'De buitenwereld merkt nu ook hoe krachtig we zijn' De KNOV van 2025
Tekst: Manon Louwers | VRHL Content en Creatie, 2025-1
Nu de fundering van de KNOV een flinke renovatie heeft ondergaan, staat er een vereniging waarvan ook voor de buitenwereld duidelijk is waar ze voor staat. Dat vinden stakeholders niet altijd makkelijk, maar ze snappen de koers nu wel. ‘We zijn een betrouwbare partner waar leden én stakeholders van op aan kunnen’, aldus het bestuur.
Op de Facebook-groep Inspiratienetwerk en tijdens de ALV’s was de spanning om te snijden. We schetsen de situatie van 2021 en de jaren daarvoor. Veel leden voelden zich niet gehoord, laat staan vertegenwoordigd door de KNOV. Daardoor ontstond de neiging om zo luid mogelijk op te komen voor eigen belangen. Aan het verenigingsbestuur werd van alle kanten getrokken. ‘Dit is absoluut geen kritische noot naar onze voorgangers’, benadrukt Marieke. ‘Het bestuur van toen had een versnipperde achterban en beperkte tijd om met al die geluiden iets te doen. Als je daar middenin zit, is een hervorming onmogelijk. Ikzelf ben er ook in meegegaan, heb voor besluiten gestemd waarvan ik nu denk: die discussie hadden we helemaal niet op die manier moeten voeren. Dat was de situatie van toen. Het bestuur deed wat ze kon, maar er was een radicale hervorming nodig. De leden hebben dat gelukkig ingezien. Wij hebben op het juiste moment een omvorming geïnitieerd en we hebben het vertrouwen gekregen om die ook in de praktijk te brengen. Nu wordt het effect zichtbaar, ook voor de buitenwereld.’
Marieke: 'Stakeholders vinden ons 'onwrikbaar''

Scherpe koers
Dat effect is te omschrijven als een scherpe koers die is gestoeld op vakinhoud en beroepsidentiteit. ‘Als je niet helder hebt waar je van bent, dan is je positie kwetsbaar’, zegt Maaike. ‘We waren heel actief op lobby, maar waaiden door een onscherpe koers met alle winden mee. We waren geen relevante partner meer. Dan beland je in een situatie waarin stakeholders zonder je kunnen, en je de kruimels toegeworpen krijgt die over zijn. Het gevolg was dat we onderdeel werden van de plannen van anderen en vooral reactief handelden. Lobby en belangenbehartiging zijn superbelangrijk, maar dan moet je de belangen wel scherp hebben.’
Diversiteit koesteren
Om die reden koos het bestuur ervoor om kwaliteit en belangenbehartiging van elkaar te scheiden en zes programma’s vorm te geven: vier op kwaliteit en twee op belangenbehartiging. In de plusminus negentig lopende projecten werd flink geschaafd, totdat er alleen nog projecten overbleven die bijdroegen aan die zes programma’s (zie kader). Zo ontstond meer focus. Er werd afscheid genomen van de vele interimmedewerkers van het bureau en er werden nieuwe vaste medewerkers aangesteld voor meer continuïteit. Een belangrijke vernieuwing is daarnaast de oprichting van platforms die zijn opgezet voor elke werksetting. Alieke: ‘Als beroepsgroep zíjn we met praktijkhouders, waarnemers, klinisch verloskundigen enzovoorts heel divers. We hebben gewerkt aan differentiatie van belangen van al die verschillende groepen. Binnen de diverse platforms maken leden hun specifieke behoeften kenbaar. Daardoor is iedereen vertegenwoordigd en hoeven subgroepen binnen onze beroepsgroep niet met elkaar te concurreren om aandacht van het bestuur en het bureau. Ook de minderheid doet ertoe. We proberen onze diversiteit te eren. Onze verschillen maken het juist mogelijk om overal in de samenleving gezondheidsbevorderende zorg te leveren. Die eindtaak bindt ons.’ Leden geven aan dat ze merken dat het rustiger wordt. Er worden nog steeds discussies gevoerd, maar er wordt ook naar elkaar geluisterd. Alieke: ‘Dat is voorwaardelijk om verder te kunnen nadenken, samen te kunnen bouwen en eensgezind onze standpunten te kunnen uitdragen.’
Maaike: 'Belangenbehartiging is belangrijk, maar dan moet je belangen wel scherp hebben'

Gewijzigde standpunten
Nu de vereniging minder gepolariseerd is, is het ook makkelijker om een helder geluid te laten horen in gesprekken met externen. ‘We hebben ineens kleur’, zegt Maaike. ‘Dat is voor stakeholders soms ingewikkeld, want waar we ons vroeger makkelijker lieten dirigeren, hebben we nu zelf een duidelijk standpunt en zijn we proactiever geworden.’ Een goed voorbeeld is het vitamine K-verhaal. De KNOV heeft een aantal jaar geleden toegezegd te participeren in de implementatie van toediening van vitamine K middels een injectie. Maaike: ‘Als bestuur kwamen we – samen met leden – met een gewijzigd standpunt.’ De vereniging concludeerde dat een verbetering van de druppeltoediening van vitamine K zou moeten worden geïmplementeerd als ethisch meer aanvaardbaar alternatief. Maaike: ‘Dat was natuurlijk geen leuke boodschap voor VWS, want de plannen voor implementatie lagen er al. Maar we waren dit keer wél duidelijk. Daar kon VWS iets mee; er wordt momenteel gewerkt aan een alternatief vitamine K-beleid.’
