KNOV-Tweedaagse 2025. Een viering van verbinding en kennisdeling

Tekst: Kristi Francken, 2025-2
Beelden: Frank Kouws

Op 13 en 14 maart 2025 vond de allereerste KNOV-Tweedaagse plaats op het sfeervolle Landgoed Mennorode in Elspeet. Een bijzondere bijeenkomst, die ruim tweehonderd verloskundigen uit het hele land samenbracht. Twee dagen samen om geïnspireerd te raken en een impuls te geven aan je werkende leven. Op het programma? Prikkelende sprekers, workshops en natuurlijk ook tijd voor ontspanning! Het evenement was afgelopen najaar snel uitverkocht en we delen graag de hoogtepunten en de ‘take home messages’ met de collega’s die er niet bij konden zijn.

Verschillende verwachtingen

Het was zo’n eerste keer nog niet voor alle deelnemers duidelijk wat ze konden verwachten. Sommigen gingen er dan ook neutraal in, anderen keken er al weken naar uit. Eindelijk weer iedereen zien, en dan niet een dagje, maar twee volle dagen! Verzoeknummers voor de dj werden in de weken voor het event al enthousiast gedeeld.

Een warm welkom op Landgoed Mennorode

Midden in de Veluwse bossen bood Landgoed Mennorode de perfecte setting voor de Tweedaagse. De natuurlijke omgeving en de gastvrije sfeer droegen bij aan een gevoel van rust en verbondenheid, waardoor deelnemers zich volledig konden richten op het programma en de onderlinge interactie. ​En wat externe rust was niet verkeerd. Zoveel vrouwen bij elkaar (en twee mannen): dat geeft een bijzondere energie.

'Een bijzondere energie'

Inspirerende sprekers

Op het programma stonden vier sprekers, elk met een eigen expertise. Als voormalig ‘Chief Midwifery Officer’ in Engeland en sinds mei 2023 woonachtig in Nederland, deelde Jacqueline Dunkley-Bent haar ervaringen over leiderschap in uitdagende tijden. Ze benadrukte het belang van veerkracht en samenwerking binnen de beroepsgroep, en moedigde verloskundigen aan om, zelfs in moeilijke omstandigheden, de handen ineen
te slaan en gezamenlijk de schouders eronder te zetten. ​Maar bovenal sprak ze haar complimenten uit over de Nederlandse verloskundigen. ‘De hele wereld benijdt jullie’, aldus Jacqueline. ‘Zelfs met de stijgende verwijscijfers doen jullie het vele malen beter dan andere landen en bieden jullie mensen een ervaring die ik iedere zwangere zou gunnen: om behandeld te worden als gezond en niet als ziek.’

Zoveel verschillen

Actrice Judy Lijdsman verbeeldde in een op ‘De Vaginamonologen’ geïnspireerde voorstelling op rake, humoristische en hartverwarmende manier zes verschillende verloskundigen. En deed dit bijzonder treffend. ‘Die actrice, was zij nou eigenlijk zelf ook verloskundige?’ was een veelgestelde vraag. Haar laatste karakter, aankomend student Verloskunde Rosa, verbaasde zich: ‘Ik wist echt niet dat er zoveel verschillen waren!’

En die verschillen? Daar kon Marijke Spanjersberg wel wat mee. Marijke, bekend om haar werk op het gebied van samenwerking en organisatieadvies, introduceerde het concept van ‘tussentaal’. ‘Hoe overbrug je verschillen als je het op inhoud oneens bent? Misschien moet je betere spelregels maken. Misschien moet je elkaars bedoelingen beter snappen, of moet je zien waar je de hele tijd in ronddraait met elkaar. Dat kan helpen’, aldus Marijke. Ze liet zien hoe veel van onze interacties worden beïnvloed door externe systemen en structuren, en hoe het begrijpen hiervan kan leiden tot betere samenwerking en minder schuldgevoelens over individuele tekortkomingen.

Verbinding

Het programma werd begeleid door dagvoorzitter Ruth Evers, die op haar eigen, ludieke wijze de sessies, sprekers én deelnemers verbond. Ook de lunches, het diner en een feest zorgden voor verbinding. Het is goed om met elkaar de diepte in te gaan, maar het gevoel echt samen te zijn en weer één beroepsgroep te vormen, daar draagt samen feesten ook aan bij. En dat deden de deelnemers. De dansvloer was goed gevuld en ook de photobooth werd enthousiast benut.

'Een energieke sessie zette aanwezigen aan het denken'

Meer fysiologische tools

Op dag twee stonden sessies van Jennifer Walker en Froukje Weidema op het programma. Met haar diepgaande kennis van de vrouwelijke anatomie en de fysiologie van de baring, bood Jennifer nieuwe perspectieven op houding en balans tijdens de zwangerschap en tijdens de bevalling. ‘Als we meer comfort in de zwangerschap brengen, is er tijdens de baring meer balans in het lijf van de zwangere en meer ruimte voor de baby om goed door het baringskanaal te bewegen.’ Ze benadrukte het belang van het observeren van de barende vrouw en het aanpassen van ondersteuning op basis van haar individuele behoeften. ‘In plaats van te kijken naar centimeters ontsluiting, kun je kijken waar de baby zich precies bevindt in het bekken en wat je met de houding van de barende kunt doen, waardoor de baby meer ruimte krijgt’, aldus Jennifer. ‘Hiermee krijgen zowel de zwangere als de verloskundige die haar begeleidt meer fysiologische tools, en krijgt de zwangere meer regie over haar eigen bevallingsproces’. ​In een energieke sessie zette Jennifer de aanwezigen aan het werk met hun eigen bekken én aan het denken.

Omgaan met onderlinge verschillen

Froukje Weidema sprak over het voeren van morele dialogen binnen de verloskunde. Met haar achtergrond in ethiek bood ze handvatten voor het constructief omgaan met meningsverschillen en het behouden van een open dialoog, zelfs bij complexe ethische vraagstukken. Want die vraagstukken, die zijn er binnen ons vakgebied. Op een ‘dilemmamuur’ waren tien stellingen geplaatst waar alle deelnemers rode of groene stickers bij konden plakken. Dit werd enthousiast gedaan en maakte de vele verschillen én overeenkomsten zichtbaar in wat verloskundigen vinden van een aantal actuele onderwerpen in de geboortezorg. Het maakte weer eens duidelijk dat het niet mogelijk is het overal over eens te zijn en worden, maar vooral om goed met elkaar en de onderlinge verschillen om te gaan.

