'Beoogde nieuwe zzp-wet geen abc’tje'

Tekst: VRHL Content en Creatie, 2023-4

Al langere tijd worstelen de arbeidsmarkt en de overheid met het verduidelijken van de arbeidsrelatie tussen zzp’ers en hun opdrachtgevers. Dat geldt ook in de verloskundigenpraktijk. Begin oktober dit jaar verscheen het langverwachte zzp-wetsvoorstel dat meer duidelijkheid moet bieden. Of die duidelijkheid er hiermee daadwerkelijk komt, is nog de vraag…   

Wil je als opdrachtgever en zzp’er zelfstandig samenwerken, dan moet je beoordelen dat er geen sprake is van een dienstbetrekking. Is daar wél sprake van, dan heb je een arbeidsovereenkomst met elkaar. Ook de wet DBA (deregulering beoordeling arbeidsrelaties), die sinds 2016 van kracht is, geeft niet altijd de gewenste duidelijkheid over het beoordelen van de samenwerkingsrelatie. Eerder dit najaar publiceerde minister Van Gennip het wetsvoorstel ‘Verduidelijking beoordeling arbeidsrelatie en rechtsvermoeden’.  Komt er dan nu meer duidelijkheid? Erik van Dam van VvAA noemt de beoogde nieuwe wet ‘geen abc’tje voor de zzp’er’.    

Onderdeel van breder zzp-plan 

Het wetsvoorstel is onderdeel van een meeromvattend zzp-plan en is bedoeld om de balans in het werken met en als zelfstandige(n) te herstellen. Dit plan is óók onderdeel van het totale arbeidsmarktbeleid van het demissionaire kabinet. In het zzp-plan staan ook de onderdelen: 

Een gelijker speelveld creëren voor werknemers en zelfstandigen
Hierbij gaat het bijvoorbeeld om de afbouw van fiscale voordelen voor zzp’ers en maatregelen voor arbeidsongeschiktheid en pensioen.   

De handhaving op schijnzelfstandigheid verbeteren
De afgelopen jaren controleerde de Belastingdienst bijvoorbeeld niet of nauwelijks in de praktijk; er was sprake van een ‘handhavingsmoratorium’.   

Modelovereenkomsten voor ­verloskundigen    

Of er sprake is van een dienstbetrekking of niet toets je op basis van drie criteria: loon, arbeid en werkgeversgezag. Het gaat vooral om het ­laatste: werkgeversgezag. Het blijkt echter niet eenvoudig om dat vast te stellen. Om vooraf houvast te geven trok de KNOV samen met de VvAA op om zogenoemde model­overeenkomsten te ontwikkelen en beschikbaar te stellen. De Belastingdienst heeft deze modellen positief beoordeeld voor het werken buiten ­dienstbetrekking. De modelovereenkomst biedt geen ‘automatische’ vrijwaring van een arbeidsovereenkomst. Erik: ‘Werk altijd volgens de bepalingen die in het contract staan. Uiteindelijk bepalen feiten en omstandigheden of er wel of geen sprake is van een dienstbetrekking.’

Het milde regime    

Erik geeft aan dat sinds de invoering van de wet DBA er niet direct is gehandhaafd in de zin van controle en directe sanctionering. ‘Ik noem de ­huidige situatie het ‘milde regime’. Dat betekent dat de Belastingdienst eerst langsgaat bij een praktijk voor een gesprek en kop koffie. Als de koffie naar een dienstbetrekking ruikt, kunnen ze een boekenonderzoek starten. Leidt dat tot de conclusie dat er wel degelijk sprake is van een dienstbetrekking, dan krijg je nog even de tijd om de relatie die je met elkaar hebt op een andere manier vorm te geven. Maar als je na drie maanden daar nog niets mee hebt gedaan, dan volgen er alsnog sancties.’  

Volledige handhaving op de beoordeling van de arbeidsrelatie wil het kabinet pas hervatten als er duidelijkheid is over regelgeving en er een gelijker speelveld is tussen werknemer en zzp’er. Het doel is om per 1 januari 2025 het handhavingsmoratorium op te heffen, tot die tijd geldt het milde regime.  

Wetsvoorstel geen abc’tje    

Terug naar het nieuwe wetsvoorstel voor de ver­duidelijking van de arbeidsrelatie. Het voorstel lijkt met het beoordelingskader voor het wel of niet in dienstbetrekking werken op het eerste gezicht een eenvoudig handvat te bieden. De onderliggende indicaties en weging blijven echter voer voor ­discussie. In de kern beschrijft het wetsvoorstel de beoordeling ‘werken in dienst van’ op een schijnbaar mathematische wijze, waarbij:    

A Werkinhoudelijke aansturing
In hoeverre de opdrachtgever de mogelijkheid heeft om instructies te geven hoe de opdracht moet worden uitgevoerd.  
B Organisatorische inbedding
In hoeverre de functie of de zzp’er is ingebed in de organisatie van de werkverschaffer.  
C Werken voor eigen rekening en risico
De indicaties die juist op zelfstandigheid in de arbeidsrelatie wijzen.  

Ligt het zwaartepunt bij de hoofdelementen die gaan over gezag (A+B)? Dan is er sprake van een arbeidsovereenkomst. Ligt het zwaartepunt bij C, dan is de zzp’er daadwerkelijk zelfstandig. En ligt het in het midden? Pas dan wordt bekeken hoe de zzp’er zich ook buiten de betreffende arbeidsrelatie in economische zin (als ondernemer) gedraagt, ook wel ‘C+ genoemd.   

Wat het wetsvoorstel lastig maakt voor de zorg, is de discussie of werken conform de geldende richtlijnen en protocollen gezien moeten worden als werkinhoudelijke aansturing en/of organisatorische inbedding. Of dat dit beroepsnormen zijn en daarmee weinig zeggen over de gezagsrelatie tussen de samenwerkende partijen. Worden richtlijnen en protocollen aangemerkt als indicatie voor ­werkinhoudelijke aansturing of organisatorische inbedding, dan is zzp’en in de zorg praktisch ­onmogelijk en verdwijnt de zo benodigde smeeroliefunctie in de zorg.   

‘Denk eens na over waar je over vijf jaar wilt staan’

Erik van Dam is sinds 2014 senior-adviseur kennismanagement bij VvAA, een vereniging waarbij meer dan 130.000 zorgprofessionals zijn aangesloten, waaronder een groot deel van de praktijkhoudende verloskundigen. Samen met ruim 700 collega’s ondersteunt hij de leden met advies op onder meer bedrijfskundig, financieel, juridisch en verzekeringsgebied.
Arbeidsovereenkomst geeft meer duidelijkheid    

‘Jaarlijks doe ik onderzoek onder praktijkhouders die met zzp’ers werken’, merkt Erik op. ‘In de ­resultaten is te zien dat eigenaren van verloskundigen­praktijken meer dan gemiddeld aangeven dat ze geregeld op structurele basis met zzp’ers werken. Dat is wel opvallend. Daarmee lijkt de arbeids­overeenkomst wat uit beeld geraakt. Maar in situaties die naar ‘schijnzelfstandigheid’ neigen – en die zijn er best – kan het ook voordelen hebben als je als werkgever-werknemer verder gaat werken. Je hebt dan meer duidelijkheid, rust en langetermijn­perspectief. Een praktijkhouder kan aangeven dat hij in z’n praktijk een bepaalde kant op wil en vraagt of z’n medewerker daar ook een rol in wil hebben. Aan een zelfstandige kun je dat niet vragen, want dat gaat al meer richting dienstbetrekking.’   

Maak nú een plan    

Of het wetsvoorstel daadwerkelijk een wet wordt, is gezien alle maatschappelijke discussie erover nog maar de vraag. Hoe dan ook is het belangrijk om van tijd tot wijlen de onderlinge samenwerkings­relatie met elkaar te evalueren. 

 Denk eens na over waar je over vijf jaar wilt staan, is de tip van Erik. ‘Bekijk met elkaar de praktijk van bovenaf en maak een plan. Vraag je af hoe je met elkaar samenwerkt en hoe zich dat de komende jaren kan ontwikkelen. Zou de zzp’er wellicht een goede toekomstige of mede-eigenaar kunnen zijn? Zou je je als zzp’er willen verbinden aan die praktijk? Mijn advies is om daar nu mee te beginnen, in alle rust. Anders moet je snel reageren als op 1 januari 2025 de sanctionerende handhaving weer ­opgepakt wordt. ‘En snel reageren bij langetermijnbeslissingen, zou ik sowieso niet aanraden.’    