Alieke: 'Onze verschillen maken het juist mogelijk om overal gezondheidsbevorderende zorg te leveren'

Passende zorg bij uitstek
‘Naast de ethische afwegingen die we maken vanuit de beroepsidentiteit, willen we beleid maken vanuit passende zorg’, vertelt Alieke. Een voorbeeld is de eind vorig jaar teruggetrokken richtlijn electieve inductie van de baring. Alieke: ‘Het counselen over een niet-medische inleiding past niet bij onze gezondheidsbevorderende taak. Die zorg mag niet van ons geëist worden, als wij daar geen reden voor zien.’ Volgens het bestuur mogen verloskundigen vertrouwen op hun expertise. ‘We hoeven niet klakkeloos akkoord te gaan met wat externe partijen van ons verwachten. Het zou ons én onze cliënten goed doen als we het keurslijf weer meer loslaten, meer naar het individu kijken en daar onze zorg op aanpassen.’ De KNOV werkt aan een landelijk kwaliteitsbeleid, waaronder aanpassingen aan het Kwaliteitsregister, de lancering van het Klinisch Register en de vernieuwde richtlijnontwikkeling vallen. ‘En ook de acties op het verminderen van de administratielast en het loslaten van niet onderbouwde volumenormen laten zien hoe we invulling geven aan passende zorg. Door dit soort veranderingen kunnen we ons richten op taken die zorg écht verbeteren.’
Ledeninput omzetten in acties
Het is niet altijd de makkelijkste weg om zo uitgesproken te zijn. ‘Door terug te komen op eerdere beloftes of uitspraken maken we het onszelf hartstikke lastig’, zegt Maaike. ‘Maar we zitten hier niet voor het comfort; het is hard nodig om weer wat zaken recht te zetten. Leden hebben ons het vertrouwen gegeven, dan moeten we hun input ook omzetten in acties.’ Bovendien leveren die ongemakkelijke momenten vaak juist mooie dingen op. Neem die keer dat de KNOV zich als eerste organisatie internationaal uitsprak over de term ‘obstetrisch geweld’. ‘Dat was best spannend,’ geeft Maaike toe, ‘en heeft ook in de gesprekken met Europese collega’s tot flink wat discussie geleid. Iedereen moest evalueren en opnieuw stelling innemen. Er ging wat tijd overheen, maar uiteindelijk waren we het erover eens dat het niet aan ons is om de term ‘obstetrisch geweld’ te nuanceren. Dat leverde ook een mooi gesprek op met onze eigen leden na de ALV in november 2024. Met een eenduidige uitspraak daarover hebben we onze beroepsgroep én vereniging weer op de kaart gezet als autoriteit en kregen we internationaal waardering en navolging.’
Onwrikbaar imago
En de gesprekspartners? Die zitten nu heus niet massaal te balen omdat ze er een lastige gesprekspartner bij hebben. ‘Ik hoor zelfs dat we best meevallen’, lacht Marieke. Ze heeft het met name over externe beleidsmakers. ‘Schijnbaar hebben we met ons bestuur een ‘onwrikbaar’ imago en dat is ook wel terecht. Zijn ze eenmaal met ons in gesprek geweest, dan merken ze ook hoe bevlogen we zijn en hoeveel inhoudelijke kennis we hebben. In beleidsgesprekken komen wij écht iets brengen en dat wordt gewaardeerd. Maar: we hebben ook een duidelijke missie en doen niet mee met handjeklap. Daar wennen onze gesprekspartners vanzelf aan.’
Met hoge snelheid naar een bevalling
Tekst: Yvette Hoogenboom | VRHL Content en Creatie, 2025-1
De medewerkers van het KNOV-bureau krijgen allerlei vragen van verloskundigen. In deze rubriek lichten we veelgestelde of opmerkelijke vragen uit. Dit keer:
Kun je als verloskundige bezwaar maken tegen een verkeersboete?
In Nederland gelden uitzonderingsregels in het verkeer voor voorrangsvoertuigen. Hieronder vallen voertuigen van politie, brandweer, ambulances en andere door de overheid aangewezen voertuigen met een blauw zwaai-, flits- of knipperlicht en een tweetonige hoorn. Verloskundigen moeten zich dus houden aan de reguliere verkeersregels. Hoe vervelend het ook is: als je op weg naar een bevalling te hard rijdt, dan moet je de boete die je daarvoor krijgt gewoon betalen. Dat geldt overigens ook voor huisartsen die op weg zijn naar een spoedgeval en een snelheidsovertreding begaan.
Bezwaar maken
Kun je als verloskundige bezwaar maken tegen een verkeersboete? Er zijn wel wat succesbezwaren bekend. De (kanton)rechter heeft in die gevallen vrijstelling gegeven, omdat er volgens hem sprake was van overmacht. Dat gebeurt echter niet altijd, maar is afhankelijk van de situatie en de rechter die je treft.
Parkeerboete
Als je je tijdens een spoedgeval naar een cliënt haast en snel je auto parkeert, vergeet dan de parkeerapp of -automaat niet. Net als bij te hard rijden, is er bij parkeren geen ontheffing voor verloskundigen met spoed. Uiteraard kun je wel een bezwaar indienen. Doe dit binnen zes weken bij de gemeente waar je parkeerde.
Esculaap
En wat zegt het esculaapteken op auto’s van medici? Vroeger werden door het voeren van dit teken voorrechten in het verkeer ontleend. Tegenwoordig zijn die er niet meer. De sticker wordt daarom alleen nog gebruikt om te laten zien dat je arts of verloskundige bent. Verloskundigen kunnen bij de KNOV via leden@knov.nl een esculaapsticker aanvragen.
Update
Tekst: VRHL Content en Creatie, 2025-1
Website deverloskundige.nl vernieuwd
De cliëntenwebsite van de KNOV deverloskundige.nl is vernieuwd! Deze website is voor en door verloskundigen gemaakt en biedt betrouwbare informatie, gebaseerd op de nieuwste (wetenschappelijke) inzichten, ontwikkelingen binnen de geboortezorg en vragen van cliënten. Zwangeren en hun partners vinden hier niet alleen alles over zwangerschap, bevalling en kraamtijd, maar ook over anticonceptie en preconceptie.
Wat is er nieuw?
Alle informatie is getoetst aan de nieuwste inzichten en waar nodig herschreven. En daarnaast:
• zorgt de verbeterde zoekfunctie voor snelle toegang tot informatie;
• is de content altijd actueel (geen kans op verouderde informatie, zoals in folders);
• kun je de informatie eenvoudig delen via e-mail of WhatsApp;
• zijn de webpagina’s makkelijk te printen als je een cliënt toch iets mee wilt geven;
• is er een duidelijke indeling per thema en fase;
• vinden cliënten er handige checklists en keuzehulpen.
