet stil zijn als je onderwijs geeft. Als individu kan ik misschien weinig verschil maken in vrouwenlevens, dus deelde ik mijn evidence-based kennis.’

Ondersteunen 

‘Als je kijkt naar wat empowerment inhoudt, dan gaat het om kennis, wilskracht en daden,’ stelt Joyce. ‘Het idee van empowerment is ook het ondersteunen van vrouwen en verloskundigen. Dat kun je alleen maar doen door naast hen te wandelen en hun stemmen te laten klinken. ICM heeft dat de afgelopen vijftig jaar gedaan door verloskundigen wereldwijd te onderwijzen en door op te komen voor hun belangen. Helaas kan de organisatie weinig doen aan de nog altijd slechte salarissen van verloskundigen, maar ze kunnen wél helpen verloskundigen hun stem en motivatie te laten vinden en voor zichzelf op te laten komen. Politiek actief zijn kan heel goed werken, maar dan zijn bewijzen en cijfers erg handig om je verhaal te ondersteunen. Dat is precies waar de ICM zich voor inzet; het verzamelen van wetenschappelijke evidence om het belangrijke werk van verloskundigen te onderstrepen. De rol van verloskundigen is alleen maar verder uitgebreid – denk aan voorlichting over zwangerschap, seksuele voorlichting en postnatale zorg – en dan is het nog belangrijker dat zij zich goed voelen over zichzelf.’

‘Empowerment gaat om kennis, wilskracht en daden’

Balans 

Volgens Joyce is het equiperen van verloskundigen van groot belang, zeker gezien de druk die er op hen ligt door krapte in de arbeidsmarkt. ‘Verloskunde is een combinatie van hoofd, hart en handen. Als je alleen je handen gebruikt, zonder je hart erbij te betrekken, dan krijg je waarschijnlijk de meest werktuigelijke en routinematige medische zorg. Je geeft dan niet om mensen, maar wil gewoon handelen. Je moet als verloskundige altijd kritisch blijven denken, altijd je hart gebruiken in termen van zorgen en je hebt zachte handen nodig om accuraat onderzoek te kunnen doen bij een vrouw. Het is echt een geweldig beroep waarbij je alle drie kunt inzetten. Toch laat de realiteit zien dat je als verloskundige ook je eigen grenzen moet kennen en moet begrijpen hoe je de balans kun bewaren. Je kunt niet verlangen dat verloskundigen uitgeput raken door de uitoefening van hun werk en ook nog van ze verlangen dat ze voor hun gezin zorgen. De politiek speelt daar ook een rol in; verloskundigen zijn immers gerespecteerde leden van de maatschappij. Want vergeet niet dat de verloskundigen zich inzetten om naast vrouwen te blijven staan, waar ze zich ook begeven; of dat in een achteraf dorp in Afrika is, of in een vluchtelingenkamp. Mensen erkennen dat en hebben vertrouwen in ons als zorgverlener.’   

Samenwerking 

‘Verloskundigen denken nog weleens dat ze het allemaal zelf kunnen, maar een goede samenwerking met verpleegkundigen en artsen is essentieel om ons beroep goed uit te kunnen oefenen,’ stelt Joyce. ‘We hebben allemaal verschillende achtergronden, maar zijn werkzaam in hetzelfde veld en zijn allemaal belangrijk en nodig. Dat wederzijdse respect naar elkaar toe, kan denk ik beter. Je kan niet alles alleen doen. Soms is het verstandig na te denken hoe en waar je je expertise wilt inzetten. Ik geloof dat de rol van verloskundigen steeds belangrijker gaat worden, studies tonen de kostenefficiëntie van verloskundigen ook aan. Des te meer door de bezuinigingen in de zorg moeten we onze stem laten horen en politiek actief zijn waar dat kan. Verloskundigen horen in het centrum van de geboortezorgzorg – zij zorgen voor de seksuele en reproductieve gezondheid en rechten van vrouwen. De maatschappij kan niet zonder hen.’


Trots op de powervrouwen

Tekst: Djaina Vennings, 2022-02

 

Djaina Vennings is klinisch verloskundige bij het St. Antonius Ziekenhuis in Utrecht. In De Verloskundige deelt ze haar ervaringen in het ziekenhuis.