Een eigen praktijk starten

Tekst: VRHL Content en Creatie, 2023-2

Sommige verloskundigen maken hun eigen ondernemersdroom waar, anderen krijgen dé kans om een praktijk over te nemen. Wat komt er kijken bij het starten van een praktijk? We vragen het Walter Schaap van MBV, financieel specialist voor verloskundigen. Hij heeft dagelijks contact met verloskundigen door het hele land. 

Walter Schaap rondde in 2001 de hbo-opleiding Commerciële Economie af. Hij kwam er al snel achter dat hij meer affiniteit had met ‘advies’ dan met ‘verkoop’ en volgde in de avonduren de opleiding tot register belastingadviseur. Inmiddels is hij zes jaar mede-eigenaar van MBV.
Een eigen praktijk starten, waar begin je?

‘Een dooddoener misschien, maar het begint toch écht met een ondernemingsplan. In eerste instantie om voor jezelf je plannen op papier te zetten. En als je dat samen met iemand doet, wordt het meestal alleen maar beter. Het financiële plaatje, met een goed onderbouwde prognose, is belangrijk om een bank ervan te overtuigen dat je je financiële verplichtingen kunt nakomen. Op zo’n moment kun je bijvoorbeeld een partij als MBV aanhaken. De kosten kunnen we samen vrij aardig inschatten, afhankelijk van de situatie. Opbrengsten zijn lastiger te bepalen. Start je helemaal nieuw? Dan is het een slag in de lucht. In zo’n situatie ben ik er voorstander van om verschillende scenario’s door te rekenen; op basis van bijvoorbeeld tien, twintig of veertig cliënten per maand.’ 

Wat zijn de voor- en nadelen?

‘Een voordeel is de autonomie die je krijgt; de mogelijkheid om ondernemer te zijn. Een ander voordeel ligt op het financiële vlak. Als ondernemer verdien je, plat gezegd, meer geld. Maar daar tegenover staat ook de werkdruk. De verhouding tussen werk en privé is vaak uit balans; alle regeldruk, vergaderingen, waarnemers die ziek worden of uitvallen. Als eigenaar ben je eindverantwoordelijk. Dus voordelen liggen vooral op het financiële vlak. Het is uitdagend om een eigen praktijk te hebben. Je moet het écht willen om het goed vol te kunnen houden en ook nog een privéleven te hebben. Bereid je goed voor en realiseer je wat het betekent om praktijkeigenaar te zijn.’

En als je een praktijk overneemt, hoe bepaal je dan de overnamesom?

‘Ga je uit van een bestaande praktijk, dan is de historie waar je op voort kunt borduren belangrijk, in combinatie met de ideeën van de nieuwe eigenaar. Wij spelen daarin een adviserende rol en laten zien wat een overname voor het inkomen kan betekenen, rekening houdend met alle investeringen, financiering én goodwill. Er wordt wel gezegd: ‘Goodwill is wat de gek ervoor geeft’. Dat is deels waar, maar in verloskundigenland is die stelling iets minder waar. Er bestaat een richtlijn om de overnamesom, zoals dat formeel heet, te berekenen. Door het vervolgens door te rekenen naar de persoonlijke situatie, kun je de keuze onderbouwen om financieel gezien wel of niet een praktijk te starten.’


'Dé kans om onze droom te realiseren'

Tekst: VRHL Content en Creatie, 2023-2

Toen verloskundigen Zehra Koylu en Sabina Luijk de kans kregen om een cliëntenbestand over te nemen, gingen ze ervoor. Samen runnen ze Carmenta Verloskundig Centrum in Den Haag. 

Zehra Koylu werkte twaalf jaar bij verschillende praktijken in Den Haag. ‘Het vak heeft mij altijd geïnspireerd. Ik vind het zo’n mooi beroep. We zijn bij de allerintiemste momenten. Dat we daar deel van uit mogen maken en dat we mensen daarin kunnen begeleiden, dat vind ik écht super.’ Sabina Luijk werkt al bijna twaalfenhalf jaar in de verloskunde. Haar eindstage deed ze bij Marga Kortekaas en Kirsten Heetkamp, wiens praktijk ze over-genomen hebben. Daar werkte ze al samen met Zehra. ‘Van jongs af aan had ik al een fascinatie voor zwangerschap, bevallingen en baby’s. Je had toen al die tv-programma’s over verloskundigen. Zo is het gegroeid.’
Wat was voor jullie de drijfveer om de praktijk over te nemen?

Sabina: ‘Het kwam op ons pad toen de maatschap waar we allebei werkten besloot te stoppen. We kregen de kans het cliëntenbestand over te nemen en onze eigen praktijk daaromheen te bouwen. We kennen elkaar al lang, kunnen op elkaar bouwen en liggen op één lijn. Voor ons was het een mooie kans om onze droom te realiseren. Om te beginnen hebben we samen veel gesprekken gevoerd over onze samenwerking en visie op de praktijk. Als je merkt dat je dezelfde waarden deelt, ga je over het zakelijke gedeelte praten, zoals over de overnamesom en over het vormgeven van de maatschap. We hebben Walter van MBV er al vroeg bij betrokken. Het was fijn om zijn expertise erbij te hebben. Een collega van hem hielp ons bij het opstellen van het maatschapscontract.’

Hoe kijken jullie aan tegen het aspect ‘ondernemen’?

Zehra: ‘Ik heb nu veel meer verantwoordelijkheid en kan mijn eigen ideeën direct inbrengen. Meestal zitten Sabina en ik op dezelfde lijn en zo niet, dan kunnen we heel goed compromissen sluiten. Bovendien is het gewoon heel gaaf, je eigen praktijk runnen!’ Sabina sluit zich daarbij aan: ‘Ik leer elke dag weer nieuwe dingen!’

‘Het is heel gaaf, je eigen praktijk runnen!’


Hoe vinden jullie de balans tussen werk en privé? 

Zehra: ‘Op de eerste plaats hebben we allebei fijne partners. Ze weten wat onze droom is en staan ons te allen tijde bij. Daarnaast moet je goed je prioriteiten stellen en soms werk uit handen geven. Voor het sturen van ­declaraties naar verzekeraars hebben we iemand die er alle verstand van heeft. Dat levert ons tijdwinst op. ­Bovendien hadden we van begin af aan het plan om er twee fijne collega’s bij te vinden en dat is gelukt.’

Hebben jullie plannen voor de toekomst?

Sabina: ‘We hebben veel wilde plannen, maar gewoonweg te weinig tijd. We willen wel steeds vernieuwen. Zo bieden we nu CenteringZwangerschap aan. Zo gaan we stap voor stap vooruit!’

Hoe stimuleer je de startende verloskundige om een eigen praktijk te beginnen?

Zehra: ‘Besef hoeveel tijd erin gaat zitten. Als je passie voor dit vak hebt, word je automatisch gestimuleerd om zélf te ondernemen. Ik zie vaak dat de nieuwe generatie meer hecht aan ‘weinig werken en veel verdienen’. Sabina en ik zijn allebei van het harde werken. Ook al werken we hard, we genieten van elke bevalling. Ik merk weleens dat een collega in de nachtdienst vergeet te genieten van het feit dat er een mooi kindje op de wereld is gezet. Dat mentale deel speelt een grote rol bij het motiveren van de nieuwe generatie.’


‘Vraag je bij elke handeling af of je je bekwaam voelt’

Tekst: VRHL Content en Creatie, 2023-1

voor je beroepsuitoefening heb je vaardigheden nodig. Deze rubriek helpt je op weg. Dit keer juridische tips over de bevoegd- en bekwaamheden van verloskundigen. Twijfel je weleens over welke handelingen je wel of niet zelf mag uitvoeren? Of wat je juridische positie is als je een handeling verricht die je volgens de regels had moeten overleggen met de gynaecoloog? Dan ben je niet de enige. Annemarie Smilde, zelfstandig senior consultant gezondheidsrecht, adviseert dagelijks verloskundigen en andere zorgprofessionals op het gebied van bevoegd- en bekwaamheden. ‘Consulteer bij twijfel altijd een collega.’