Ondersteuning bij communicatie
De website is een praktisch hulpmiddel bij gesprekken met cliënten en hun (eventuele) partner. Je kunt de website bijvoorbeeld gebruiken tijdens het spreekuur om uitleg te geven over het verloop van de zwangerschap. Of bij de nacontrole als je het herstel na de bevalling bespreekt. De besproken informatie kun je daarna gemakkelijk (digitaal) delen of ernaar verwijzen. Om je daarbij te ondersteunen, is er (gratis) informatiemateriaal ontwikkeld.
Binnenkort praktische hulpmiddelen voor continuïteit van zorgverlener
De afdeling Verloskundige Wetenschap van Amsterdam UMC heeft binnen het COMIC project uitgebreid onderzoek gedaan naar continuïteit van zorgverlener. Dit onderzoek is uitgevoerd in meerdere praktijksettings om de implementatie en impact van continuïteit van zorgverlener binnen de geboortezorg te verkennen en te begrijpen. Om jou te ondersteunen bij het realiseren van continuïteit van zorgverlener in jouw eigen praktijk, worden diverse praktische hulpmiddelen ontwikkeld. Deze omvatten onder andere de ‘Actiepunten Continuïteit van Zorgverlener’ en het ‘Handboek Caseload Verloskunde’. Deze hulpmiddelen bevinden zich in de afrondende fase en worden binnenkort gepubliceerd. Kijk voor meer informatie over het COMIC project op childbirthnetwork.nl/vertrouwdeverloskundige.
Boekrecensie: De vroedvrouw van de Groenburgwal
Tekst: Simone Valk, 2025-1
De vroedvrouw van de Groenburgwal is een mee-slepende historische roman die zich afspeelt in Amsterdam in 1695. Het boek volgt de jonge Eefje, die vastberaden is om vroedvrouw te worden en lessen volgt bij de beroemde anatoom Frederik Ruysch. Maar het pad naar dit beroep is allesbehalve eenvoudig: vroedvrouwen moeten gehuwd zijn, ingeschreven in de stad, kunnen lezen en schrijven en een streng examen afleggen, afgenomen door twee artsen.
Eefjes verhaal is er één van doorzettingsvermogen in een tijd waarin vrouwen nauwelijks zeggenschap hadden over hun eigen leven. Haar moeder, eveneens vroedvrouw, raakt door omstandigheden in financiële problemen, waardoor Eefje in een bordeel terechtkomt. Daar ontmoet ze Bebé, een voormalige tot slaaf gemaakte vrouw met een schat aan kennis over verloskunde, geneeskunde en kruiden. De twee vrouwen wisselen vaardigheden uit en bouwen een bijzondere vriendschap op.
Met behulp van een rijke klant weet Eefje het bordeel uit te komen. Ze vindt een man die met haar wil trouwen en ze kan examen doen en zich vestigen. Haar man ontpopt zich echter als een bazige, dwingende en wantrouwende echtgenoot. Uiteindelijk weet ze aan hem te ontsnappen.
Het boek geeft een levendig beeld van het zeventiende- eeuwse Amsterdam, waarin vroedvrouwen een cruciale, maar ondergewaardeerde rol speelden. De historische details, zoals de beschrijving van Ruyschs anatomische kabinet en de positie van vrouwen in de geneeskunde, maken het verhaal extra boeiend. Hoewel de geboorte-scènes beknopt blijven en niet veel nieuwe verloskundige inzichten bieden, is de thematiek des te relevanter. Ook is de geschiedenis van Bebé historisch verantwoord, net als die van vroedvrouw Lysbeth, een protegé van Ruysch.
De roman onderstreept hoe vrouwen elkaar kunnen versterken en hoe kennis de sleutel is tot vrijheid. Ook laat het zien dat veel uitdagingen voor vrouwen – zoals ongelijkheid en financiële afhankelijkheid – nog steeds actueel zijn. Het verhaal is daarmee niet alleen historisch interessant, maar ook een inspiratiebron.
Kort samengevat toont dit boek:
• de kracht van vrouwelijke solidariteit;
• hoe kennis een middel tot zelfbeschikking is;
• dat de wereld lang door en voor mannen is ingericht, en verandering langzaam gaat;
• dat armoede niet alleen een probleem is, maar ook een systeem waarin geld wordt verdiend.
Voor wie houdt van historische romans met sterke, vrouwelijke hoofdpersonen en een inkijkje wil in de verloskunde van de zeventiende eeuw, is De vroedvrouw van de Groenburgwal een boeiend en meeslepend boek.
Auteur: Jeanine de Vries
Uitgeverij: Mozaiek
Paperback: 9789023962595
E-book: 9789023962601
Digitaal luisterboek: 9789023962625
Simone Valk is gepensioneerd verloskundige.
Ze recenseerde het boek voor De Verloskundige.
Kwaliteitsregister Verloskundigen op de schop: meer ruimte voor intrinsieke motivatie
Tekst: Mirjam Streefkerk | VRHL Content en Creatie, 2024-4
Wat begon als keurmerk, is inmiddels voor veel verloskundigen een keurslijf geworden: het Kwaliteitsregister Verloskundigen. En dus is het tijd voor verandering. Het is tijd voor een register dat verloskundigen ondersteunt. Dat doet de KNOV in twee fasen. De aanpassingen die volgend jaar plaatsvinden, laten (her)registratie al een stuk beter aansluiten bij wat nodig is om het vak goed uit te oefenen. Daarnaast wordt op de langere termijn gewerkt aan een ingrijpend anders en toekomstbestendig register. ‘Het wordt echt tof’, vindt KNOV-bestuurslid Alieke de Roon-Immerzeel.