Al zes jaar mag ik mezelf met trots ‘verloskundige’ noemen. Als meisje van negen zag ik op televisie het programma ‘de verloskundigenpraktijk’. Vanaf dat moment was verloskundige worden mijn droom. Een droom die gelukkig in vervulling ging. Ik ben trots op het vak van verloskundige, maar bovenal trots op alle powervrouwen die ik in mijn werk dagelijks tegenkom. 

Het is inmiddels twee jaar geleden dat ik Antoinette ontmoette. Na seksueel geweld in haar jeugd is ze al een tijd samen met Anton en in verwachting van hun eerste kind. Bij negentien weken blijkt sprake te zijn van een IUVD. Ik mag haar begeleiden tijdens deze bevalling en aan het einde van mijn dienst wordt een mooi, gaaf meisje geboren. Natuurlijk veel te stil en veel te klein. 

Acht maanden later zit ze opnieuw tegenover me. Zestien weken zwanger. De emoties zitten hoog en er speelt veel. Het verlies van hun dochtertje. Een nieuwe zwangerschap die onwijs spannend is. Ze heeft bekkenbodemklachten die terug te voeren zijn op het misbruik als kind. Er is enige spanning in de relatie, omdat ze van mening verschillen over de vraag of ‘rust’ fysieke of mentale rust betekent. We hebben een open gesprek en de spanning is uit de lucht.

De zwangerschap gaat goed. De kleine blijft echter in stuit liggen. Er wordt gesproken over een primaire sectio, in verband met haar trauma. Antoinette voelt zich echter sterk en durft – na een geslaagde versie – voor een vaginale bevalling te kiezen; met duidelijke afspraken. Bij 41 weken wordt ze ingeleid. Ik werk die dag en begeleid de bevalling. Na het verdriet bij de vorige bevalling wil ik nu heel graag delen in de blijdschap. We doen er alles aan, maar uiteindelijk is er bij vijf centimeter sprake van een niet -vorderende ontsluiting bij een standsafwijking. Een secundaire sectio volgt. Er wordt een gezonde dochter geboren en Antoinette straalt. 

Ruim zes weken later kom ik haar tegen in de gang, op weg naar de nacontrole. Ze straalt nog steeds. Bij de gynaecoloog noemt ze de zorg die ze gehad heeft tijdens deze zwangerschap, de bevalling en haar kraambed ‘uitmuntend’. Ik ben trots op haar en trots op het team waarmee we deze zorg hebben kunnen bieden. Antoinette is een van de powervrouwen die ik dagelijks tegenkom. Een van de vrouwen waarom dit vak zo mooi is. Een van de redenen waarom ik trots ben op dit vak! 


Wat maakt jou trots?

Tekst: VRHL Content en Creatie, 2022-02

Floor Victor: ‘Ik ben er trots op dat ik verloskundige ben, omdat ik met mijn kennis en gevoel mensen kan ondersteunen op het mooiste en heftigste moment in hun leven. Ik ben helemaal trots om verloskundige te mogen zijn in Nederland, omdat wij zelfstandig kunnen handelen en poortwachter mogen zijn. Ik ben meer dan een ondersteuner van de gynaecoloog. In Nederland zijn wij autonome beroepsbeoefenaars, met voldoende kennis en ervaring om mensen te helpen in hun weg naar het ouderschap. De perfecte combinatie van medisch handelen en sociaal ondersteunen dus. Dat maakt verloskunde voor mij iets om supertrots op te zijn!’

‘Trots op de combinatie medisch handelen en sociaal ondersteunen’

Jolanda van der Burg: ‘Omdat ik geloof dat laagdrempelige zorg dicht bij huis het verschil kan maken voor alle zwangeren!’