Bekwaamheid en bevoegdheid

‘Bekwaamheid gaat om wat je allemaal kan’, vertelt Annemarie. ‘Daar zijn kennis, ervaring en vaardigheden voor nodig. Naast je BIG-registratie, opleidingen, nascholing en werkervaring zijn ook persoonlijke omstandigheden of de complexiteit van het geval van belang voor deze bekwaamheid. Zo is een verloskundige in het algemeen bekwaam om een fysiologische partus te begeleiden. Maar dat kan anders zijn als de verloskundige bijvoorbeeld na langdurige afwezigheid zich nog niet in staat acht om zelfstandig bevallingen te doen. Het is in zo’n situatie aan de verloskundige om tijdig maatregelen te nemen, bijvoorbeeld door een collega om ondersteuning te vragen of de cliënt door te verwijzen. Mijn advies: ga altijd bij jezelf na of je je bekwaam voelt, zeker als je minder ervaring hebt of als je te maken hebt met een voor jou nieuwe situatie. Bevoegdheid gaat over de vraag of je bepaalde handelingen mag uitvoeren. Bekwaamheid is een voorwaarde voor bevoegdheid, maar niet de enige: om een handeling te verrichten is ook vereist dat die tot het deskundigheids­gebied van de verloskundige behoort.’

Deskundigheidsgebied bepaalt bevoegdheid

Het verloskundig deskundigheidsgebied is beschreven in een Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB). ‘Hierin staat welke handelingen de verloskundige zelfstandig mag verrichten, namelijk als die gericht zijn op het bevorderen en bewaken van het natuurlijke verloop van de zwangerschap, de bevalling en het kraambed. Het behoort volgens de AMvB tot de deskundigheid van de verloskundige om op basis van een risico-taxatie te bepalen wanneer zij een arts moet inschakelen. Ook het begeleiden en adviseren van een cliënt valt hieronder. Zo zal een eerstelijnsverloskundige, die aanwijzingen heeft voor een foetale groeivertraging, moeten nagaan of zij de cliënt zelf mag begeleiden of dat het consulteren van de tweede lijn nodig is.’

Laag- en midrisico cliënten

‘De wet zelf geeft niet aan waar de grens van het deskun­dig­heidsgebied van de verloskundige ligt. Tot juli 2021 werd aangenomen dat het deskundigheidsgebied van eerste- en tweedelijnsverloskundigen zich beperkte tot zogeheten laagrisico cliënten. Dat betekende dat verloskundigen in ziekenhuizen niet zelfstandig bevoegd waren tot het verlenen van zorg. Daar hebben zij immers altijd te maken met mid- of hoogrisico cliënten. In juli 2021 heeft de minister een einde gemaakt aan deze onduidelijkheid: het deskundigheidsgebied van verloskundigen is niet gekoppeld aan de eerste lijn, maar aan risicocategorieën. In de praktijk betekent dit dat alleen eerstelijnsverloskundigen bevoegd zijn met betrekking tot laagrisico cliënten en tweedelijns verloskundigen ook zelfstandig bevoegd zijn in de ziekenhuissetting.'

‘Bekwaamheid is niet voldoende voor de bevoegdheid van een verloskundige’

Annemarie Smilde, zelfstandig consultant gezondheidsrecht is ooit als advocaat opgeleid, maar adviseert nu verloskundigen en andere zorgprofessionals op het gebied van gezondheidsrecht. Daarnaast is ze docent bij diverse opleidingen voor zorgverleners, zoals de Academie Verloskunde Maastricht.
Grenzen deskundigheidsgebied

Hoe bepaalt een verloskundige of zij nog op haar deskun­digheidsgebied zit? ‘De Verloskundigen Indicatielijst (VIL) en andere richtlijnen, zoals die van de KNOV, geven aan wanneer een eerstelijnsverloskundige zelf een cliënt mag begeleiden en wanneer zij de tweede lijn moet consulteren of een cliënt moet verwijzen. Op regionaal niveau zijn deze regels ook vastgelegd in afspraken in VSV-verband. Een voorbeeld van een KNOV-richtlijn is de KNOV-standaard Hypertensie. De verloskundige in het ziekenhuis weet op basis van haar taakomschrijving en werkafspraken – de protocollen – in welke situaties zij de gynaecoloog moet inschakelen.’

Van richtlijnen en protocollen afwijken

‘Als een verloskundige het noodzakelijk vindt af te wijken van een richtlijn of protocol, mag zij dit doen. Als dit nodig is om schade te voorkomen, moet zij dit zelfs doen. Zij moet die beslissing dan wel kunnen onderbouwen en aan de hand van haar dossier kunnen verantwoorden. Wenst de cliënt zelf minder zorg dan volgens een richtlijn of protocol is aangewezen, dan moet de verloskundige de leidraad ‘Verloskundige zorg buiten richtlijnen’ volgen.’

Verruiming van de deskundigheid en bevoegdheid

De veranderde behoeftes van de cliënten, schaarste in de zorg en andere ontwikkelingen kunnen leiden tot aanpassing van het deskundigheidsgebied en de bevoegdheden. ‘Neem bijvoorbeeld het maken van een Antenataal CTG. Tot voor kort moesten cliënten hiervoor altijd naar het ziekenhuis. Sinds de inwerkingtreding van de KNOV-richtlijn ‘De Professionele standaard Antenataal CTG in de eerste­lijns verloskundigenpraktijk’ behoort deze handeling in bepaalde gevallen tot het deskundigheidsgebied van eerstelijnsverloskundigen, bijvoorbeeld bij cliënten met naderende serotiniteit. Uiteraard zijn alleen verloskundigen die bekwaam zijn, bevoegd dit CTG te verrichten.’ 

Soms is voor de uitbreiding van de bevoegdheid een besluit van de minister van VWS vereist. ‘Denk hierbij aan het klieven van tongriempjes bij pasgeborenen of het voorschrijven van bepaalde medicatie, zoals meclozine. Deze medicatie staat nu niet op de lijst van geneesmiddelen die verloskundigen mogen voorschrijven. Voordat de KNOV de minister kan verzoeken om de voorschrijf­bevoegdheid van verloskundigen uit te breiden, zal zij eerst samen met het NHG en de NVOG moeten beoordelen of het verantwoord is dat verloskundigen deze medicatie zelf voorschrijven. Daarna zullen er met de opleidingen afspraken gemaakt moeten worden over de aanpassing van de opleiding en het aanbieden van bijscholing.’ Dit kan echter een langdurig proces zijn.  


Veilig thuis: 'luister naar je onderbuikgevoel'

Tekst: VRHL Content en Creatie, 2022-4

Deze rubriek helpt ondernemers bij het runnen van hun praktijk. Dit keer tips voor het doen van een melding bij Veilig Thuis. Wanneer je als verloskundige een bedreiging ziet voor de gezonde ontwikkeling van een (ongeboren) kind is het belangrijk de meldcode te kennen en indien noodzakelijk, een melding te doen bij Veilig Thuis. Maar hoe pak je het aan? En wat kan Veilig Thuis voor verloskundigen betekenen? Eva Burgers en Henrique Sachse, maatschappelijk werker en vertrouwensarts bij Veilig Thuis Hollands Midden, hebben veel ervaring met meldingen over onveilige situaties voor zwangere vrouwen en pasgeboren baby’s.

Waarom verloskundigen een melding maken bij Veilig Thuis verschilt. ‘Dit kunnen ernstige kwesties zijn, zoals verslavingen of huiselijk geweld, maar ook als een zwangere vrouw regelmatig niet komt opdagen bij controles of ernstige psychische problemen heeft, kan dat reden zijn om een melding te doen’, vertelt Henrique. Eva vult aan: ‘Soms voelen verloskundigen aan dat iemand niet klaar is voor de geboorte van een kind, doen vrouwen zorgelijke uitspraken over de toekomst of de baby of is hun huis onhygiënisch. Dit kunnen allemaal redenen zijn om contact op te nemen met Veilig Thuis.’