Verloskundigen kunnen zich sinds 2006 inschrijven in het Kwaliteitsregister Verloskundigen. ‘Het doel destijds was om ons te kunnen onderscheiden met goede zorg’, vertelt Alieke de Roon-Immerzeel, die in het KNOV-bestuur onder meer verantwoordelijk is voor vakinhoud. ‘Met een registratie laat je zien dat je werkt volgens de normen van onze beroepsgroep en dat je aan deskundigheidsbevordering doet. Maar doordat zorgverzekeraars het register al snel gingen gebruiken als bepalend middel bij de zorginkoop, is registratie en herregistratie langzaam maar zeker een moetje geworden.’
Je moet inderdaad behoorlijk veel als je je wilt laten (her)registreren. Zo moet je gemiddeld tien uur per week als verloskundige werken, twee uur meer dan de BIG-norm voorschrijft. En voor herregistratie moet je kunnen laten zien dat je in vijf jaar minimaal 200 uur hebt besteed aan deskundigheidsbevordering. Die uren zijn verdeeld over vier categorieën, wat weer zorgt voor veel verschillende soorten kaders en vereisten. Vooral dat laatste is best ingewikkeld, zo blijkt in de praktijk. ‘Je ziet dat veel verloskundigen als die herregistratie eraan komt punten aan het sprokkelen zijn’, zegt Anne Smits, projectleider Herzien Kwaliteitsregister bij de KNOV. ‘Hoe kan ik zoveel mogelijk punten verzamelen, in een zo kort mogelijke tijd en voor zo min mogelijk geld? En dat is goed te begrijpen, want wat je ervoor moet doen concurreert met de tijd die je aan je overige werk en aan je privéleven besteedt. Daarmee is het register z’n doel voorbijgeschoten. Niet de verloskundige, maar de zorgverzekeraar leek de laatste jaren de primaire doelgroep ervan.’
Herzien Kwaliteitsregister
Een onderzoek in opdracht van de KNOV uit 2021 bevestigt die houding tegenover het register. 80 procent van de bijna 250 ondervraagde verloskundigen zegt daarin dat het register hen niet stimuleert om het beste uit zichzelf te halen. Ze geven aan het register als een last te ervaren en vinden dat er te veel nadruk ligt op verantwoording en controle. Daarom wil de KNOV met het project Herzien Kwaliteitsregister weer terug naar de basis en het registeren helemaal anders gaan insteken. Het moet minder star worden en de KNOV wil dat het registreren verloskundigen weer ondersteunt in hun professionele groei. Intrinsieke motivatie en flexibiliteit staan daarbij centraal. Het project is al in volle gang en loopt langs twee sporen. Het eerste spoor richt zich op verlichting op de korte termijn, om verloskundigen al snel ademruimte te kunnen bieden. Het tweede spoor richt zich op een volledige herziening van het register voor de langere termijn.
Verlichting
Eerst de verlichting op de korte termijn. Een werkgroep met daarin drie KNOV-leden, een expert op het gebied van kwaliteitsregisters en enkele KNOV-bureaumedewerkers, werkte in de afgelopen maanden aan het voorstel dat in november 2024 is goedgekeurd door de ALV. Daarnaast zijn de leden daar uitgebreid geïnformeerd over de bedoeling van de tweede fase, waarin we de focus op intrinsieke motivatie en ruimte voor eigen invulling nog veel uitvoeriger willen. Waarnemend verloskundige Margaret van der Toolen is een van de leden van die werkgroep en dacht dus mee over dat voorstel dat aan de ALV is gepresenteerd. ‘Bijscholing en nascholing horen bij ons vak. Het hoort ook bij een leven lang leren. Alleen: die scholingen moeten wel in dienst staan van het dagelijkse werk. Het Kwaliteitsregister moet er zijn voor de verloskundige en niet andersom. Dus daar wilde ik graag over meedenken.’
In de gesprekken in de werkgroep werd al snel duidelijk dat de urennorm en de aparte punten die je moet halen voor de deelregisters de hete hangijzers zijn in het huidige Kwaliteitsregister Verloskundigen. Zo zette de werkgroep op een rij wat gangbare urennormen zijn voor alle verschillende vakgebieden binnen de geboortezorg. In vergelijking met beroepen met (ongeveer) hetzelfde opleidingsniveau bleek de 200 uur in vijf jaar aan de hoge kant te zijn. Zo moeten klinisch verloskundigen straks 40 punten in twee jaar halen en kraamverzorgenden, op mbo 3-niveau, moeten omgerekend 10 punten per jaar halen. Bovendien zorgt de hoeveelheid uren voor een verkeerde focus, luidde de analyse van de werkgroep. Margaret: ‘We willen de focus verleggen naar wat verloskundigen zelf nodig hebben en naar wat bij hen past. Waarin willen ze bijscholen? Nu vinden collega’s die zich al meermaals hebben moeten laten herregistreren het soms moeilijk om trainingen te vinden die ze nog niet hebben gedaan.’
'Nu zijn veel verloskundigen punten aan het sprokkelen als herregistratie eraan komt'
Intrinsieke motivatie
‘We hebben echt out of the box nagedacht’, zegt Anne. ‘Bijvoorbeeld ook over het andere uiterste van de huidige situatie: wat als we nul eisen zouden stellen aan registratie, dus dat je de deskundigheidsbevordering volledig aan intrinsieke motivatie zou overlaten? Maar dat zou nu wel heel rigoureus zijn. Bovendien begrijpen we vanuit verloskundigen dat er behoefte is aan enige vorm van begeleiding of misschien zelfs een stok achter de deur.’ Er zijn dus nog wel kaders, maar die zijn minimaal. Anne: ‘We willen bijvoorbeeld alleen nog gaan vragen naar het nummer van de BIG-registratie. Die vraagt dat jij gemiddeld acht uur per week werkt als verloskundige. Wijzelf vragen nu nog tien uur, maar dat controleren we niet en dat willen we ook helemaal niet controleren. Dus waarom zouden we om meer uren vragen dan de wet BIG?’ Daarnaast is er een aanpassing van de herregistratieperiode voorgesteld, van vijf naar twee jaar. De gedachte daarachter is dat er in vijf jaar ook in je ambities ontzettend veel kan veranderen. Zo’n lange periode is moeilijk te overzien en heeft als nadeel dat het mogelijk is om bijscholing voor je uit te schuiven. Twee jaar past veel beter bij onze beroepsgroep en zorgt ervoor dat kwaliteitsbevordering meer continu op de agenda staat.