Wilma Steurs-Maas: ‘Wat een eer is het om bij een van de meest intieme, bijzondere en life changing momenten aanwezig te mogen zijn. Als verloskundige ga je een intensieve reis aan met een zwangere en haar dierbaren. Jij mag haar coachen, steunen en informeren tijdens de zwangerschap, bevalling en kraamperiode. Dat is toch fantastisch? Alle kennis en kunde die we vergaard hebben tijdens de opleiding, maar vooral in de jaren werkzaam in het vak, kunnen we continu toepassen en toch komen we dagelijks situaties tegen die weer volledig nieuw of anders zijn. Daarmee zet je je brein en gevoel steeds weer aan het werk. Je past je continu aan, wat maakt dat het vak echt nooit verveelt. Iedereen is anders, elke situatie is anders en ook de omgeving past zich steeds aan. Ik ben trots dat ik de kennis en kunde heb om verloskundige te mogen zijn en elke dag weer te denken: daar heb ik weer wat kunnen betekenen!’

‘Trots om de spil van de verloskamer te zijn’

Lianne Zondag: ‘Ik ben trots om verloskundige te zijn, omdat ik het steeds weer een uitdaging vind goede medische zorg te verlenen en daarbij oog te hebben voor alle sociale aspecten die daarbij meespelen. Daarnaast is elke bevalling een eer om bij aanwezig te mogen zijn, om de reden dat dit het moment is dat de vrouw op haar sterkst is. En natuurlijk omdat op dat moment nieuw leven geboren mag worden.’

‘Trots op het vertrouwen van mijn cliënten en hun partners’

Floor Opdam: ‘Ik ben trots om verloskundige te zijn, omdat het werk wat ik doe er echt toe doet. Het is een voorrecht om bij een van de belangrijkste levensgebeurtenissen van iemand te mogen zijn. Ik ben trots om mensen te mogen begeleiden wanneer ze op hun kwetsbaarst zijn. Alle maskers zijn af, alle dagelijkse dingen waar mensen zich zorgen over maken vallen in het niet. Ik ben er ook trots op dat ouders je nooit vergeten en hoe je hen liet voelen tijdens de geboorte van hun kind. Ik ben er trots op dat vrouwen mij in vertrouwen nemen en alles aan mij durven te vragen en te vertellen.’

‘Trots op de intieme momenten waar ik onderdeel van mag zijn’

François Hesseling: ‘Ik denk dat ik vooral trots ben op het feit dat ik de mogelijkheid heb om vrouwen zich sterker te laten voelen. En om hen meer vertrouwen te geven in zichzelf, hun kunnen, hun relatie en de mogelijkheden die ze hebben. Vrouwen in hun kracht zetten, zoals ze dat zo mooi zeggen. Maar het is meer dan dat. Er is niets mooiers dan tijdens een nacontrole te horen dat iemand door mijn begeleiding beter terug kan kijken op een eerdere (traumatische) bevalling. Of te merken dat iemand gegroeid is in haar rol als zwangere of (aanstaande) moeder. Dat vrouwen die volledig overrompeld zijn door een zwangerschap en bijna geïntimideerd binnenkomen op een eerste controle, aan het einde van de zwangerschap doortastend opkomen voor hun eigen rechten en die van hun kind. Een soort emancipatie 2.0 zeg maar. Te veel vrouwen voelen zich ondergeschikt aan hun partner, baas, arts of omgeving en als verloskundige kun je een kleine bijdrage leveren aan het proberen om dat beeld om te draaien. In de hoop dat moeders dit ook weer doorgeven aan hun dochters.’

Marjolein Lansbergen-Mensink: ‘Omgaan met een vrouw die -teleurgesteld is dat het allemaal anders loopt dan verwacht, of juist heel blij dat het anders loopt dan gevreesd. Met een partner die in de hoek naar een telefoon zit te staren of vlak naast je staat, klaar om de baby op te vangen. Met de arts die alle vertrouwen in je handelen heeft of die de kamer in stormt zonder overleg. Met opgetrokken wenkbrauwen bij de overdracht, die zakken als je je argumenten ondersteunt met ‘de evidence’. Normaal houden wat normaal kan is een van de uitdagingen in de kliniek. Net als snel kennis maken, veel schakelen en sparren met het team. Waarom doen we wat we doen, is wat we doen nodig, waarom wil iemand iets anders dan onze richtlijn? De uitkomst is gelijk, een baby, maar de route ernaartoe telkens anders en boeiend. Eerstelijns opgevoed, toch naar de tweede lijn: trots om de ‘spil op de verloskamer’ te mogen zijn!’