'Leren, inzichten delen en genieten'

Dat is ook voor het KNOV-bestuur niet altijd makkelijk, zo gaf bestuurder Marieke Smith aan. En één van de redenen voor het opstellen van het document ‘De Beroepsidentiteit van de verloskundige’, dat tijdens het schrijven van dit artikel in commentaarfase ging. Marieke: ‘We zullen met elkaar moeten kijken naar onze gedeelde waarden. Wie zijn we als verloskundigen, waar zijn we van als beroepsgroep en wat betekent dit voor de keuzes die we met elkaar moeten maken’.​

De KNOV-Tweedaagse 2025 markeerde een belangrijk moment van samenkomst en reflectie voor de leden van de KNOV. Om samen te leren, inzichten te delen en te genieten. De gedeelde inzichten en ervaringen zullen ongetwijfeld bijdragen aan de verbinding binnen de vereniging. Én zullen inspiratie bieden in tijden van toekomstige dilemma’s en hoe hier als beroepsgroep mee om te gaan. Voor degenen die er dit jaar niet bij konden zijn: de KNOV is voornemens om de Tweedaagse vaker te organiseren, zodat iedereen de kans krijgt om deel te nemen aan deze waardevolle uitwisselingen.

Kon jij niet bij het event zijn? De KNOV deelt in de komende maanden zoveel mogelijk inzichten uit de sessies via haar kanalen en op ledendagen. ​Lees bijvoorbeeld het interview met Thomas van den Akker op pagina 24 en met Jacqueline Dunkley-Bent op pagina 64. Ook in komende edities van dit tijdschrift, en op de socialmediakanalen van de KNOV, worden bijdragen gedeeld.

Vertoonde video's bekijken

Naast de lezingen en workshops zetten prikkelende video’s – over het effect van hoe wij hier in Nederland werken op de rest van de wereld, over de dynamiek van vrouwen onderling en over de verschillen tussen generaties op de werkvloer – de aanwezigen aan het denken. Benieuwd naar deze video’s? Je vindt ze op het Vimeo-kanaal van de KNOV.


Veilig vernietigen

Tekst: VRHL Content en Creatie, 2025-2

De medewerkers van het KNOV-bureau krijgen allerlei vragen van verloskundigen. In deze rubriek lichten we veelgestelde of opmerkelijke vragen uit. Dit keer:

Hoe ga je om met het ­vernietigen van oude papieren medische dossiers?

Steeds meer praktijken maken gebruik van digitale ­dossiers die zijn ingescand en gedigitaliseerd. Hierdoor worden papieren medische dossiers steeds vaker over­bodig (uitzonderingen daargelaten). Maar wat doe je met deze oude papieren dossiers als ze niet meer bewaard hoeven te worden volgens de wettelijke bewaartermijn**.

Persoonsgegevens

Allereerst is het belangrijk te weten dat medische dossiers persoonsgegevens bevatten en dus onder de ­Europese ­privacywet, de Algemene Verordening Gegevens­bescherming (AVG) vallen. De Autoriteit Persoon­sgegevens (AP) is de toezichthouder op de naleving van deze wet in Nederland. Hoewel de AP en de Wet geneeskundige behandelovereenkomst (WGBO) op hun website voorschrijven dat medische dossiers veilig vernietigd moeten worden, wordt er niet exact omschreven hoe dit moet gebeuren. Toch gelden er voor de vernietiging van vertrouwelijke patiëntgegevens specifieke eisen op het gebied van gegevensbescherming. Een papier­versnipperaar ligt misschien het meest voor de hand, maar versnipperen is niet altijd versnipperen.

Beschermingsklasse

Medische dossiers vallen onder beschermingsklasse 3, de hoogste klasse volgens de DIN-norm 66399 en in ISO/IEC 21964-norm. Deze normen schrijven voor dat papier met persoonsgegevens minimaal vernietigd moet worden met een papierversnipperaar van veiligheidsniveau P-5. Door deze shredder wordt het papier zodanig versnipperd dat het onmogelijk is om de informatie te reconstrueren. Papierversnipperaars met een lager beveiligingsniveau voldoen dus niet aan deze eisen volgens de AVG.

Twee mogelijkheden voor veilige vernietiging:

1. Aanschaf van een geschikte papierversnipperaar; voor het vernietigen van medische dossiers met minimaal een P-5 beveiligingsniveau.
2. Inschakelen van een professioneel vernietigingsbedrijf; gespecialiseerd in de vernietiging van vertrouwelijke documenten.

**De hoofdregel is dat een zorgverlener het medisch dossier twintig jaar moet bewaren (te rekenen vanaf het tijdstip waarop de laatste wijziging in het dossier heeft plaatsgevonden, tenzij een langere termijn vanuit de zorg van een goed hulpverlener nodig is (artikel 454, lid 3 BW en onze Meldcode)). Dit is bepaald in de Wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst (WGBO). Als het gaat om (een vermoeden van) kindermishandeling is de bewaartermijn van de gegevens in het dossier twintig jaar vanaf het jaar waarin het kind 18 jaar wordt. Het dossier wordt dan bewaard tot het 39de levensjaar.


Boekrecensie: 'Het abortusdebat verdient nuance, geen karikaturen'

Tekst: Trudy Dehue, 2025-2

Reactie op het boek ‘Ei foetus baby’ van Trudy Dehue

Trudy Dehue’s boek ‘Ei foetus baby’ biedt een scherpe blik op de geschiedenis van zwangerschap en laat overtuigend zien hoe vrouwen eeuwenlang zijn geconfronteerd met een gebrek aan rechten, autonomie en goede zorg. Hoewel het boek waardevolle inzichten geeft, slaagt het er naar mijn mening niet in de discussie over abortus verder te brengen. De ondertitel, ‘Een nieuwe geschiedenis van zwangerschap’, suggereert een historische analyse, maar het boek lijkt vooral bedoeld om kritiek te leveren op de pro-life-beweging en om de abortuspil te promoten. Door te vervallen in karikaturen en polarisatie blokkeert Dehue juist de constructieve dialoog die dit complexe thema in mijn ogen nodig heeft.