Op tijd aan de bel trekken

Eva: ‘Omdat je met een zwangerschap gebonden bent aan een periode van negen maanden, is het extra belangrijk om op tijd contact op te nemen met Veilig Thuis. Vaak komen meldingen nu pas aan het eind van de zwangerschap bij ons binnen, omdat verloskundigen zwangere vrouwen de tijd willen geven om een bepaalde situatie aan te passen. Als dit uiteindelijk toch niet lukt, moeten wij op het laatste moment nog van alles regelen, wat de zwangere vrouw veel stress oplevert. Hoe eerder contact met ons wordt opgenomen, hoe meer wij iets kunnen betekenen.’

Melding leidt niet tot vertrouwensbreuk

‘We snappen dat het spannend is om melding te doen. Je zet toch een bepaalde relatie op het spel. Of bent bang dat je de situatie misschien overdrijft en van alles teweegbrengt. Maar als je je zorgen tijdig kenbaar maakt en laat weten dat je Veilig Thuis wilt inschakelen om te helpen, nemen ze dat meestal van je aan.’

‘Je intuïtie volgen en daarop reageren is bij deze kwetsbare groep superbelangrijk’

Eva Burgers, maatschappelijk werker bij Veilig Thuis. Doet huisbezoeken, voert onderzoek uit en geeft advies. Daarnaast is Eva onderdeel van het spoedteam waarbij meldingen binnen 24 uur een beoordeling moeten krijgen.
Oefenen met meldcode

‘En hoe lastig het soms ook is’, gaat Henrique verder, ‘als professional in de zorg ben je strafbaar als je ergens van de op de hoogte bent, maar niets doet. De overheid heeft het niet voor niets mogelijk gemaakt om je beroepsgeheim te verbreken in bijzondere omstandigheden en een melding te doen. Máár daar horen wel bepaalde voorwaarden en stappenplannen bij voor de zorgverlener. Zo moet je goed met de meldcode leren werken, wat best ingewikkeld is. Daarom adviseer ik verloskundigen die daar nog niet in thuis zijn om veel te oefenen, erover te praten met collega’s, scholingen te volgen en bij twijfel te overleggen met Veilig Thuis.’

Onderbuikgevoel volgen

Eva: ‘Krijg je bijvoorbeeld te maken met een alleenstaande moeder, iemand met een verstandelijke beperking of een vrouw die niets over haar thuissituatie wil vertellen? Dan weet je dat er uitdagingen liggen.’ Henrique: ‘Ga daarom altijd op huisbezoek, zodat je kunt aanvoelen hoe het er thuis aan toegaat. Let ook op de lichaamstaal van de zwangere vrouw. Hoe presenteert ze zich? Is ze ontspannen of gestrest? Stelt ze vragen? Maakt ze oogcontact? Luister naar je onderbuikgevoel en vraag door als iets niet goed voelt.’

Prenataal Huisbezoek JGZ

‘Sinds juli 2022 is ook het Prenataal Huisbezoek door de JGZ voor zwangere vrouwen in kwetsbare situaties van kracht’, gaat Henrique verder. ‘Dit bezoek heeft als doel: kennismaken, in gesprek gaan en vragen naar het verhaal van de aanstaande ouders. Om risico’s en kwetsbaarheid beter in te kunnen schatten voor de baby en een relatie aan te gaan met de ouders. Als verloskundige heb je deels dezelfde agenda, maar ben je ook verantwoordelijk voor de verloskundige zorg. Ik zie hier een win-winsituatie en niet een of-of in de huisbezoeken door de JGZ en verloskundige.’

‘Toen ik uitlegde dat Veilig Thuis bij dit soort cliënten een rol heeft, viel er een last van haar schouders’

Henrique Sachse, vertrouwensarts bij Veilig Thuis. Legt de verbinding tussen de medische sector en het sociale domein. Henrique is betrokken bij medische cliënten, overlegt met verloskundigen, artsen en ziekenhuizen, en adviseert maatschappelijk werkers.
Alles is bespreekbaar

Wat bespreek je als verloskundige nou wel of niet met een cliënt? Henrique: ‘Een kind zorgt voor zo’n grote verandering in iemands leven, dat je het recht hebt om door te vragen. Ook naar de thuissituatie, financiën, intimiteit of psychische klachten. Leg wel uit waarom je zoveel vragen stelt, dat je wil weten in wat voor situatie het kindje komt om op te groeien. Als je dit van begin af aan doet, wordt het ook makkelijker om later een eventueel probleem te signaleren en aan te kaarten.’

Belang van alertheid

Naast meldingen van verloskundigen naar Veilig Thuis toe, benadert Veilig Thuis hen ook, bijvoorbeeld als de politie of POP-poli een melding doet. Eva: ‘We laten dan weten dat een cliënt in een bepaalde situatie verkeert en dat de verloskundige daar rekening mee mag houden. Roep zo iemand extra op en wees heel alert. Ook als je zelf niet het gevoel hebt dat er iets speelt. Transparantie naar de zwangere vrouw staat hierbij voorop. En mocht er om wat voor reden dan ook geen contact zijn, dan laten we dat de verloskundige altijd weten.’

Grenzen aangeven

‘Ik sprak laatst een verloskundige’, zegt Eva. ‘Zij vertelde dat ze een drugsverslaafde cliënt had die bijna nooit langskwam. Ze maakte zich zorgen, maar wilde haar niet doorverwijzen naar de POP-poli, omdat ze bang was dat ze daar ook niet naartoe zou gaan en dat dan helemaal niemand zich meer over deze cliënt zou ontfermen. Maar dat is geen reden om een cliënt bij jezelf te houden. Toen ik uitlegde dat Veilig Thuis bij dit soort cliënten een rol heeft, viel er een last van haar schouders. Wij checken of ze na doorverwijzing naar de POP-poli gaat en zo niet, dan zal Veilig Thuis de nodige stappen zetten. Geef als verloskundige dus je op tijd je grenzen aan.’ 

Wat doet Veilig Thuis?

Veilig Thuis is het advies- en meldpunt voor huiselijk geweld en kindermishandeling en organiseert hiervoor hulp. Maatschappelijk werkers van Veilig Thuis gaan op huisbezoek, onderzoeken en beoordelen of er sprake is van een onveilige situatie en brengen advies uit over de te nemen stappen. Een (ander) sociaal of specialistisch team voert dat vervolgens uit. Dagelijks staan medewerkers klaar om (telefonisch) meldingen aan te nemen en adviezen te geven.


Een verloskundepraktijk voor en door islamitische vrouwen

Tekst: VRHL Content en Creatie, 2022-04

Bidaya, de praktijk van Loubna Lamkharrat in Antwerpen, is een van de weinige verloskundepraktijken in België waar alle verloskundigen een islamitische achtergrond hebben. Ook in Nederland zijn er maar weinig, terwijl er in beide landen wel veel moslims wonen. Loubna legt uit waarom haar kennis van islamitische gebruiken in haar praktijk waardevol is. 

Religie heeft altijd al een rol in mijn leven gespeeld, maar die rol is met de jaren ­groter geworden,’ legt Loubna uit. ‘Ik ben Marokkaans en heb islamitische ouders. Zij hebben mij de vrijheid gegeven om zelf te ­ontdekken wat religie voor mij betekent, maar al vrij jong ben ik mij meer in de islam gaan verdiepen. Daarnaast wist ik ook al jong dat ik vroedvrouw wilde worden. De verbinding tussen die twee dingen is eigenlijk uit nood ontstaan. Toen ik als verloskundige startte was ik de enige verloskundige in de praktijk met een andere huidskleur en een andere religie. Bij het afleggen van huisbezoeken aan gezinnen uit dezelfde cultuur of religie ontdekte ik twee dingen: ten eerste dat ik al meteen een bepaalde klik had met hen, en ten tweede dat ik ze kon helpen met bepaalde kennis die andere verloskundigen niet hadden. Ik merkte dat die gezinnen daar dankbaar voor waren. Ik werd geregeld door andere verloskundigen gebeld, met vragen over islamitische gebruiken. Dat was voor mij de reden om iets met die religieuze kennis te doen in mijn werk.’ 