‘Trots dat ik een barend lijf kan lezen’

Charlotte Jacques: ‘Ik ben trots op het feit dat ik een ­Nederlandse verloskundige bén. Trots dat ik mag kijken naar die prachtige baringen waar de natuur, het lijf en
de psyche van onze barende zelf zo goed laten zien hoe het moet. Trots dat ik alleen maar bevestigend en ­geruststellend aanwezig hoef te zijn. Trots dat ik een barend lijf kan lezen. Trots dat ik ook weet wanneer ik wel in actie moet komen. Trots dat ik alarmbellen voel als deze er moeten zijn. Zo trots op het zijn van verloskundige dat ik er nooit mee zou willen stoppen. Trots dat we veel vrouwen opleiden om dit prachtige vak voort te zetten. Trots dat onze beroepsgroep zelfs in tijden van oorlog ­barende vrouwen in schuilkelders kan helpen, omdat wij – Nederlandse verloskundigen – dit bij uitstek kunnen buiten een ziekenhuis. Gewoon trots op dit alles. En ­angstig, bang dat dit verdwijnt door overheidsregels en zorgverzekeraars. Maar ik hoop dat al deze trotse ­verloskundigen dit nooit laten verdwijnen!’

Michelle van Schieveen: ‘Ik ben trots op verloskundige zijn, omdat ik ouders mag bijstaan in supermooie of soms ook moeilijke momenten!’

Erna Kerkhof: ‘Ik ben enthousiast over mijn vak als verloskundige, ik ben energiek; kan en wil hard werken. Ik ben heel blij dat er zoveel vrouwen zijn die mij de kans geven om hen te ondersteunen en te begeleiden. En ik vind het fijn dat ik zoveel krachtige en professionele collega’s heb in de eerste, tweede en derde lijn. Collega’s die samen met mij goed zorgen voor veel vrouwen en hun partners tijdens deze o zo belangrijke en grootse transitie in hun leven. Ik ben trots op onze praktijk. Dat is een goed geoliede machine waar we met heel veel plezier, passie en overtuiging zorgen voor Zwolse vrouwen, waar wij fysiologie erg hoog in het vaandel hebben staan, CenteringPregnancy tot een begrip hebben gemaakt, minder vrouwen dan gemiddeld insturen, fijn samenwerken met andere lijnen, 37% van de vrouwen begeleiden bij een thuisbevalling, uitstekende borstvoedingscijfers laten zien en heel veel studenten opleiden.’

‘Trots op onze diversiteit’

Marlies Koers: ‘Ik ben trots op het vak omdat we ­generaties lang vrouwen en hun gezin bijstaan in de meest kwetsbare periode van hun leven. Door te  ondersteunen, luisteren, adviseren, begeleiden, troosten of coachen. Of het nou midden in de nacht of overdag is. Altijd met passie en liefde en met één gezamenlijk doel: de beste zorg leveren voor moeder en baby en werken aan een gezonde generatie van de toekomst.’

Eveline Mestdagh: ‘Ik ben elk jaar supertrots op de nieuwbakken verloskundigen die klaargestoomd zijn om hun kennis en kunde los te laten op de geboortezorg. De ‘goesting’ om te zorgen en de ‘eager’ om nog te groeien zijn een voorrecht om steeds opnieuw te mogen aanschouwen.’

Fem Bongers: ‘Iemand is zo kwetsbaar en vertrouwt jou tijdens de grootste en mooiste gebeurtenis in haar leven. Daar moet wel een goede vertrouwensband voor nodig zijn, waar je gedurende de zwangerschap aan mag werken. Fantastisch.’