Framing

Dehue zet de pro-life-beweging neer als ‘pro-dwang-activisten’ en verwijt hen een ideologie die rechtstreeks voortkomt uit Katholieke dogma’s uit het verleden. Deze framing doet geen recht aan de diversiteit binnen de pro-life-beweging en miskent dat veel mensen, ook buiten religieuze kringen, ongeboren leven zien als beschermwaardig.

Het abortusdebat gaat niet simpelweg over vóór of tegen zijn, maar over het spanningsveld tussen de autonomie van de vrouw en de beschermwaardigheid van ongeboren leven. Waar Dehue als pro-choice-aanhanger de nadruk legt op vrouwenrechten, richten pro-life-aanhangers zich vooral op het belang van het ongeboren leven. Juist over deze twee waarden zou het gesprek moeten gaan. Beide perspectieven zijn legitiem en verdienen erkenning, ook al zal niet iedereen ze op dezelfde manier wegen.

Eenzijdig

Ook haar pleidooi voor het normaliseren van de abortuspil is, in mijn ogen, eenzijdig. Ze pleit voor het laagdrempelig gebruik ervan zonder tussenkomst van een arts en belicht daarbij vooral de voordelen. Mogelijke nadelen en ethische vragen blijven onderbelicht.

Juist in een gesprek dat zo beladen is, is wederzijds respect cruciaal. Pro-life en pro-choice zijn geen monolithische blokken; binnen beide groepen bestaan uiteenlopende visies. Het abortusdebat vraagt om erkenning van zowel de autonomie van de vrouw als de beschermwaardigheid van ongeboren leven, en om een dialoog waarin begrip voor beide waarden centraal staat. Laten we daarom het gesprek heropenen en dé fundamentele vragen durven stellen: vanaf wanneer is het leven beschermwaardig en hoe verhoudt dat zich tot de autonomie van de vrouw? Dat is het kruispunt waar wederzijds begrip kan groeien. Hoe relevant ‘Ei foetus baby’ op sommige punten ook is, het draagt in mijn ogen niet bij aan die noodzakelijke dialoog. Het versterkt eerder de loopgravenoorlog dan dat het bruggen bouwt. Een gemiste kans.

Auteur: Anna Seijmonsbergen-Schermers (universitair docent Amsterdam UMC, opinieartikel op persoonlijke titel)

Update

Tekst: VRHL Content en Creatie, 2025-2
VSV-basiskader

Dit voorjaar gaf de KNOV een webinar dat werd georganiseerd naar aanleiding van de vele vragen die ze vanuit het veld ontving over het VSV. Er werd onder meer ingegaan op ­vragen als: welke taken vallen onder het VSV en welke niet? Wat is de gezamenlijke verantwoordelijkheid van het VSV en wat blijft bij de individuele zorgaanbieders? En wanneer is een onderwerp geschikt om als VSV gezamenlijk over te besluiten? De ZonMw-subsidie die VSV’s hebben aangevraagd voor de uitvoering en verdere ontwikkeling van onderdelen uit het VSV-basiskader kwam ook aan bod. In het webinar werd ­toegelicht dat het oprichten van een juridische entiteit hiervoor niet per se noodzakelijk is, het ontvangen en beheren van de subsidie kan bijvoorbeeld ook via een bestaande juridische entiteit verlopen.

 

Heb jij de checklist Duurzame Verloskunde al?

Duurzaamheid is een belangrijk thema voor de KNOV. In 2024 hebben ze de Green Deal Duurzame Zorg (GDDZ) 3.0 ondertekend, een samenwerking tussen de overheid en zorgorganisaties om duurzame zorg te stimuleren. De Green Deal richt zich op vijf pijlers: gezondheidsbevordering, kennis en bewustwording, CO2-reductie, circulariteit en vermindering van de milieu-impact van geneesmiddelen.

Praktisch hulpmiddel

Als vervolg hierop hebben we eind 2024 samen met verloskundigen, STBN en Stimular de Checklist Duurzame Verloskunde gelanceerd. Dit is een praktische kaart vol tips om duurzamer te werken.

Vanaf 2025 verwachten zorgverzekeraars dat zorgaanbieders duurzaamheid meenemen in hun plannen en zich inzetten voor de doelstellingen uit de GDDZ 3.0. Hoewel er nog geen handhaving plaatsvindt, is het verstandig nu al stappen te zetten. Mogelijk dat zorgverzekeraars in 2026 hier namelijk wel eisen aan stellen. Met de checklist kun je beoordelen waar jouw praktijk kan verduurzamen en je kunt hem ingevuld toevoegen aan jouw jaarplan.

 

24 juni Webinar Hyperemesis Gravidarum

Op dinsdagavond 24 juni vinden twee webinars plaats naar aanleiding van de publicatie van de multidisciplinaire richtlijn Hyperemesis Gravidarum in maart 2025.

Deel 1: Inhoudelijk webinar

Tijd: 18.30 – 20.00 uur
Spreker: Marjolein Houben (verloskundige n.p., HG-expert en EMDR-therapeut)
Accreditatie: 1,5 punt (Kwaliteitsregister Verloskundigen, categorie A)
Opname: Terugkijken mogelijk, maar niet geaccrediteerd

Deel 2: Webinar voor toetsgroepbegeleiders

Tijd: 20.15 – 21.15 uur
Spreker: Marjolein Houben
Accreditatie: 1 punt (Kwaliteitsregister Verloskundigen, categorie A)

Beide webinars bieden praktische en actuele informatie rondom HG en zijn bedoeld ter ondersteuning van verloskundigen in de praktijk én toetsgroep-begeleiders. Inschrijven kan via de agenda op de KNOV-website.