Bekend met gebruiken

Loubna’s praktijk is zeker niet uitsluitend voor isla­mitische vrouwen. ‘Maar als je moslim bent kunnen wij je bijstaan bij specifieke vraagstukken, problemen en situaties. Denk bijvoorbeeld aan vragen over het islamitische perspectief op zwangerschapsafbreking. Maar ook aan vragen over borstvoeding – dat volgens het geloof een geboorterecht is – of opvoeding. Ook is het voor moslimgezinnen fijn om iemand over de vloer te hebben die bekend is met de vrij strenge regels over het contact tussen mannen en vrouwen die niet met elkaar getrouwd zijn. Ik hoor bijvoorbeeld weleens dat een verloskundige heel sociaal was ­richting de partner van een zwangere vrouw, en dat dat voor haar lastig was. Onze verloskundigen bewaren altijd wat afstand.’ 

Volgens de verzen

De islam is voor moslims een leidraad door het leven. ‘De overleveringen en Koranverzen informeren ons ook over de do’s en don’ts tijdens de zwangerschap, geboorte en borstvoeding. In de Koran is een duidelijke uiteenzetting over de geboorte van Isa (Jezus) te lezen. Uit de verzen is af te leiden welke bewegingen Maryam (Maria) maakte tijdens de bevalling en dat ze te allen tijde vertrouwde op de kracht en wijsheid van de Schepper. In voorbereiding op de bevalling laten we zien welke op de verzen gebaseerde houdingen de vrouwen kunnen aannemen en maken we ze wegwijs in de gebruiken. Zo krijgt een pasgeboren baby bijvoorbeeld een stukje dadel in zijn mond. Het is voor die vrouwen fijn dat ze dat soort dingen niet hoeven te benoemen en zij niet hoeven te verklaren waarom ze bepaalde dingen op een bepaalde manier willen.’ 

‘De vrouwen die hier komen kunnen zichzelf zijn, en ik ook’

Verbinden

Naast het feit dat de verloskundigen van Bidaya bekend zijn met islamitische gebruiken, weten ze ook vrouwen met een sociale kwetsbaarheid te verbinden met mensen die kunnen ondersteunen. Loubna ­vertelt: ‘Ik zie in mijn praktijk vrouwen die geïsoleerd zijn en weinig sociale contacten hebben, met name door een taalbarrière. Ook zijn er gezinnen die moeite hebben met administratie of die financiële problemen hebben. In het begin probeerde ik hen zelf te helpen, maar dat slokte me op een gegeven moment op. Ik heb daarom meegeholpen om vereniging op te richten waarin vrijwilligers nieuwe moeders en ­gezinnen op verschillende manieren ondersteunen.’

 ‘Jij snapt ons’

Loubna’s praktijk geeft haar voldoening. ‘Als je de enige bent in je omgeving met een andere religie kun je over bepaalde dingen niet goed praten, je voelt je anders. In mijn praktijk kunnen mijn cliënten zichzelf zijn, dat geeft rust. Ik krijg vaak te horen: jij snapt ons, ik ben blij dat ik je gevonden heb. Onze praktijk is inmiddels algemeen bekend en we krijgen positieve reacties, ook van collega’s. Ik hoop dat er meer van dit soort praktijken zullen komen. We moeten geregeld een patiëntenstop invoeren omdat het hier zo druk is!’  


Belangenbehartiging: ‘Kom beslagen ten ijs’

Tekst: VRHL Content en Creatie, 2022-03

Voor het runnen van een praktijk heb je ondernemersvaardigheden nodig. Deze rubriek helpt je op weg. Dit keer tips voor succesvolle belangenbehartiging. Binnen de verloskundigenzorg zijn samenwerkingsverbanden aan de orde van de dag. En er is een hoop om te doen. Want hoe behartig je je eigen belangen in een snel bewegende branche en een dynamische omgeving? Hans Oosterkamp, senior managing consultant bij Berenschot, heeft jarenlange ervaring in de zorgsector en deelt – vanuit zijn vakgebied en expertise – zijn visie. ‘Er zit een grote kwetsbaarheid op de praktijk als organisatiemodel.’ 

Samenwerken met andere partijen is nodig en dat doen verloskundigen elke dag. Soms is het zoeken naar een passende vorm. Hans Oosterkamp, die ook betrokken is bij het KNOV-project om de organisatiegraad binnen de verloskunde te vergroten, geeft aan hoe belangrijk het is te beginnen om de feiten eerlijk onder ogen te zien. ‘Verloskundigen zijn als beroepsgroep onvergelijkbaar; ze zijn prettig bevlogen en komen meteen in actie. Ze zijn praktisch ingericht en staan dag en nacht klaar voor de zwangere vrouw. De andere kant is datals er in Den Haag of elders in de omgeving iets verandert, ze daar soms heftig op reageren. ‘Zo kunnen wij ons werk niet doen’, hoor je dan vol vuur terug. Maar vaak ontbreekt er dan een essentiële stap in hun eigen afweging en belangenbehartiging.’

'Als je dezelfde boodschap uitdraagt, dan kan de buitenwereld daar veel beter op acteren'

Hans Oosterkamp studeerde af als jurist, maar deed al snel beleidswerk in de gehandicaptenzorg. Inmiddels werkt hij al ruim twintig jaar als consultant in de zorgsector – in de zorgadviesgroep bij PwC, BMC en sinds 2018 bij adviesbureau Berenschot. In zijn werk als adviseur ondersteunt en begeleidt hij zorgorganisaties – in alle hoedanigheden – in hun strategische vraagstukken. Wat hem aanspreekt in de zorg? ‘Het gaat altijd om mensen en ook om het grote, maatschappelijke belang; dat de gezondheidszorg voor dit land goed georganiseerd is.’
Volledig informeren 

Wat die stap behelst? ‘Om inhoudelijk gedegen keuzes te maken, is het aan te raden de consequenties ten goede en ten kwade van zo’n verandering in kaart te brengen. Verloskundigen handelen vaak meteen op waardes die voor zich liggen. Voor hun vak is dat geweldig en pure noodzaak. Vanuit de beleidswereld zou ik zeggen: gun jezelf een tweede gedachte.’ 

Hans adviseert met een brede blik naar een situatie te kijken. ‘Verdiep je inhoudelijk en strategisch in álle partijen en belangen. Onderzoek goed onderbouwde feiten; pas dan kun je – vanuit de inhoud – inschatten wat de mogelijkheden zijn en wat je het beste kunt doen.’ Daarnaast wil hij belangenbehartigers op het hart drukken te zorgen dat je cijfers en getallen op orde hebt en weet wat deze betekenen. ‘Dat is – mede – de basis waarop je je standpunten formuleert. Want gesprekken voeren op basis van aannames en veronderstellingen wil je vermijden.’

Realistische blik 

Volgens Hans is het bij belangenbehartiging de kunst om een en dezelfde boodschap uit te dragen. ‘Probeer na te gaan wat je met elkaar wil bereiken. Uiteindelijk gaat het om de continuïteit van de (eerstelijns) geboortezorg. Ik geloof oprecht dat de stap om alle consequenties goed te doordenken, zó belangrijk is; en niet vanuit puur idealisme en activisme te handelen. De verloskundigen staan op een keerpunt: als dit land niet uitkijkt, dan verschraalt de eerstelijnsverloskunde doordat het praktijkmodel niet meer voldoet, terwijl de sector er geen andere vorm voor heeft ontwikkeld. Thema’s zoals acute zorg, capaciteitsproblematiek, verplaatsen van zorg of integrale bekostiging zijn vaak praktijk-overstijgend. Verschillende praktijken lopen tegen de grenzen aan in het bieden van 24/7 beschikbaarheid. Er zit een kwetsbaarheid op de praktijk als organisatiemodel en het is niet reëel de KNOV verantwoordelijk te maken om die praktijken in stand te houden.’

Volgens Hans is de verloskunde gebaat bij eenheid in de beroepsgroep, regionaal en landelijk. ‘Als je dezelfde boodschap uitdraagt, dan kan de buitenwereld daar veel beter op acteren’, licht hij toe. ‘Je verzwakt je eigen positie als je niet als één partij kunt optreden.’