‘Trots op onze laagdrempelige zorg’

Jasmijn Muller: "Dank je wel, Jasmijn! Dat heb je echt heel goed gedaan.’ De kersverse moeder ligt in bed met haar duim omhoog en een glimlach van oor tot oor. Ik voel dat ik bloos en wil haar vertellen dat ze toch echt zelf haar dochter op de wereld heeft gezet. Tegelijkertijd herinner ik me wat mijn docente op school tegen me zei: ‘Moeders vergeten hun verloskundige nooit. Je betekent zo veel voor hen.’ Ik realiseer me dat het toch prachtig is dat ik deze vrouw de rust en ruimte heb gegeven waardoor ze vertrouwen kreeg in haar bevalling. Dan is het helemaal leuk als je ook nog een complimentje krijgt. Ineens voel ik me heel trots. Dus ik lach terug en zeg: ‘Dat heb ik heel graag gedaan!"

Geke Beckerman: ‘Wij leveren een positieve bijdrage aan een heel kwetsbaar moment van de vrouw. Wij laten haar inzien hoeveel kracht en mogelijkheden zij heeft. Wij kunnen het niet voor haar doen, maar we kunnen haar wel handvatten geven om haar te bekrachtigen.’ 

Marlies Garritsen: ‘Ik ben trots op hoe wij onze praktijk hebben vormgegeven: kleinschalig en persoonlijk. Wij kennen onze cliënten. Wij werken aan vertrouwen: in ons en in hun lichaam, door hen honderd procent regie te geven over hun eigen proces. Door te luisteren en door er te zijn tijdens hun bevalling, zolang zij dat nodig hebben. Onze cliënten maken hun keuzes vanuit goede informatievoorziening en ze durven te vertrouwen op hun intuïtie. Ik ben er trots op dat mijn collega’s en ik daar elke keer weer een mooie rol in spelen.’

‘Trots dat wij haar regie geven, hoe het ook loopt’

Doete Reitsma: ‘Ik ben trots op het vak omdat voor mij alles ­samenkomt in de verloskunde. Mijn passie, kennis en creativiteit. Het blijft bijzonder om zo’n mooi aandeel te kunnen hebben in de ­zwangerschap en geboorte van (nieuwe) ouders.’

Margot van Dijk: ‘Ik weet niet waar ik moet beginnen; ik ben trots op zóveel wat wij doen. We hebben een ontzettend uniek vak en doen álles. Wij vormen de brug tussen de medische, sociaal-emotionele en psychische elementen van de geboortezorg. In andere landen zijn onze collega’s nurse-midwives geworden in de loop der tijd. Maar wij zijn zelfstandig en leveren als autonome verloskundigen een onmisbare bijdrage aan de Nederlandse geboortezorg. Mijn persoonlijke passie reikt verder dan het proces van zwangerschap, baring en kraamtijd. Wij leveren namelijk ook een bijdrage aan de positie van de vrouw in onze maatschappij. Dankzij ons heeft zij een vrije keuze en kan zij in de meeste gevallen op eigen kracht het meest bijzondere moment in haar leven meemaken. Dat is ongelofelijk veel waard.’ 

Nalonya van der Laan: ‘Ik ben trots op het vak, omdat ik in de afgelopen 25 jaar heb ondervonden hoe verloskundigen het vak en de inhoud ervan hebben ontwikkeld en verder gebracht. Mooie voorbeelden zijn anti-conceptiezorg en de ontwikkeling van het zorgmodel CenteringPregnancy. Beide zijn voorbeelden van een ontwikkeling die recht doen aan het ‘midwife’ zijn: de vrouw als centrum en de verloskundige die naast haar staat en meeloopt en steunt op de weg die de vrouw gaat.’

‘Trots dat ik vrouwen bekrachtig’

Ömer Sarioglu: ‘Ik ben trots op de gigantische bijdrage die de verloskunde levert aan het vergroten van de autonomie van vrouwen. En de bekrachtiging en stabiliteit die het daarmee aan onze samenleving geeft.’