 

Ontwikkeling richtlijnen en kwaliteitsdocumenten

Je ziet ze vast weleens voorbijkomen: oproepen om bijvoorbeeld deel te nemen aan een werkgroep voor de ontwikkeling van een kwaliteitsdocument. Of om ­commentaar te geven op een conceptrichtlijn. Dat vraagt de KNOV je niet zomaar: richtlijnen en andere kwaliteitsdocumenten moeten aansluiten bij de behoeften van verloskundigen, de nieuwste inzichten en de actuele vraagstukken uit het dynamische werkveld. Zo ontwikkelen we samen praktische handvatten om de kwaliteit van de verloskundige zorg hoog te houden. Dit jaar werd en wordt gezamenlijk gewerkt aan de volgende kwaliteitsdocumenten, waarbij de KNOV penvoerder is:

In ontwikkeling

- Standpunt Intermitterende auscultatie
- Standpunt Baringshoudingen
- Handreiking Indicaties vitaliteitsecho
- MDR Anemie en zwangerschap
- MDR Hemorrhagia postpartum (HPP) in de eerste lijn
- MDR Prenatale verloskundige begeleiding
- MDR Postnatale begeleiding
- MDR Uitwendige versie in de eerste lijn

Afgerond

- Februari 2025: Handreiking Begeleiding bij babysterfte
- December 2024: Standpunt Preventie vroeggeboorte
- December 2024: MDR Screening en preventie foetale Groeirestrictie
- Oktober 2024: Handreiking Echografie bij plaatsing en nacontrole IUD
- Oktober 2024: Herziening MDR Hypertensie aandoeningen
- Juli 2024: Handreiking Omgaan met baringspijn


'De buitenwereld merkt nu ook hoe krachtig we zijn' De KNOV van 2025

Tekst: Manon Louwers | VRHL Content en Creatie, 2025-1

Nu de fundering van de KNOV een flinke renovatie heeft ondergaan, staat er een vereniging waarvan ook voor de buitenwereld duidelijk is waar ze voor staat. Dat vinden stakeholders niet altijd makkelijk, maar ze snappen de koers nu wel. ‘We zijn een betrouwbare partner waar leden én stakeholders van op aan kunnen’, aldus het bestuur.

Op de Facebook-groep Inspiratie­netwerk en tijdens de ALV’s was de spanning om te snijden. We schetsen de situatie van 2021 en de jaren daarvoor. Veel leden voelden zich niet gehoord, laat staan vertegenwoordigd door de KNOV. Daardoor ontstond de neiging om zo luid mogelijk op te komen voor eigen belangen. Aan het verenigingsbestuur werd van alle kanten getrokken. ‘Dit is absoluut geen kritische noot naar onze voorgangers’, benadrukt Marieke. ‘Het bestuur van toen had een versnipperde achterban en beperkte tijd om met al die geluiden iets te doen. Als je daar middenin zit, is een hervorming onmogelijk. Ikzelf ben er ook in meegegaan, heb voor besluiten gestemd waarvan ik nu denk: die discussie hadden we helemaal niet op die manier moeten voeren. Dat was de situatie van toen. Het bestuur deed wat ze kon, maar er was een radicale hervorming nodig. De leden hebben dat gelukkig ingezien. Wij hebben op het juiste moment een omvorming geïnitieerd en we hebben het vertrouwen gekregen om die ook in de praktijk te brengen. Nu wordt het effect zichtbaar, ook voor de buitenwereld.’

Marieke: 'Stakeholders vinden ons 'onwrikbaar''

Marieke Smith.
Scherpe koers

Dat effect is te omschrijven als een scherpe koers die is gestoeld op vakinhoud en beroepsidentiteit. ‘Als je niet helder hebt waar je van bent, dan is je positie kwetsbaar’, zegt Maaike. ‘We waren heel actief op lobby, maar waaiden door een onscherpe koers met alle winden mee. We waren geen relevante partner meer. Dan beland je in een situatie waarin stakeholders zonder je kunnen, en je de kruimels toegeworpen krijgt die over zijn. Het gevolg was dat we onderdeel werden van de plannen van anderen en vooral reactief handelden. Lobby en belangenbehartiging zijn superbelangrijk, maar dan moet je de belangen wel scherp hebben.’

Diversiteit koesteren

Om die reden koos het bestuur ervoor om kwaliteit en belangenbehartiging van elkaar te scheiden en zes programma’s vorm te geven: vier op kwaliteit en twee op belangenbehartiging. In de plusminus negentig lopende projecten werd flink geschaafd, totdat er alleen nog projecten overbleven die bijdroegen aan die zes programma’s (zie kader). Zo ontstond meer focus. Er werd afscheid genomen van de vele interimmedewerkers van het bureau en er werden nieuwe vaste medewerkers aangesteld voor meer continuïteit. Een belangrijke vernieuwing is daarnaast de oprichting van platforms die zijn opgezet voor elke werksetting. Alieke: ‘Als beroepsgroep zíjn we met praktijkhouders, waarnemers, klinisch verloskundigen enzovoorts heel divers. We hebben gewerkt aan differentiatie van belangen van al die verschillende groepen. Binnen de diverse platforms maken leden hun specifieke behoeften kenbaar. Daardoor is iedereen vertegenwoordigd en hoeven subgroepen binnen onze beroepsgroep niet met elkaar te concurreren om aandacht van het bestuur en het bureau. Ook de minderheid doet ertoe. We proberen onze diversiteit te eren. Onze verschillen maken het juist mogelijk om overal in de samenleving gezondheidsbevorderende zorg te leveren. Die eind­taak bindt ons.’ Leden geven aan dat ze merken dat het rustiger wordt. Er worden nog steeds discussies gevoerd, maar er wordt ook naar elkaar geluisterd. Alieke: ‘Dat is voorwaardelijk om verder te kunnen nadenken, samen te kunnen bouwen en eensgezind onze standpunten te kunnen uitdragen.’

Maaike: 'Belangenbehartiging is belangrijk, maar dan moet je belangen wel scherp hebben'

Maaike van Rijn.
Gewijzigde standpunten

Nu de vereniging minder gepolariseerd is, is het ook makkelijker om een helder geluid te laten horen in gesprekken met externen. ‘We hebben ineens kleur’, zegt Maaike. ‘Dat is voor stakeholders soms ingewikkeld, want waar we ons vroeger makkelijker lieten dirigeren, hebben we nu zelf een duidelijk standpunt en zijn we proactiever geworden.’ Een goed voorbeeld is het vitamine K-verhaal. De KNOV heeft een aantal jaar geleden toegezegd te participeren in de implementatie van toediening van vitamine K middels een injectie. Maaike: ‘Als bestuur kwamen we – samen met leden – met een gewijzigd standpunt.’ De vereniging concludeerde dat een verbetering van de druppeltoediening van vitamine K zou moeten worden geïmplementeerd als ethisch meer aanvaardbaar alternatief. Maaike: ‘Dat was natuurlijk geen leuke boodschap voor VWS, want de plannen voor implementatie lagen er al. Maar we waren dit keer wél duidelijk. Daar kon VWS iets mee; er wordt momenteel gewerkt aan een alternatief vitamine K-beleid.’