Uit één mond spreken, dat is nog niet zo makkelijk met de verschillende opvattingen, inzichten, visies en idealen van de individuele verloskundigen. ‘Dat klopt’, geeft Hans toe. ‘Om tot passende oplossingen met meerdere partijen te komen, is de wil nodig om over verschillen heen te stappen. Die verschillen zijn soms ook nuttig, maar als het de eenheid binnen de beroepsgroep ondermijnt, is een andere houding nodig. Besef dat je in een groter (maatschappelijk) verband zit of in een vereniging en daarom ook iets van je eigen opvattingen zult moeten inleveren. Met andere woorden: samenwerking is niet gratis.’ 

‘Gun jezelf een tweede gedachte’

Belangenbehartiging – hoe pak je dat aan?
5 tips van Hans:

1. Bepaal je strategie
‘Je verdiepen in strategie kost moeite en tijd en vooral dat laatste is een schaars goed onder verloskundigen. Zorg dat een externe professional dat kan doen. Iemand die alle meespelende belangen, doelmatigheden en consequenties in kaart brengt. Besteed het uit; er zijn genoeg beleidsmedewerkers die beleidsstukken kunnen lezen en je hiermee kunnen ondersteunen.’

2. Verdiep je in andere partijen
‘Je kunt van alles van zorgverzekeraars vinden, maar uiteindelijk hebben zij een wettelijke taak om op doelmatigheid te sturen. Je kunt bij voorbaat tegen zijn. Wat je ook kunt doen, is bedenken met welke oplossing zij geholpen zijn als zij problemen op zich af zien komen. In Brabant stuurden de samenwerkende verloskundigen een brief naar de zorgverzekeraars ter plaatse met de strekking ‘we zien dat er deze zomer een risico is dat jullie ziekenhuizen onvoldoende capaciteit geboortezorg beschikbaar hebben. Hoe gaan jullie je zorgplicht invullen? Wat verwachten jullie daarin van ons?’ Dan reik je de hand, maar ben je vanuit dat collectief ook een speler om serieus te nemen.’

3. Wees realistisch
‘Als je voor honderd procent gaat, dan bouw je bij voorbaat al frustratie in. Dat gaat niet lukken, want de ander wil ook iets; het is – zoals altijd bij maatschappelijke veranderingen – geven en nemen. Zorg dat je daar realistisch in bent en dat je over je eigen grenzen heen durft te kijken. Het is zo belangrijk om voor ogen te houden waar het écht om gaat. Om de eerstelijnszorg te kunnen behouden, zal er iets gedaan moeten worden aan de gigantische druk op de praktijkvoering. We kunnen er niet meer omheen dat dat nodig is.’

4. Zoek elkaar op!
‘Kijk naar slimme samenwerkingsverbanden om datgene mogelijk te maken wat je alleen niet kunt en denk bijvoorbeeld eens na over coöperatievorming. Op die manier kun je uit één mond gaan spreken en zal de buitenwacht zien dat verloskundigen zich gedegen gaan organiseren. Het brengt veel voordelen, maar samenwerking is niet gratis. Als je eigen manier van doen je heilig is en als je dat door alles heen overeind wil houden, dan kun je geen samenwerking aangaan.’

5. Zorg voor stevige relaties met stakeholders
‘Zie het als de opstelling van een voetbalwedstrijd; wie doet wat? Belangrijk is dat er contactpersonen worden aangewezen; dat de buitenwereld weet: die kan ik bellen als ik iets met verloskundigen wil bespreken. Zorg dat je als verloskundigen in de regio zo georganiseerd bent dat de buitenwereld daarop kan aansluiten. Belangrijk hierbij is herkenbaarheid en voorspelbaarheid in je gedrag.’


VR in de praktijk: ‘Het was mijn laatste redmiddel’

Tekst: VRHL Content en Creatie, 2022-03

De eerste keer dat Silvia Ramakers een VR-bril gebruikte, was het direct een schot in de roos. Haar cliënt Lisanne had heftige weeën en was in alle staten. Toen herinnerde Silvia zich de bril in haar tas. ‘Het was in alle opzichten de redding van Lisannes bevalling.’

Silvia is eigenaar van Geboortezorg Poppie in Krommenie, een van de verloskundigenpraktijken die deelneemt aan een pilot van de KNOV, waarbij de uitkomsten van het gebruik van virtual reality bij bevallingspijn worden verwerkt in een implementatiehandboek. Silvia zoekt graag naar vernieuwingen in de zorg. ‘Ik ben niet zo van de technologie, maar als er vernieuwingen zijn die onze zorg verbeteren, dan pionier ik graag. Enerzijds omdat het bijdraagt aan de beleving en zorg voor onze cliënten, maar ook omdat we het zelf leuk vinden om te experimenteren. Zo houden we ons werk leuk!’ Vorig jaar woonde Silvia een symposium bij waar de VR-bril werd gepresenteerd. ‘Anne-Claire Musters (een van de bedenkers van de app die gebruikt kan worden in combinatie met de VR-bril, red.) vertelde over de veelbelovende resultaten die de toepassing van de VR-bril tijdens bevallingen al had opgeleverd. Het aantal epiduralen was gedaald en de cliënttevredenheid was gestegen. Mijn collega’s en ik waren direct enthousiast en reageerden meteen toen de oproep van de KNOV om aan een pilot mee te doen in onze mailbox verscheen.’

'Ze was panisch voor prikken, dus een ruggenprik of morfine was geen optie'

Makkelijk in gebruik

Tachtig procent van de cliënten van Silvia wenst natuurlijk te bevallen. ‘Dat lukt lang niet bij iedereen; we moeten best veel cliënten – met name primi’s – doorverwijzen voor pijnbestrijding. Dus die VR-bril en bijbehorende resultaten klonken ons als muziek in de oren.’ De bril werd toegestuurd, waarna een digitale meeting met de ontwikkelaars volgde. ‘Stiekem had ik ‘m al uitgeprobeerd, zo moeilijk kon het toch niet zijn?’, zegt Silvia. Haar verwachtingen bleken te kloppen. ‘Je zet de bril op je hoofd, zet ‘m aan, ijkt de horizon en kiest een programma. Dan kan je aan de slag.’ Tijdens de meeting werd uitleg gegeven over de studie. ‘De opdracht was vooral: ga er maar mee spelen en kijk eens wat het doet.’

'De bril krijgt geen telefoontje en hoeft niet naar de wc; die is er continu'

Pilotstudie

De KNOV heeft een pilotimplementatie opgezet waarbij VR-brillen worden ingezet tegen bevallingspijn. Tien verloskundigenpraktijken, waaronder Geboortezorg Poppie, doen hieraan mee. Zij mogen een jaar lang gebruikmaken van de VR-bril, in ruil voor het delen van hun ervaringen. De ervaringen vormen de basis voor een implementatiehandboek die door alle verloskundigen gebruikt kan worden.  ‘En daarna nemen we de bril misschien wel over. Ik ben er nu in ieder geval heel blij mee’, aldus Silvia.

Bang voor prikken

Nog geen week later braken de vliezen van Lisanne Potthoff, een van de cliënten van Silvia. Ze wilde graag poliklinisch bevallen. Lisanne is dertig jaar en van nature praktisch ingesteld. Ook met haar zwangerschap ging ze nuchter om. ‘Ik onderga de bevalling wel als het zover is, dacht ik’, vertelt Lisanne, moeder van de inmiddels negen weken oude Djayden. Wel had ze tijdens een van de consulten aangegeven dat ze ‘niet zo goed gaat’ op prikken, dus een ruggenprik was geen optie. Tijdens de bevalling ontstond bij Lisanne de wens om de pijn te bestrijden. ‘Ik had me niet gerealiseerd dat het zo’n pijn kon doen’, zegt ze achteraf. ‘Ik had been- en rugweeën en was ontzettend misselijk. Op mijn zij gaan liggen hielp tegen de pijn, maar dan zag ik alles draaien en daar werd ik nog misselijker van. Ik wist niet wat ik met mezelf aan moest. Ik was in alle staten; mijn moeder was met me mee en had het zwaar te verduren.’ 