Dieuwke Ottens: ‘Trots ben ik vooral op mijn cliënten en hun partners die vol vertrouwen en met een positieve mindset het avontuur van een zwangerschap en bevalling in stappen. Trots ben ik ook, op de vrouwen die ik spreek over hun traumatisch ervaren bevalling en waarmee ik samen die negatieve ervaring probeer om te vormen naar een nieuwe, vrije toekomstblik. En zeker ook ben ik trots op de stellen en mensen waarmee ik als consulent seksuele gezondheid NVVS praat over de vragen, onzekerheden en problemen die zij ervaren op het gebied van seks en de stappen die zij zetten om deze op te lossen. Trots ben ik ook op de vio's die stap voor stap leren hoe ons prachtige vak uit te oefenen en zo jarenlang met plezier dit vak kunnen uitoefenen. Maar misschien is trots niet het goede woord en ben ik vooral dankbaar voor alle mooie ervaringen die ik de afgelopen 21 jaar heb mogen opdoen in dit beroep. Een beroep dat ik nog steeds met hart en ziel 24/7 uitoefen.’

Solange Candeias: ‘Het is bijzonder hoe dichtbij wij staan in een van de meest kwetsbare perioden van het leven; zwanger zijn, bevallen en kraamtijd. Dat ik deze vrouwen vertrouwen mag geven en mag zien groeien, daar ben ik trots op.’

Laurenza Baas: ‘Ik ben trots op onze diversiteit.’

Djanifa da Conceicao: ‘Het allermooiste aan ons vak vind ik dat we op de meest kwetsbare en tegelijkertijd op de meest trotse en krachtige momenten een hele grote rol kunnen spelen. Geen andere zorgverlener gaat zo lang en intensief met een cliënt om als de verloskundige. Ik vind het een eer, bij elke cliënt opnieuw, om deze belangrijke rol te mogen vervullen.’

Marlies Galema: ‘Ik ben trots dat ik heb geleerd om te zien en te voelen. En dat ik daarmee voor veel vrouwen die – vaak ondanks een thuisbevallingswens – in ons ziekenhuis terechtkwamen, een prettige sfeer heb kunnen creëren. Het ultieme compliment was het kaartje dat ik kreeg van een vrouw met zware diabetes. Met alle medische toeters en bellen was zij bevallen van haar kind. Op het kaartje bedankte ze me dat ik haar de thuisbevalling had gegeven die ze eigenlijk niet had kunnen krijgen. Ik ben trots dat ik in een pathologische wereld de fysiologie heb kunnen bewaken, in de tijd dat ik praktiserend verloskundige was. Op de kennis die verloskundigen hebben. Veel mensen weten helemaal niet dat wij medisch zijn opgeleid. Dat vertel ik vol trots aan mijn cliënten. En trots ben ik ook, dat ik mijn kennis en ervaring als verloskundige nu weet in te zetten voor mijn trainingen over gehechtheid tussen partners en tussen partners en hun kind. Ook mag ik stellen individueel voorbereiden op de bevalling en overgang naar het ouderschap. Ik ben er trots op dat ik op deze manier een bijdrage kan leveren aan de fysiologie en positieve ervaring van de bevalling!’

‘Trots op de vrouw, haar lichaam en haar kracht’

Rosanne van der Sterre-Poolen: ‘Verloskundigen zijn de vrouwen die de basis leggen voor de volgende generatie, die in onze handen geboren wordt. Dat is een behoorlijke verantwoordelijkheid en die némen wij ook. Daar mogen wij trots op zijn en het wordt tijd dat Nederland nog meer bekend raakt met onze essentiële rol.’

‘Trots op onze eervolle rol’

Daphne van der Putten: ‘Ik ben trots op mijn vak. Gevochten heb ik, om mijn opleiding te kunnen volgen, studerend met twee kleine kinderen en hoogzwanger van de derde. De jaren ervaring die erop volgden en het werken in de eerste, tweede en derde lijn; alles in de geboortezorg heb ik gezien. Trots ben ik op het geboorte- en opleidingscentrum dat ik met mijn compagnon oprichtte. Een verloskundigenpraktijk waar continuïteit van zorg gegeven wordt, vanuit een visie gebaseerd op autonomie en gelijkwaardigheid. Maar het meest trots ben ik op de behandelmethode ‘Integral Pelvic Therapy’ (IPT), die ik heb ontwikkeld. Het verschil dat we maken in het voorkomen, behandelen en genezen van bekkentrauma. Dankbaar ben ik voor de KNOV die onze opleiding breed erkend heeft. En voor de collega’s die gecertificeerd zijn om ons werk uit te dragen.’