Alieke: 'Onze verschillen maken het juist mogelijk om overal gezondheids­bevorderende zorg te leveren'

Alieke de Roon-Immerzeel.
Passende zorg bij uitstek

‘Naast de ethische afwegingen die we maken vanuit de beroepsidentiteit, willen we beleid maken vanuit passende zorg’, vertelt Alieke. Een voorbeeld is de eind vorig jaar teruggetrokken richtlijn electieve inductie van de baring. Alieke: ‘Het counselen over een niet-medische inleiding past niet bij onze gezondheidsbevorderende taak. Die zorg mag niet van ons geëist worden, als wij daar geen reden voor zien.’ Volgens het bestuur mogen verloskundigen vertrouwen op hun expertise. ‘We hoeven niet klakkeloos akkoord te gaan met wat externe partijen van ons verwachten. Het zou ons én onze cliënten goed doen als we het keurslijf weer meer loslaten, meer naar het individu kijken en daar onze zorg op aanpassen.’ De KNOV werkt aan een landelijk kwaliteitsbeleid, waaronder aanpassingen aan het Kwaliteitsregister, de lancering van het Klinisch Register en de vernieuwde richtlijnontwikkeling vallen. ‘En ook de acties op het verminderen van de administratielast en het loslaten van niet onderbouwde volumenormen laten zien hoe we invulling geven aan passende zorg. Door dit soort veranderingen kunnen we ons richten op taken die zorg écht verbeteren.’

Ledeninput omzetten in acties

Het is niet altijd de makkelijkste weg om zo uit­gesproken te zijn. ‘Door terug te komen op eerdere beloftes of uitspraken maken we het onszelf hartstikke lastig’, zegt Maaike. ‘Maar we zitten hier niet voor het comfort; het is hard nodig om weer wat zaken recht te zetten. Leden hebben ons het vertrouwen gegeven, dan moeten we hun input ook omzetten in acties.’ Bovendien leveren die ongemakkelijke momenten vaak juist mooie dingen op. Neem die keer dat de KNOV zich als eerste organisatie internationaal uitsprak over de term ‘obstetrisch geweld’. ‘Dat was best spannend,’ geeft Maaike toe, ‘en heeft ook in de gesprekken met Europese collega’s tot flink wat discussie geleid. Iedereen moest evalueren en opnieuw stelling innemen. Er ging wat tijd overheen, maar uiteindelijk waren we het erover eens dat het niet aan ons is om de term ‘obstetrisch geweld’ te nuanceren. Dat leverde ook een mooi gesprek op met onze eigen leden na de ALV in november 2024. Met een eenduidige uitspraak daarover hebben we onze beroepsgroep én vereniging weer op de kaart gezet als autoriteit en kregen we internationaal waardering en navolging.’

Onwrikbaar imago

En de gesprekspartners? Die zitten nu heus niet massaal te balen omdat ze er een lastige gesprekspartner bij hebben. ‘Ik hoor zelfs dat we best meevallen’, lacht Marieke. Ze heeft het met name over externe beleidsmakers. ‘Schijnbaar hebben we met ons bestuur een ‘onwrikbaar’ imago en dat is ook wel terecht. Zijn ze eenmaal met ons in gesprek geweest, dan merken ze ook hoe bevlogen we zijn en hoeveel inhoudelijke kennis we hebben. In beleidsgesprekken komen wij écht iets brengen en dat wordt gewaardeerd. Maar: we hebben ook een duidelijke missie en doen niet mee met handjeklap. Daar wennen onze gesprekspartners vanzelf aan.’


Met hoge snelheid naar een bevalling

Tekst: Yvette Hoogenboom | VRHL Content en Creatie, 2025-1

De medewerkers van het KNOV-bureau krijgen allerlei vragen van verloskundigen. In deze rubriek lichten we veelgestelde of opmerkelijke vragen uit. Dit keer:

 

Kun je als verloskundige bezwaar maken tegen een verkeersboete?

In Nederland gelden uitzonderingsregels in het verkeer voor voorrangsvoertuigen. Hieronder vallen voertuigen van politie, brandweer, ambulances en andere door de overheid aangewezen voertuigen met een blauw zwaai-, flits- of knipperlicht en een tweetonige hoorn. Verloskundigen moeten zich dus houden aan de reguliere verkeersregels. Hoe vervelend het ook is: als je op weg naar een bevalling te hard rijdt, dan moet je de boete die je daarvoor krijgt gewoon betalen. Dat geldt overigens ook voor huisartsen die op weg zijn naar een spoedgeval en een snelheidsovertreding begaan.

Bezwaar maken

Kun je als verloskundige bezwaar maken tegen een verkeersboete? Er zijn wel wat succesbezwaren bekend. De (kanton)rechter heeft in die gevallen vrijstelling gegeven, omdat er volgens hem sprake was van overmacht. Dat gebeurt echter niet altijd, maar is afhankelijk van de situatie en de rechter die je treft.

Parkeerboete

Als je je tijdens een spoedgeval naar een cliënt haast en snel je auto parkeert, vergeet dan de parkeerapp of -automaat niet. Net als bij te hard rijden, is er bij parkeren geen ontheffing voor verloskundigen met spoed. Uiteraard kun je wel een bezwaar indienen. Doe dit binnen zes weken bij de gemeente waar je parkeerde.

Esculaap

En wat zegt het esculaapteken op auto’s van medici? Vroeger werden door het voeren van dit teken voorrechten in het verkeer ontleend. Tegenwoordig zijn die er niet meer. De sticker wordt daarom alleen nog gebruikt om te laten zien dat je arts of verloskundige bent. Verloskundigen kunnen bij de KNOV via leden@knov.nl een esculaapsticker aanvragen.