De komende maanden gaat de KNOV de plannen uit het voorstel en de uitkomst van de ALV concreet invullen. Dat betekent dat Anne en haar team onder meer gaan uitwerken wat de verandering van de herregistratieperiode voor verloskundigen betekent als je je volgend jaar laat herregistreren. Uiteraard informeert de KNOV haar leden over die concrete invulling zodra daar meer duidelijk over is.
Toekomstbestendig
Tegelijk met de verlichting op de korte termijn zal de KNOV zich de komende tijd ook buigen over de meer grondige herziening van het Kwaliteitsregister Verloskundigen op de langere termijn. Dat proces is nauw verbonden met twee andere projecten binnen de KNOV, namelijk de ontwikkeling van een beroepsidentiteitsdocument (zie daarvoor ook de septembereditie van De Verloskundige) en een nieuw beroepsprofiel. Alieke: ‘Het nieuwe register wordt echt tof. Het moet aansluiten bij ons actuele beroepsprofiel en het verhaal vertellen van wie wij als verloskundigen zijn, zowel qua inhoud als qua vormgeving. Qua inhoud door goede scholingen die aansluiten bij onze identiteit. En qua vormgeving doordat we met het register ondersteunen, faciliteren en vertrouwen op de inzet, net als verloskundigen zelf in hun werk doen. Het richt zich op de vraag: wat maakt mij nou een goede verloskundige? Zo werken we eraan dat het register en het beroepsprofiel de beroepsidentiteit zichtbaar maken en dat ze elkaar versterken. Ons doel is om een toekomstbestendig fundament neer te zetten, dat duidelijk maakt wat ons vak inhoudt en hoe we onszelf daarin blijven ontwikkelen.’
'We krijgen het vertrouwen van zorgverzekeraars'
Compleet anders
Een idee voor dat compleet andere en toekomstbestendige register is bijvoorbeeld rekening houden met de senioriteit van de verloskundigen. Als senior kun je wellicht toe met minder oefenen van spoedeisende handelingen, omdat je die al vaak hebt getraind. En als startende verloskundige is de intervisie op een andere manier relevant dan wanneer je al meer ervaring hebt. Deze denkwijze willen we borgen in de nieuwe structuur. Alieke: ‘We hebben het in onze gesprekken ook wel over een soort gilde, waarbij we elkaar ondersteunen en versterken en zo samen ons mooie ambacht dragen.’
Wat vinden de zorgverzekeraars er eigenlijk van dat het Kwaliteitsregister Verloskundigen zo’n grondige wijziging ondergaat? ‘Dat was voor ons ook een vraag’, zegt Alieke. ‘Daarom hebben we ze al in een vroeg stadium betrokken. Gelukkig kregen we meteen hun vertrouwen: als wij straks met het nieuwe register goed kunnen laten zien wat wij kwaliteit vinden dan nemen zij dat over. Dat geeft ons alle ruimte om aan een register te werken waarmee we de trots op ons vak uitdragen. Een register dat bijdraagt aan ons eigen werkplezier. Mooi toch?’
Update
Tekst: VRHL Content en Creatie, 2024-4
Onderzoek tijdsbesteding en praktijkkosten
In juni 2024 startte de KNOV een onderzoek naar het basistakenpakket voor de verloskundigen in zowel de eerste als de tweede lijn. Meer dan 750 verloskundigen deden mee aan het onderzoek en registreerden hun tijdsbesteding. Maar liefst 142 verloskundigenpraktijken deelden daarnaast hun praktijkkosten met de KNOV. Het onderzoek is inmiddels afgerond en de uitkomsten zijn gedeeld via de platforms en de KNOV-website.
Ook gingen KNOV-leden met elkaar in gesprek over het onderzoek tijdens een webinar. Wil jij dit webinar terugkijken? De opname en de uitkomsten van het onderzoek vind je op de KNOV-website.
Nivelpeiling 2023 gepubliceerd
Stichting Het Nivel heeft het periodieke onderzoek naar de beroepenregistratie verloskunde gepubliceerd. In 2023 waren er 4.120 werkzame verloskundigen in Nederland. Dit is een lichte daling ten opzichte van de 4.170 verloskundigen in 2021. Daarnaast is de gerapporteerde werkweek gestegen van gemiddeld 52,7 uur
naar 54,3 uur per week. Meer weten over de omvang en samenstelling van de beroepsgroep?
KNOV distantieert zich van EMA-standpunt over vervangen term ‘obstetrisch geweld’ door ‘ondermaatse zorg’
In een dit jaar gepubliceerd standpunt van de European Midwives Association (EMA), European Association of Perinatal Medicine (EAPM) en de European Board and College of Obstetricians and Gynaecologists (EBCOG) wordt de term ‘obstetrisch geweld’ vervangen door ‘ondermaatse zorg’. Dit staat haaks op de erkenning van obstetrisch geweld als een wereldwijd erkende vorm van gendergerelateerd geweld. Daarom heeft de KNOV zich publiekelijk gedistantieerd van dit standpunt.
Het vervangen van ‘obstetrisch geweld’ door termen als ‘ondermaatse zorg’ ontkent en bagatelliseert de ervaringen van moeders en gaat voorbij aan de bredere gender-problematiek rondom geboortezorg. Het standpunt komt daarmee niet overeen met de kernwaarden van de KNOV waarin de rechten en ervaringen van vrouwen centraal staan. De KNOV kiest er dus voor om de term ‘obstetrisch geweld’ te blijven gebruiken en krijgt hierin steun uit binnen- en buitenland, onder andere van de International Confederation of Midwives (ICM).
Update KNOV: ontwikkeling richtlijnen en kwaliteitsdocumenten
Je ziet ze vast wel eens voorbijkomen: oproepen om deel te nemen aan een werkgroep voor de ontwikkeling van een kwaliteitsdocument. Of om commentaar te geven op een conceptrichtlijn. Dat vraagt de KNOV je niet zomaar: richtlijnen en andere kwaliteitsdocumenten moeten aansluiten bij de behoeften van verloskundigen, de nieuwste inzichten en de actuele vraagstukken uit het dynamische werkveld. Zo ontwikkelen we samen praktische handvatten om de kwaliteit van de verloskundige zorg hoog te houden.