‘Trots op wat ik voor mijn cliënt beteken’

Petra Kuiper: ‘‘Watchfull attandence’ noemt Ank de Jonge (2021) het in haar onderzoek. De ‘waakzame aanwezigheid’ als fundamentele attitude die bij het verloskundig vak hoort. Geduld en vertrouwen, stil zijn en praten, actief aanwezig zijn en je op de achtergrond terugtrekken, niets doen en ingrijpen. Geen ‘stoere’ handelingen uit angst en behoefte aan controle of oppeppen van je eigen ego: ‘zie mij nu even belangrijk zijn’ of ‘jij hebt mij nodig’. Nee, het proces in alle rust en eenvoud laten zijn en laten gebeuren. De vrouw, haar lichaam, haar kracht, haar transitie naar moederschap. Deze transitie mogen bewonderen en ondersteunen door waakzaam aanwezig te zijn en te voelen op welk moment je nodig of overbodig bent. Voelen, afwegen en handelen of juist niet handelen. Wat een kunde heb je daarvoor nodig. Als je dat kunt, dan verdien je een diepe buiging.’

Janneke van Heiningen: ‘Ik ben trots dat ik verloskundige ben, omdat ik het verschil kan maken voor vrouwen op een moment in hun leven dat ze nooit zullen vergeten. Ik leer zoveel van alle verschillende mensen en situaties, dat dit werk mij echt een rijker mens maakt.’ 


Een eer…

Tekst: Carolien van Mourik, 2022-02

 

Carolien van Mourik is verloskundige in ‘Loma de Luz’, een ziekenhuis in Honduras. In deze column vertelt ze waarom ze trots is op het werk dat zij daar doet.

In Honduras krijgen vrouwen meestal voor hun achttiende hun eerste kind. Als de meisjes door hebben dat ze zwanger zijn, verstoppen ze hun buik totdat deze daar te groot voor is. Geregeld krijg ik meisjes op de poli, die mij samen met hun boze moeder bezoeken. De moeder vraagt zich af hoe het kan dat de buik blijft groeien, terwijl het meisje ontkent dat zij seksueel actief is.  

In mijn kantoortje is de sfeer is gespannen. De moeder beantwoordt de meeste vragen voor haar dochter. Mijn patiënt maakt weinig oogcontact met mij. Dan is het tijd voor de echo en verandert alles. Het moment dat de baby zichtbaar wordt, ontstaat er vreugde op de gezichten van het meisje en haar moeder. Hoe gecompliceerd een situatie ook is, een baby geeft vreugde en hoop. Het meisje kijkt trots naar haar baby en wil weten of het een jongen of een meisje is. 

Ik vind het een eer dat ik aan deze jonge moeder mag vertellen over het proces van zwangerschap en bevallen. Over wat zij kan verwachten en wat zij kan doen om haar lichaam te helpen. Hoe zij zonder angst haar kind kan ontmoeten. Het is bijzonder om de moeder – straks oma – te helpen inzien dat zij er niet alleen voor staat om voor haar dochter en kleinkind te zorgen, maar dat wij haar zullen helpen om haar dochter te empoweren in het proces van moeder worden. 

Pas vertelde een moeder verdrietig dat zij twaalf jaar was toen zij moeder werd. ‘De zwangerschap en bevalling waren niet zo moeilijk. Maar toen mijn baby was geboren moest ik werken om voor haar te kunnen zorgen.’ Ze vertelde dat dat moeilijk voor haar was. Dat wilde ze graag anders voor haar eigen dochter die nu zestien is, en zwanger. Ze wenst dat haar dochter de middelbare school kan afmaken en uiteindelijk een goede baan vindt.

Het enige wat ik kan doen, is hen met alle kennis die ik heb bijstaan. Maar ook als deze moeder en dochter mijn kantoortje verlaten, voel ik mij trots. Dat ik deel mag nemen in het leven van vrouwen, hen mag voorbereiden op het moederschap en bij elke cliënt mag zoeken wat het is dat zij nodig heeft in haar specifieke situatie.