Update

Tekst: VRHL Content en Creatie, 2025-1
Website deverloskundige.nl vernieuwd

De cliëntenwebsite van de KNOV deverloskundige.nl is vernieuwd! Deze website is voor en door verloskundigen gemaakt en biedt betrouwbare informatie, gebaseerd op de nieuwste (wetenschappelijke) inzichten, ontwikkelingen binnen de geboortezorg en vragen van cliënten. Zwangeren en hun partners vinden hier niet alleen alles over zwangerschap, bevalling en kraamtijd, maar ook over anticonceptie en preconceptie.

Wat is er nieuw?

Alle informatie is getoetst aan de nieuwste inzichten en waar nodig herschreven. En daarnaast:

• zorgt de verbeterde zoekfunctie voor snelle toegang tot informatie;
• is de content altijd actueel (geen kans op verouderde informatie, zoals in folders);
• kun je de informatie eenvoudig delen via e-mail of WhatsApp;
• zijn de webpagina’s makkelijk te printen als je een cliënt toch iets mee wilt geven;
• is er een duidelijke indeling per thema en fase;
• vinden cliënten er handige checklists en keuzehulpen.

Ondersteuning bij communicatie

De website is een praktisch hulpmiddel bij gesprekken met cliënten en hun (eventuele) partner. Je kunt de website bijvoorbeeld gebruiken tijdens het spreekuur om uitleg te geven over het verloop van de zwangerschap. Of bij de nacontrole als je het herstel na de bevalling bespreekt. De besproken informatie kun je daarna gemakkelijk (digitaal) delen of ernaar verwijzen. Om je daarbij te ondersteunen, is er (gratis) informatie­materiaal ontwikkeld.

Binnenkort praktische hulpmiddelen voor continuïteit van zorgverlener

De afdeling Verloskundige Wetenschap van Amsterdam UMC heeft binnen het COMIC project uitgebreid onderzoek gedaan naar continuïteit van zorgverlener. Dit onderzoek is uitgevoerd in meerdere praktijksettings om de implementatie en impact van continuïteit van zorgverlener binnen de geboortezorg te verkennen en te begrijpen. Om jou te ondersteunen bij het realiseren van continuïteit van zorgverlener in jouw eigen praktijk, worden diverse praktische hulpmiddelen ontwikkeld. Deze omvatten onder andere de ‘Actiepunten Continuïteit van Zorgverlener’ en het ‘Handboek Caseload Verloskunde’. Deze hulpmiddelen bevinden zich in de afrondende fase en worden binnenkort gepubliceerd. Kijk voor meer informatie over het COMIC project op childbirthnetwork.nl/vertrouwdeverloskundige.


Boekrecensie: De vroedvrouw van de Groenburgwal

Tekst: Simone Valk, 2025-1

De vroedvrouw van de Groenburgwal is een mee-slepende historische roman die zich afspeelt in Amsterdam in 1695. Het boek volgt de jonge Eefje, die vastberaden is om vroedvrouw te worden en lessen volgt bij de beroemde anatoom Frederik Ruysch. Maar het pad naar dit beroep is allesbehalve eenvoudig: vroedvrouwen moeten gehuwd zijn, ingeschreven in de stad, kunnen lezen en schrijven en een streng examen afleggen, afgenomen door twee artsen.

Eefjes verhaal is er één van doorzettingsvermogen in een tijd waarin vrouwen nauwelijks zeggenschap hadden over hun eigen leven. Haar moeder, eveneens vroedvrouw, raakt door omstandigheden in financiële problemen, waardoor Eefje in een bordeel terechtkomt. Daar ontmoet ze Bebé, een voormalige tot slaaf gemaakte vrouw met een schat aan kennis over verloskunde, geneeskunde en kruiden. De twee vrouwen wisselen vaardigheden uit en bouwen een bijzondere vriendschap op.

Met behulp van een rijke klant weet Eefje het bordeel uit te komen. Ze vindt een man die met haar wil trouwen en ze kan examen doen en zich vestigen. Haar man ontpopt zich echter als een bazige, dwingende en wantrouwende echtgenoot. Uiteindelijk weet ze aan hem te ontsnappen.

Het boek geeft een levendig beeld van het zeventiende- eeuwse Amsterdam, waarin vroedvrouwen een cruciale, maar ondergewaardeerde rol speelden. De historische details, zoals de beschrijving van Ruyschs anatomische kabinet en de positie van vrouwen in de geneeskunde, maken het verhaal extra boeiend. Hoewel de geboorte-scènes beknopt blijven en niet veel nieuwe verloskundige inzichten bieden, is de thematiek des te relevanter. Ook is de geschiedenis van Bebé historisch verantwoord, net als die van vroedvrouw Lysbeth, een protegé van Ruysch.

De roman onderstreept hoe vrouwen elkaar kunnen versterken en hoe kennis de sleutel is tot vrijheid. Ook laat het zien dat veel uitdagingen voor vrouwen – zoals ongelijkheid en financiële afhankelijkheid – nog steeds actueel zijn. Het verhaal is daarmee niet alleen historisch interessant, maar ook een inspiratiebron.

Kort samengevat toont dit boek:
• de kracht van vrouwelijke solidariteit;
• hoe kennis een middel tot zelfbeschikking is;
• dat de wereld lang door en voor mannen is ingericht, en verandering langzaam gaat;
• dat armoede niet alleen een probleem is, maar ook een systeem waarin geld wordt verdiend.

Voor wie houdt van historische romans met sterke, vrouwelijke hoofdpersonen en een inkijkje wil in de verloskunde van de zeventiende eeuw, is De vroedvrouw van de Groenburgwal een boeiend en meeslepend boek.

Auteur: Jeanine de Vries
Uitgeverij: Mozaiek
Paperback: 9789023962595
E-book: 9789023962601
Digitaal luisterboek: 9789023962625
Simone Valk is gepensioneerd verloskundige.
Ze recenseerde het boek voor De Verloskundige.

 


Kwaliteitsregister Verloskundigen op de schop: meer ruimte voor intrinsieke motivatie

Tekst: Mirjam Streefkerk | VRHL Content en Creatie, 2024-4

Wat begon als keurmerk, is inmiddels voor veel verloskundigen een keurslijf geworden: het Kwaliteitsregister Verloskundigen. En dus is het tijd voor verandering. Het is tijd voor een register dat verloskundigen ondersteunt. Dat doet de KNOV in twee fasen. De aanpassingen die volgend jaar plaatsvinden, laten (her)registratie al een stuk beter aansluiten bij wat nodig is om het vak goed uit te oefenen. Daarnaast wordt op de langere termijn gewerkt aan een ingrijpend anders en toekomstbestendig register. ‘Het wordt echt tof’, vindt KNOV-bestuurslid Alieke de Roon-Immerzeel. 