Dit jaar werd en wordt gezamenlijk gewerkt aan de volgende kwaliteitsdocumenten, waarbij de KNOV penvoerder is:
In ontwikkeling
• MDR Anemie
• MDR Screening en preventie foetale groeirestrictie
• Standpunt Intermitterende auscultatie
• Standpunt Baringshoudingen
• Handreiking Begeleiding door de verloskundige bij perinatale sterfte
Afgerond
• Februari 2024: Factsheet Bewegen in de zwangerschap
• Juli 2024: Handreiking Omgaan met baringspijn
• Oktober 2024: Handreiking Echografie bij plaatsing en nacontrole IUD
• Oktober 2024: Herziening MDR Hypertensie aandoeningen
• December 2024: Standpunt Preventie vroeggeboorte
Leidraad Verloskundige zorg buiten de richtlijnen
Op 14 november jl. stemden de leden van de NVOG tijdens hun Algemene Ledenvergadering tegen de autorisatie van de leidraad Verloskundige Zorgvragen buiten de richtlijnen. De KNOV heeft deze leidraad wel geautoriseerd. Bij het naar de drukker gaan van dit tijdschrift is ze in gesprek met de NVOG. Houd de website en de platforms van de KNOV in de gaten voor meer updates.
Verloskundige beroepsidentiteit: een weg uit de huidige professionele identiteitscrisis?
Tekst: Alieke de Roon-Immerzeel en Suzanne Thompson, 2024-3
Al eeuwen heeft de verloskundige een bijzondere positie in de Nederlandse geboortezorg. Met een lang verworven maatschappelijke positie was de verloskundige samen met de huisarts de hoeksteen van de eerstelijnszorg. Hierdoor heeft de fysiologische verloskunde in Nederland zich kunnen ontwikkelen tot een sterk, zelfstandig ambacht, dat vanuit de eerste lijn ook de weg naar de ziekenhuizen vond. In het recente verleden heeft de Nederlandse verloskundige, met haar expertise in de fysiologische geboortezorg en professionele autonomie, als inspiratiebron gefungeerd voor verloskundigen wereldwijd. Landen zoals Canada en Nieuw-Zeeland hebben bij het opnieuw vormgeven van hun geboortezorg de Nederlandse verloskunde als voorbeeld gebruikt. Hoe worden wij weer onze eigen inspiratiebron? Binnen de KNOV gaan we aan de slag met het verwoorden en vormgeven van onze verloskundige beroepsidentiteit. Zodat we weer weten waar we voor staan en dat samen uitdragen!
Een citaat, toegeschreven aan Mark Twain, luidt: ‘When the world ends, I’ll go to the Netherlands because there, everything happens 50 years later’. Dit citaat zouden we zo kunnen toepassen op de ontwikkelingen in de verloskunde in het huidige tijdperk. Landen als Canada en Nieuw-Zeeland ontdekken (of herontdekken) de waarde van de verloskundige met haar unieke kijk op de fysiologische geboortezorg, terwijl het in Nederland lijkt alsof deze waarde uit het oog is verloren: een situatie waarin vele landen zich vijftig jaar geleden bevonden. De discussie over het verloskundige vak in de afgelopen jaren – waaronder die over de veiligheid van de geboortezorg na de publicatie van de Europeristat-data en de ‘Don’t try this at home’-achtige krantenkoppen – heeft grote invloed gehad op deze situatie en daarmee onze maatschappelijke positie. Maar als beroepsgroep moeten we ook de hand in eigen boezem steken. De tegengeluiden die trachtten het verloskundige perspectief bespreekbaar te maken en deze maatschappelijke discussie te beïnvloeden, ontvingen te weinig bijval van ons allemaal, zowel als leden als de KNOV landelijk.
'Bij de ontwikkelingen in de inhoud en organisatie van ons vak is een sterke beroepsidentiteit nodig'

Dynamische ontwikkeling
De Nederlandse geboortezorg heeft zich daarnaast in de afgelopen jaren dynamisch ontwikkeld. Zo is het aantal klinisch verloskundigen sterk toegenomen, waardoor de fysiologie ook in medische setting beter bewaakt en bevorderd kan worden. We hebben daarnaast verschillende aspecten van de zorg naar ons toe getrokken, zoals preconceptiezorg, counseling, anticonceptie en antenatale CTG’s. Ook zijn we meegegaan in het vormgeven van integrale geboortezorg, hoewel we daar ironisch genoeg nog geen eenduidige definitie van hebben. Bij deze ontwikkelingen in de inhoud en organisatie van ons vak
is een sterke beroepsidentiteit nodig om onderscheidend te kunnen werken vanuit de eigen beroepsnormen en waarden. Wat verloskundigen onderscheidend maakt ten aanzien van andere professionals in de geboortezorg, is de rol als ‘hoeder’ van de fysiologische benadering van de zwangerschap, baring en kraamperiode. Dit ambacht is onze core business, ons bestaansrecht als verloskundigen.
Regie herpakken
Op de ontwikkelingen van de laatste – bewogen – jaren hebben we niet altijd voldoende invloed gehad. We kunnen stellen dat dit heeft geleid tot een soort identiteitscrisis. Hebben we eigenlijk nog goed scherp wat onze waarde is en waar we voor staan? Immers, de beroepsgroep zonder sterke beroepsidentiteit loopt het gevaar dat anderen die (voor haar) invullen. Dat moeten we voorkomen en daarom moeten we aan de slag en de regie herpakken! Dat is wat het project ‘Verloskundige Beroepsidentiteit’ beoogt: samen met het werkveld, bestuur en KNOV-bureau onze beroepsidentiteit onderzoeken en vaststellen. Dit pad zijn we al met elkaar gaan belopen in 2022. Het huidige KNOV-bestuur is gekozen vanwege een gezamenlijk gevoelde urgentie dat verloskundigen in Nederland hun unieke status kwijtraken en dat collega’s hun beroepsidentiteit zeker voelen en gemakkelijk aanboren, maar moeilijk kunnen uitdragen. Het aantreden van het bestuur en de vele gesprekken met collega’s in het land, gesprekken met externen en input van verloskundigen tijdens Algemene Ledenvergaderingen, ledendagen en webinars hebben deze urgentie bevestigd. Deze bijeenkomsten maakten bovendien duidelijk dat we taal nodig hebben om ons verhaal te vertellen. Die urgentie en de kracht van taal gaan we inzetten om de beroepsidentiteit van de Nederlandse verloskundige te beschrijven en vast te stellen, zodat we de regie pakken en het tij kunnen keren.