Afstand van de omgeving

‘Als verloskundige weet je niet wat ‘niet goed gaan op’ prikken betekent’, zegt Silvia. ‘Lisanne bleek er panisch voor. Ze opperde zelf nog morfine, maar toen ik haar vertelde dat daar ook een prikje voor nodig is, werden haar ogen groot van angst. We konden niets doen. Totdat ik me de VR-bril herinnerde. De collega die voor mij dienst had, nam hem altijd mee en dus had ik ‘m in mijn tas zitten.’ Lisanne: ‘Je had mij van tevoren niet moeten zeggen dat ik zo’n bril op zou zetten tijdens mijn bevalling, maar het was fantastisch. Ik koos de omgeving met bergen. Een grote zeepbel kwam dichterbij en ging weer verder weg. Op het tempo dat de bel groter en kleiner werd, moest ik uit- en inademen. Een programma duurt twintig minuten en in die tijd praat een vrouwenstem je moed in: ‘Adem in, adem uit. Jij kan dit.’ Ik kan er niet tegen als iemand naast me gaat zitten puffen. Met mijn moeder bijvoorbeeld ging ik continu in discussie. Door de bril op te zetten kon ik even afstand nemen, was ik even uit het ziekenhuis en kon ik niet meer in discussie gaan met iedereen die goedbedoelde adviezen gaf.’ Silvia: ‘Toen ze de bril op kreeg, was er even rust. Dat is ook in andere situaties fijn, want die bril krijgt geen telefoontje en hoeft niet naar de wc; die is er continu voor de cliënt en op die manier kan het bijdragen aan watchful attendance. En in Lisannes geval werkte het zelfs beter dan een verloskundige die moed inpraat of een doula die masseert.’ Lisanne lacht: ‘Daar hoefde je op dat moment bij mij niet mee aan te komen, nee.’

'Ik ben blij dat Silvia de bril mee had'

Ontspannen

Niet alle cliënten hebben baat bij de VR-bril. Bij Silvia’s praktijk hebben zes vrouwen hem gebruikt. Vier van hen vonden het fijn, de andere twee niet. ‘Die hadden zoiets: dit is niets voor mij’, vertelt Silvia. Een van hen is alsnog met een ruggenprik bevallen. ‘Bij wie het wel werkt, helpt het vooral om weer even tot zichzelf te komen en te ontspannen. Baringen verlopen daardoor wat sneller. We waren bang dat de partner zich buitengesloten zou voelen. Ook de onderzoekers waren daar bang voor. Maar zowel uit het onderzoek als uit mijn eigen ervaringen komt naar voren dat daar geen sprake van is. Zoals eerder gezegd; het geeft eerder rust voor degene die mee is.’ Omdat Silvia en haar collega’s de bril nog niet zo lang hadden toen Lisanne beviel, kwam Lisanne er pas mee in aanraking op het moment dat het nodig was. Aan andere vrouwen wordt nu al tijdens de consulten over de VR-bril verteld. ‘De meesten zijn nieuwsgierig en willen het proberen. Het zou mooi zijn als ook ons ziekenhuis straks een bril aanschaft. Want wie nu doorverwezen wordt, krijgt de bril niet mee. Terwijl het juist ook fijn is om je van de ziekenhuisomgeving af te sluiten.’

Laatste redmiddel

Lisanne heeft de bril vier uur op gehad, daarna was de accu leeg. Een nadeel. Maar dat weegt niet op tegen de voordelen. ‘De bril hielp Lisanne te ontspannen. Na drie minuten was ze een heel ander mens. Al snel kreeg ze persdrang en achteraf is het allemaal best snel gegaan.’ Lisanne zelf kijkt positief terug op de bevalling. ‘Het was geen pretje, maar ik ben blij dat Silvia de bril had. Het was een laatste redmiddel.’

 


Vroedvrouw Margot over haar platform: ‘De waarheid bestaat niet’

Tekst: vrhl content en creatie, 2022-02

Margot van Dijk – of Vroedvrouw Margot, onder die naam kennen meer mensen haar – had niet per se verwacht dat zoveel mensen Vraag de Vroedvrouw zo snel zouden vinden. Maar binnen nog geen half jaar heeft haar informatieplatform al 450 betalende leden. In De Verloskundige 2.0 vertelt ze waarom ze gestart is en wat de kracht is van haar platform. 

Wie toegang wil tot Vraag de Vroedvrouw, betaalt een maandelijks bedrag van 15 euro. Je hebt dan onbeperkt toegang tot artikelen over uiteenlopende thema’s. Of 45 euro, dan mag je ook de masterclasses volgen. De artikelen zijn voor zwangere vrouwen en zorgverleners in de geboortezorg. De masterclasses zijn alleen voor de laatste groep, die tevens het grootst is. ‘Ik verwacht dat zo’n veertig procent zwanger is en zo’n zestig procent een geboortewerker’, vertelt Margot. 

Instagram

Het begon allemaal met haar Instagram-account. Die startte ze in 2019, toen ze ook haar solopraktijk begon. Ze kreeg meer zorgaanvragen dan ze aankon. Haar zorgcapaciteit bleek ontoereikend, dus besloot ze in ieder geval informatie voor iedereen beschikbaar te maken. ‘Er was nog geen plek waar genuanceerde informatie over zwangerschap en bevalling beschikbaar was in het Nederlands. Engelstalige websites waren er wel, maar dan moet je als zwangere vrouw dus in het Engels lezen én de artikelen zijn vaak op de niet-Nederlandse praktijk gebaseerd.’ Margots Instagram-account werd binnen korte tijd razend populair. Momenteel heeft ze 13.000 volgers.

‘Er zijn altijd argumenten vóór jouw standpunt te vinden’

Abonnementenmodel

Aan de 2.200 tekens die ze in haar Insta-captions kwijt kan, heeft ze niet genoeg. Zo ontstond het idee voor een website. ‘Ik had een blog in gedachten die gratis toegankelijk zou zijn. Maar ja, in één artikel zit zo’n zestig uur werk. Dat kan ik niet gratis gaan doen.’ Dus bedacht ze het abonnementenmodel. Winst maakt ze er (nog) niet mee, maar ze kan er wel de onkosten van betalen. Kosten bestaan onder andere uit de ontwikkeling van de website, haar eigen uren en de uren van haar collega’s. Want de artikelen schrijft ze met hulp van vijf collega-verloskundigen, al dan niet in opleiding. ‘Daarnaast gaan kosten onder andere naar een websitebouwer, een eindredacteur en illustratoren.’ 

‘Mijn mening doet er niet toe’

Margots verhaal in de media: Margot was te gast in meerdere podcasts en ook het AD wist haar te vinden. Een van de redenen van haar bekendheid is haar grote Instagram-netwerk. ‘Ik denk dat mensen mij volgen om de informatie die ik deel. Maar ik hoor ook van volgers dat zij mij na hun zwangerschap blijven volgen, om mijn ‘echtheid’. Ik deel veel; ook over mijn persoonlijke leven en ook als ik een mindere dag heb. Dat vindt men interessant. Overigens ontdekte een AD-journalist pas dat ik een groot Instagram-account heb nádat zij mij benaderd had voor een interview. Zij had een podcast met mij geluisterd; het werkt dus ook andersom. Als ze je eenmaal gevonden hebben, werkt publiciteit als een sneeuwbal.’
Bewijs

De informatie op Margots website kenmerkt zich door de kritische blik. ‘Met de artikelen wil ik de vraag stellen: welk bewijs hebben we voor wat we doen? Op die manier wil ik ruimte geven aan zwangere vrouwen om weloverwogen keuzes te maken die passen bij hoe zij in het leven staan. Ik wil laten zien dat medicalisering lang niet altijd de oplossing is. En ik wil verloskundigen en andere geboortewerkers ondersteuning bieden om hun cliënten te helpen een weloverwogen keuze te maken. Natuurlijk kunnen protocollen en richtlijnen helpend zijn. Maar ik heb gezien dat die niet altijd gebaseerd zijn op bewijs en soms cultureel bepaald zijn. Zo wordt in sommige landen veel sneller een episiotomie gezet dan in andere landen, zonder dat de uitkomsten beter zijn. En ook als er wél bewijs van zou zijn, vind ik het belangrijk dat cliënten zelf een keuze kunnen maken. Het is niet aan ons als zorgverleners om conclusies te trekken. Dat mag de cliënt zelf doen en daarom is het belangrijk om het bewijs dat er is volledig in beeld te brengen.’