Verloskundigen kunnen zich sinds 2006 inschrijven in het Kwaliteits­register Verloskundigen. ‘Het doel destijds was om ons te kunnen onderscheiden met goede zorg’, vertelt Alieke de Roon-Immerzeel, die in het KNOV-bestuur onder meer verantwoordelijk is voor vakinhoud. ‘Met een registratie laat je zien dat je werkt volgens de normen van onze beroepsgroep en dat je aan deskundigheidsbevordering doet. Maar doordat zorgverzekeraars het register al snel gingen gebruiken als bepalend middel bij de zorginkoop, is registratie en herregistratie langzaam maar zeker een moetje geworden.’

Je moet inderdaad behoorlijk veel als je je wilt laten (her)registreren. Zo moet je gemiddeld tien uur per week als verloskundige werken, twee uur meer dan de BIG-norm voorschrijft. En voor herregistratie moet je kunnen laten zien dat je in vijf jaar minimaal 200 uur hebt besteed aan deskundigheidsbevordering. Die uren zijn verdeeld over vier categorieën, wat weer zorgt voor veel verschillende soorten kaders en ­vereisten. Vooral dat laatste is best ingewikkeld, zo blijkt in de praktijk. ‘Je ziet dat veel verlos­kundigen als die herregistratie eraan komt punten aan het sprokkelen zijn’, zegt Anne Smits, projectleider Herzien Kwaliteitsregister bij de KNOV. ‘Hoe kan ik zoveel mogelijk punten ­verzamelen, in een zo kort mogelijke tijd en voor zo min mogelijk geld? En dat is goed te begrijpen, want wat je ervoor moet doen concurreert met de tijd die je aan je overige werk en aan je privéleven besteedt. Daarmee is het register z’n doel voorbijgeschoten. Niet de verloskundige, maar de ­zorgverzekeraar leek de laatste jaren de primaire doelgroep ervan.’ 

Herzien Kwaliteitsregister

Een onderzoek in opdracht van de KNOV uit 2021 bevestigt die houding tegenover het register. 80 procent van de bijna 250 ondervraagde ­verloskundigen zegt daarin dat het register hen niet stimuleert om het beste uit zichzelf te halen. Ze geven aan het register als een last te ervaren en vinden dat er te veel nadruk ligt op verant­woording en controle. Daarom wil de KNOV met het project Herzien Kwaliteitsregister weer terug naar de basis en het registeren helemaal anders gaan insteken. Het moet minder star worden en de KNOV wil dat het registreren verloskundigen weer ondersteunt in hun professionele groei. Intrinsieke motivatie en flexibiliteit staan daarbij centraal. Het project is al in volle gang en loopt langs twee sporen. Het eerste spoor richt zich op verlichting op de korte termijn, om verloskundigen al snel ademruimte te kunnen bieden. Het tweede spoor richt zich op een volledige herziening van het register voor de langere termijn. 

Verlichting

Eerst de verlichting op de korte termijn. Een werkgroep met daarin drie KNOV-leden, een expert op het gebied van kwaliteitsregisters en enkele KNOV-bureaumedewerkers, werkte in de afgelopen maanden aan het voorstel dat in november 2024 is goedgekeurd door de ALV. Daarnaast zijn de leden daar uitgebreid geïnformeerd over de bedoeling van de tweede fase, waarin we de focus op intrinsieke motivatie en ruimte voor eigen invulling nog veel uitvoeriger willen. Waarnemend verloskundige Margaret van der Toolen is een van de leden van die werkgroep en dacht dus mee over dat voorstel dat aan de ALV is gepresenteerd. ‘Bijscholing en nascholing horen bij ons vak. Het hoort ook bij een leven lang leren. Alleen: die scholingen moeten wel in dienst staan van het dagelijkse werk. Het Kwaliteitsregister moet er zijn voor de verloskundige en niet andersom. Dus daar wilde ik graag over mee­denken.’

In de gesprekken in de werkgroep werd al snel ­duidelijk dat de urennorm en de aparte punten die je moet halen voor de deelregisters de hete hangijzers zijn in het huidige Kwaliteitsregister Verloskundigen. Zo zette de werkgroep op een rij wat gangbare urennormen zijn voor alle verschillende vakgebieden binnen de geboortezorg. In vergelijking met beroepen met (ongeveer) hetzelfde opleidingsniveau bleek de 200 uur in vijf jaar aan de hoge kant te zijn. Zo moeten klinisch verloskundigen straks 40 punten in twee jaar halen en kraamverzorgenden, op mbo 3-niveau, moeten omgerekend 10 punten per jaar halen. Bovendien zorgt de hoeveelheid uren voor een verkeerde focus, luidde de analyse van de werkgroep. ­Margaret: ‘We willen de focus verleggen naar wat verloskundigen zelf nodig hebben en naar wat bij hen past. Waarin willen ze bijscholen? Nu vinden collega’s die zich al meermaals hebben moeten laten herregistreren het soms moeilijk om trainingen te vinden die ze nog niet hebben gedaan.’ 

'Nu zijn veel verloskundigen punten aan het sprokkelen als herregistratie eraan komt'

Intrinsieke motivatie

‘We hebben echt out of the box nagedacht’, zegt Anne. ‘Bijvoorbeeld ook over het andere uiterste van de huidige situatie: wat als we nul eisen zouden stellen aan registratie, dus dat je de deskundigheids­bevordering volledig aan intrinsieke motivatie zou overlaten? Maar dat zou nu wel heel rigoureus zijn. Bovendien begrijpen we vanuit verloskundigen dat er behoefte is aan enige vorm van begeleiding of misschien zelfs een stok achter de deur.’ Er zijn dus nog wel kaders, maar die zijn minimaal. Anne: ‘We willen bijvoorbeeld alleen nog gaan vragen naar het nummer van de BIG-registratie. Die vraagt dat jij gemiddeld acht uur per week werkt als ­verloskundige. Wijzelf vragen nu nog tien uur, maar dat controleren we niet en dat willen we ook helemaal niet controleren. Dus waarom zouden we om meer uren vragen dan de wet BIG?’ Daarnaast is er een aanpassing van de herregistratieperiode voorgesteld, van vijf naar twee jaar. De gedachte daarachter is dat er in vijf jaar ook in je ambities ontzettend veel kan veranderen. Zo’n lange periode is moeilijk te overzien en heeft als nadeel dat het mogelijk is om bijscholing voor je uit te schuiven. Twee jaar past veel beter bij onze beroepsgroep en zorgt ervoor dat kwaliteitsbevordering meer continu op de agenda staat.