'Dat is wat het project beoogt: samen met het werkveld, bestuur en KNOV-bureau onze beroepsidentiteit onderzoeken en vaststellen'

Aan de slag
In de komende maanden gaat een projectgroep hiermee aan de slag. Ondersteund door het KNOV-bureau levert een diverse groep collega’s uit de beroepspraktijk, het verloskundige onderwijs en wetenschap, expertise en input om de beroepsidentiteit op de zorginhoud en op onze wettelijk verankerde rol als poortwachter te beschrijven. In 2025 gaan we ook kijken naar randvoorwaardelijke aspecten waar onze identiteit van invloed is: samenwerkingsvormen, bekostiging en technologie.
Bredere input
Een bredere input van KNOV-leden is onmisbaar. Daarom staan we tijdens de Ledendag op 13 september stil bij dit project. Daarnaast zullen we via de platforms om input vragen. En tijdens de KNOV-tweedaagse op 13 en 14 maart 2025 (save the date!) presenteren we de eerste opbrengsten van dit project. De uiteindelijke vorm moet nog worden bepaald: een reeks boeken, een podcast, film, webinar of nog iets anders. Ook daar krijgen we graag input op. Hoe dan ook, onze herontdekkingstocht naar wie we zijn als verloskundigen, de weg uit de huidige identiteitscrisis, moet geen product worden dat stof vergaart, ergens in een lade. Onze beroepsidentiteit moet zichtbaar worden, zodat de aandacht voor de fysiologische benadering, het ambacht van het verloskundige vak, als rode draad loopt door de zorg die we leveren, door het verloskundige onderwijs en door de verloskundige wetenschap die ons beroep onderbouwt. Het beschrijven en vaststellen van onze beroepsidentiteit legt een stevig fundament voor de toekomst. Een fundament waar onze unieke waarde als hoeders van de fysiologie – ongeacht de setting waarin we werken – geborgd is voor de toekomst.
Bronnen:
- Marland H. Questions of Competence: The Midwife Debate in The Netherlands in the Early 20th Century. Medical History. 1995; 39:317-37
- Cahill HA. Male appropriation and medicalization of childbirth: an historical analysis. Journal of Advanced Nursing. 2001; 33(3):334-42
- Thompson SM. Increasing Self-Efficacy in Student Midwives -for Physiological Childbirth. 2020. Accessed 26th July 2024. Increasing self-efficacy in student midwives for physiological childbirth: The design and development of a midwifery education initiative - the ESSENTIAL programme — Maastricht University; Introduction; pp 13.
- International Confederation of Midwives. ICM Core Document. Philosophy and Model of Midwifery Care. Den Haag: ICM; 2014
- Hercelinskyj G, Cruikshank M, Brown P, Phillips B. Perceptions from the front line: Professional identity in mental health nursing. International Journal of Mental Health Nursing. 2014;23(1):24-32.
Barbara Kwast door de KNOV tot erelid benoemd
Tekst: Barbara Kwast, 2024-3
Ereleden zijn leden die een bijzondere bijdrage hebben geleverd – en soms nog steeds leveren – aan het vak van verloskundige en de vereniging. Tijdens de ledenvergadering van de KNOV op vrijdag 28 juni 2024, maar liefst 60 jaar na haar afstuderen en een leven waarin zij het vak wereldwijd uitoefende, viel die eer toe aan Barbara Kwast. Hieronder haar dankwoord.
Geachte leden van het bestuur van de KNOV, mevrouw Marieke Smith, mevrouw Maaike van Rijn en mevrouw Alieke de Roon, geachte heer Job Paulus, directeur bureau KNOV en staf, geachte collega-verloskundigen, geachte aanwezigen. 2024 is een bijzonder jaar voor mij. Zestig jaar geleden, in 1964, ben ik afgestudeerd als verloskundige in Londen en rond mijn 85e verjaardag verleden jaar, heb ik mijn laatste bevalling mogen begeleiden in Ethiopië. Toen ik dit jaar op mijn verjaardag werd gebeld door mevrouw Maaike van Rijn, dat de KNOV van plan was om mij erelid te maken, kon ik mij geen mooiere verrassing voorstellen!
Vandaag is een ontroerende dag. Ik waardeer ten diepste de eer om bij de ereleden van de KNOV te mogen horen. Ik ben blij en vereerd met dit erelidmaatschap, wetende dat er vele anderen die met mij gewerkt en mij ondersteund hebben in mijn carrière in deze eer mogen delen. Na 20 jaar, vanaf 1965, te hebben gewerkt en verloskundigen en artsen opgeleid te hebben in Malawi, Nigeria en Ethiopië, en in Engeland te promoveren op moedersterfte in Ethiopië, kwam ik in 1986 bij de WHO en stond ik aan de wieg van het mondiale Safe Motherhood Initiative dat in februari 1987 in Nairobi gelanceerd werd om de moedersterfte met 75 procent terug te dringen in 2000.

Het bijzondere was dat in augustus 1987 de eerste pre-congress workshop van ICM, WHO en UNICEF plaatsvond – voor het 21e congres van de International Confederation of Midwives (ICM) in Den Haag – waarbij wijlen erelid KNOV, mevrouw Ali Lems zich inzette voor de organisatie namens de Nederlandse Organisatie van Vroedvrouwen.