De komende maanden gaat de KNOV de plannen uit het voorstel en de uitkomst van de ALV concreet invullen. Dat betekent dat Anne en haar team onder meer gaan uitwerken wat de verandering van de herregistratieperiode voor verloskundigen betekent als je je volgend jaar laat herregistreren. Uiteraard informeert de KNOV haar leden over die concrete invulling zodra daar meer duidelijk over is. 

Toekomstbestendig

Tegelijk met de verlichting op de korte termijn zal de KNOV zich de komende tijd ook buigen over de meer grondige herziening van het Kwaliteitsregister Verloskundigen op de langere termijn. Dat proces is nauw verbonden met twee andere projecten ­binnen de KNOV, namelijk de ontwikkeling van een beroepsidentiteitsdocument (zie daarvoor ook de septembereditie van De Verloskundige) en een nieuw beroepsprofiel. Alieke: ‘Het nieuwe register wordt echt tof. Het moet aansluiten bij ons actuele beroepsprofiel en het verhaal vertellen van wie wij als verloskundigen zijn, zowel qua inhoud als qua vormgeving. Qua inhoud door goede ­scholingen die aansluiten bij onze identiteit. En qua vormgeving doordat we met het register ondersteunen, faciliteren en vertrouwen op de inzet, net als verloskundigen zelf in hun werk doen. Het richt zich op de vraag: wat maakt mij nou een goede verloskundige? Zo werken we eraan dat het register en het beroepsprofiel de beroeps­identiteit zichtbaar maken en dat ze elkaar ­versterken. Ons doel is om een toekomstbestendig fundament neer te zetten, dat duidelijk maakt wat ons vak inhoudt en hoe we onszelf daarin blijven ontwikkelen.’ 

'We krijgen het vertrouwen van zorgverzekeraars'

Compleet anders

Een idee voor dat compleet andere en toekomst­bestendige register is bijvoorbeeld rekening ­houden met de senioriteit van de verloskundigen. Als senior kun je wellicht toe met minder oefenen van spoedeisende handelingen, omdat je die al vaak hebt getraind. En als startende verloskundige is de intervisie op een andere manier relevant dan wanneer je al meer ervaring hebt. Deze denkwijze willen we borgen in de nieuwe structuur. Alieke: ‘We hebben het in onze gesprekken ook wel over een soort gilde, waarbij we elkaar ondersteunen en versterken en zo samen ons mooie ambacht dragen.’ 

Wat vinden de zorgverzekeraars er eigenlijk van dat het Kwaliteitsregister Verloskundigen zo’n grondige wijziging ondergaat? ‘Dat was voor ons ook een vraag’, zegt Alieke. ‘Daarom hebben we ze al in een vroeg stadium betrokken. Gelukkig kregen we meteen hun vertrouwen: als wij straks met het nieuwe register goed kunnen laten zien wat wij kwaliteit vinden dan nemen zij dat over. Dat geeft ons alle ruimte om aan een register te werken waarmee we de trots op ons vak uitdragen. Een register dat bijdraagt aan ons eigen werkplezier. Mooi toch?’ 


Update

Tekst: VRHL Content en Creatie, 2024-4
Onderzoek tijdsbesteding en praktijkkosten

In juni 2024 startte de KNOV een onderzoek naar het basistakenpakket voor de verloskundigen in zowel de eerste als de tweede lijn. Meer dan 750 verloskundigen deden mee aan het onderzoek en registreerden hun tijdsbesteding. Maar liefst 142 verloskundigenpraktijken deelden daarnaast hun praktijkkosten met de KNOV. Het onderzoek is inmiddels afgerond en de uitkomsten zijn gedeeld via de platforms en de KNOV-website. 

Ook gingen KNOV-leden met elkaar in gesprek over het onderzoek tijdens een webinar. Wil jij dit webinar terugkijken? De opname en de uitkomsten van het onderzoek vind je op de KNOV-website.

Nivelpeiling 2023 gepubliceerd

Stichting Het Nivel heeft het periodieke onderzoek naar de beroepenregistratie verloskunde gepubliceerd. In 2023 waren er 4.120 werkzame verloskundigen in Nederland. Dit is een lichte daling ten opzichte van de 4.170 verloskundigen in 2021. Daarnaast is de gerapporteerde werkweek gestegen van gemiddeld 52,7 uur
naar 54,3 uur per week. Meer weten over de omvang en samenstelling van de beroepsgroep? 

KNOV distantieert zich van EMA-standpunt over vervangen term ‘obstetrisch geweld’ door ‘ondermaatse zorg’  

In een dit jaar gepubliceerd standpunt van de European Midwives Association (EMA), European Association of Perinatal Medicine (EAPM) en de European Board and College of Obstetricians and Gynaecologists (EBCOG) wordt de term ‘obstetrisch geweld’ vervangen door ‘ondermaatse zorg’. Dit staat haaks op de erkenning van obstetrisch geweld als een wereldwijd erkende vorm van gendergerelateerd geweld. Daarom heeft de KNOV zich publiekelijk gedistantieerd van dit standpunt.

Het vervangen van ‘obstetrisch geweld’ door termen als ‘ondermaatse zorg’ ontkent en bagatelliseert de ervaringen van moeders en gaat voorbij aan de bredere gender-problematiek rondom geboortezorg. Het standpunt komt daarmee niet overeen met de kernwaarden van de KNOV waarin de rechten en ervaringen van vrouwen centraal staan. De KNOV kiest er dus voor om de term ‘obstetrisch geweld’ te blijven gebruiken en krijgt hierin steun uit binnen- en buitenland, onder andere van de International Confederation of Midwives (ICM).