Naar aanleiding van dit congres stond er een artikel in het NRC op 26 augustus 1987 getiteld: Vroedvrouwen zetten zich in voor collega’s in de derde wereld. Wijlen KNOV-erelid mevrouw Filippa Lugtenburg was toen de Nederlandse gastvrouw en presidente. Zij vergeleek in haar welkomstspeech het verloskundig scenario in ontwikkelingslanden met dit in westerse landen. De moedersterfte wereldwijd was toen tussen 500 en 1.000 per 100.000 levende geboortes – elke minuut stierf er een vrouw ergens op de wereld voor, tijdens of na de bevalling. In 2020 zijn dat 223 vrouwen per 100.000 levende geboortes en sterft er wereldwijd een vrouw elke twee minuten.

In 1987 beviel 34 procent van de vrouwen in Nederland thuis. In 2023 was dat 14 procent, maar over de gehele linie zijn verloskundigen betrokken bij 70 procent van alle bevallingen, omdat velen als klinisch verloskundige werken. Mevrouw Lugtenburg uitte in 1987 haar zorg over misbruik van medische apparaten bij klinische bevallingen.
Toen ik – na 35 jaar afwezigheid – in 1995 terugkwam naar Nederland, bleef ik betrokken bij internationaal werk en was ik ook betrokken bij het opzetten van de Hamlin College of Midwives in Addis Ababa in 2007, waar ik tot 2012 lesgaf in emergency obstetric care aan student-verloskundigen in een ruraal ziekenhuis.
Toch wilde ik ook graag meer ervaren van het werk van Nederlandse verloskundigen en ik mocht meekijken in de praktijken van Angela Verbeeten, Simone Valk en haar initiatief van Proactive Support of Labor en het Thuismonitoring-project voor hoog-risico zwangeren waarvan Marianne Sanders coördinator was. Van Franka Cadée heb ik over het Nederlandse Twinning-project geleerd. Ik ben haar daar heel dankbaar voor, evenals vele anderen die ik hier niet allen kan noemen.

'Er is veel werk gedaan en nog veel te doen'
Tussen 1965 – toen ik voor het eerst naar Malawi vertrok – en 2024 is er veel positiefs gebeurd op mondiaal gebied met betrekking tot sexual and reproductive health and rights en in de wereld van verloskunde. Wanneer vrouwen in hun reproductieve leven echte keuzes kunnen maken door informatie en empowerment, dan kunnen ze ook de juiste beslissingen nemen voor zichzelf, voor hun families, hun gemeenschappen en hun landen. Maar er is nog veel werk te doen en de KNOV zal nationaal en internationaal haar actieve bijdrage leveren. Zij doet dit al via midwives4mothers en andere initiatieven om ook de positie van verloskundigen internationaal te verstevigen. Nederland heeft nu vier verloskundigen die professoren zijn. De recente oratie van professor Ank de Jonge is een inspiratie. Ja, Ubuntu. Ik ben trots dat ik erelid mag zijn van de KNOV en wens de jongere generatie alle inspiratie en moed om hun droom voor vrouwenrechten en gezondheid te verwezenlijken en de beroepsgroep van verloskundigen te ondersteunen, bemoedigen en verstevigen.
Dank u wel. Vertaald in Malawi: zikomo kwambiri, In Ethiopië: amezegenalehu, en in Tanzania: asante sana.’
Barbara E. Kwast
Erelid KNOV
Update
Tekst: VRHL Content en Creatie, 2024-3
Herziening Kwaliteitsregister Verloskundigen
Het Kwaliteitsregister Verloskundigen wordt herzien. In samenwerking met een onderzoeksbureau is een grondige evaluatie uitgevoerd, waaraan bijna 300 verloskundigen hebben deelgenomen. We gaan voor een stevige herziening, we willen echt iets anders doen, samen met jullie. De ambitie van de KNOV is een Kwaliteitsregister dat bijdraagt aan de vorming, identiteit en beleving van één beroepsgroep. Een register waarin de verloskundige identiteit zichtbaar wordt, met (waar passend) ruimte voor differentiatie. Het register moet de kwaliteit van de beroepsbeoefening bevorderen vanaf het moment dat de opleiding is afgerond. Tot slot moet het een hulpmiddel zijn voor verloskundigen om hun bekwaamheid op peil te houden. Het verwezenlijken van deze ambitie is een meerjarentraject. In samenwerking met een werkgroep (gevormd door verloskundigen en het Bureau Kwaliteitsregister) starten we dit jaar met het verminderen van de ervaren (administratieve) lasten.
Geboortezorgpanel
Het Cliëntenpanel Geboortezorg, oftewel het Geboortezorgpanel, is een initiatief van Patiëntenfederatie Nederland. Via het Geboortezorgpanel vragen zij ervaringen en meningen van cliënten over onderwerpen en thema’s in de geboortezorg. Aan de hand van deze ervaringen en meningen kunnen organisaties in de geboortezorg de zorg verder verbeteren en nog beter aan laten sluiten bij de behoeften en wensen van de zwangere en haar partner. Het Geboortezorgpanel heeft bijna 1.500 leden en roept verloskundigen op om cliënten op het bestaan ervan te wijzen. De doelgroep betreft zwangeren, mensen die in de afgelopen vijf jaar zwanger zijn geweest of een kinderwens hebben. Zij willen graag groeien om nóg beter onderzoek te kunnen doen.
Neem deel aan de KNOV-Tweedaagse
Op 13 en 14 maart 2025 vindt een splinternieuw evenement plaats: de KNOV-Tweedaagse! Op dit moment is het tweedaagseteam druk bezig met het samenstellen van een boeiend programma met diverse sprekers en onderwerpen. Binnenkort wordt het hele programma bekendgemaakt en kunnen KNOV-leden zich inschrijven.
Dit kun je verwachten
De Tweedaagse vindt plaats bij hotel Mennorode, prachtig gelegen in de bossen rond Elspeet. Hier organiseert de KNOV twee dagen lang inspirerende en vakinhoudelijke lezingen, workshops én een feest. Ben jij verloskundige en lid van de KNOV? Zet deze dagen dan vast in de agenda, want dit wil je niet missen!