Onafhankelijk

Zo kwam ook Margots artikel over Covid-vaccinaties tot stand, dat vorig jaar stof deed opwaaien. In het artikel omschrijft Margot op een onafhankelijke manier de voors en tegens van vaccineren tijdens de zwangerschap. En over het bewijs dat voor beide standpunten te vinden is. ‘Men zei dat ik tégen vaccineren ben. Maar daar heb ik me bewust nooit over uitgelaten. Ik vind mijn visie daarover ook helemaal niet relevant. Ik vind het belangrijk om zwangere vrouwen van eerlijke informatie te voorzien zodat zíj een keuze kunnen maken. Ongeacht hoe ik erin sta.’

‘Kijk verder’

Zorgverleners kunnen de artikelen gebruiken om hun cliënten te informeren, ‘maar zeker ook voor hun eigen professionele informatiebehoefte’, geeft Margot aan. ‘Ik had ervoor kunnen kiezen om me op een van de twee doelgroepen te richten, en bijvoorbeeld geboortewerkers buiten beschouwing te laten. Daar zou ik het mezelf wat makkelijker mee maken, want het kan best ingewikkeld zijn om artikelen te maken die voor verloskundigen én hun cliënten begrijpelijk en van toegevoegde waarde zijn. Anderzijds ben ik ervan overtuigd dat we naar onze cliënten dezelfde taal zouden moeten gebruiken als naar elkaar. We zijn allemaal mens. En de geboortezorg, die mag wel wat menselijker. Ik zou willen dat we verder kijken dan de richtlijnen en protocollen. Een vrouw met een wens buiten het protocol is niet per definitie lastig; misschien heeft ze wel gelijk.’ Ook wil ze zorgverleners meegeven om verder te kijken dan het standpunt dat ze in eerste instantie geneigd zijn in te nemen. ‘Nogmaals, de waarheid bestaat niet. Welk standpunt je ook inneemt; je zal altijd argumenten vóór jouw standpunt vinden. Maar luister ook eens naar de argumenten van iemand die er anders over denkt.’ 

‘Onze beroepsgroep heeft het hart op de tong, maar feedback is goed’

Verschillende smaken

In haar masterclass richt Margot zich op hoe je het werk in de geboortezorg werkbaar houdt. Een eerste onderdeel gaat over de geboortezorg, het vervolg gaat over de persoonlijke situatie – zoals de eigen positie – en het laatste stuk gaat over actualiteit, waarin onder andere aandacht is voor de integrale bekostiging. Ook de masterclass probeert Margot van alle kanten te belichten. ‘Dat maakt het ook pittig, want onze beroepsgroep heeft het hart op de tong; de chat wordt dan ook actief gebruikt. Feedback is goed, daar sta ik voor open. Het belangrijkste is dat we niet blind worden voor elkaars standpunt. Dat we van elkaar leren en dat we ook inzien dat het mooi is dat er zo veel verschillende meningen zijn. Zwangere vrouwen zijn er immers ook in alle soorten en maten, en met verschillende overtuigingen en behoeften.’


Ambassadeurs van de verloskunde

Tekst: VRHL Content en Creatie, 2022-02

Als wij – verloskundigen – iets voor elkaar willen krijgen, dan moeten we het belang van ons vak uitdragen naar een breed publiek. Dat wordt al gedaan door een aantal ‘influencers’, die hun volgers op een laagdrempelige manier laten zien wat ons mooie vak inhoudt. Deze ‘ambassadeurs van de verloskunde’ laten we aan het woord over wat hen drijft.

Djanifa da Conceicao (De VerlosMoeder)

Toen verzekeraars in 2017 de vergoedingen voor eerstelijns verloskundige zorg fors verlaagden, voelde Djanifa zich genoodzaakt hiertegen ten strijde te trekken. Sindsdien verstevigt ze de positie van eerstelijnsverloskundigen. En breekt ze een lans voor de beschikbaarheid van deze zorg en bijbehorende informatie, met name voor kansarme vrouwen. Momenteel is ze voorzitter van de Zorggroep SAAM, waar ze substitutie van de zorg naar de eerste lijn in Rotterdam-Zuid organiseert.

In 2019 werd Djanifa zelf moeder. De problemen die ze ondervond met het geven van borstvoeding, lieten haar realiseren dat zíj dan over de nodige informatie beschikte om alsnog borstvoeding te kunnen geven, maar dat veel vrouwen dat geluk níet hebben en ook niet de mogelijkheid hebben om aan deze informatie te komen.‘Ik wilde betrouwbare informatie op een laagdrempelige manier en gratis aanbieden. Dus startte ik in 2020 mijn YouTube-kanaal De Verlosmoeder, waar ik in eerste instantie tips deelde over borstvoeding.’ 

‘Er zijn genoeg manieren om onze rol zichtbaar te maken’

Inmiddels is haar YouTube-kanaal uitgegroeid met video’s over uiteenlopende onderwerpen, staat er een podcastserie online, heeft haar Instagram-account ruim 22.000 volgers en schrijft ze een boek dat volgens de huidige planning eind dit jaar uitkomt. ‘Met één medium kan je niet iedereen bereiken’, verklaart Djanifa. 

Kennis delen is haar primaire doel. Dat ze daarmee ook een podium voor het verloskundige vak biedt, is mooi meegenomen. ‘Ik krijg berichten van meiden die niet wisten wat het vak van verloskundige inhoudt en nu zelf de opleiding volgen. Zo leuk! Maar het is ook een noodzaak dat wij het belang van onze rol laten zien. Hoe meer verloskundigen zich zichtbaar maken, hoe moeilijker beslissers in Den Haag om ons heen kunnen.’ 

Djanifa heeft een tip voor andere verloskundigen. ‘Ik ben me ervan bewust dat het niet voor iedereen comfortabel voelt om van alles te delen op social media. Er zijn genoeg andere manieren om onze rol zichtbaar te maken. Bijvoorbeeld door initiatieven in de wijk te starten. Dat kan samen met de gemeente; daar zijn veel subsidies voor beschikbaar. Zie je dat steeds minder vrouwen borstvoeding geven? Dan zou je samen met de gemeente en andere partijen kunnen kijken hoe je de voorlichting daarover kunt aanpassen. Daarmee los je niet alleen het borstvoedingsprobleem op; je laat er ook mee zien wat jij als verloskundige voor de gemeenschap betekent!’

Doete Reitsma (Verloskundige Doete)

Doete laat zien dat ook klinisch verloskundigen het beste voor hebben met hun cliënten. ‘Met veranderingen als de integrale bekostiging, hoor je veel negatieve geluiden over het ziekenhuis. Ik wil graag ook de andere kant laten zien, want het ís niet alleen slecht. Ook wij hebben passie voor ons vak en onze cliënt. Wij hebben alleen andere uitdagingen; we moeten binnen zeer korte tijd een vertrouwensband met onze cliënt opbouwen, we borgen de fysiologie in onze samenwerking met gynaecologen, anesthesisten en andere specialisten en wij vormen het middelpunt om die samenwerking goed te laten verlopen. Dat is een rol om trots op te zijn. Dus ja, daar vertel ik graag over!’

Ze doet dat met name op Instagram, maar alles begon met de zwangerschapscursussen in coronatijd. ‘Verloskundigen hadden minder tijd voor controles, terwijl cliënten meer vragen hadden. Met mijn zwangerschapscursus kon ik alsnog de tijd nemen om mijn kennis over te dragen en mensen gerust te stellen. Daar was veel behoefte aan; de pilotgroep van mijn eerste zwangerschapscursus was binnen een week uitverkocht.’ Op Instagram beantwoordde Doete tijdens livesessies brandende vragen van volgers. Het zorgde ervoor dat haar bereik van 1.000 volgers binnen enkele weken groeide naar 5.000 volgers. Inmiddels is ook dat aantal bijna verdubbeld. ‘Mooi aan Instagram is dat je direct feedback krijgt. Toen ik deelde dat ik zelf zwanger was, merkte ik dat er veel behoefte was aan de ervaringen die ik als zwangere vrouw opdeed.’ Ze begon De 9 Maanden Podcast, waarin ze elke week haar ervaringen deelde. Een serie afleveringen met een meer tijdloos karakter; iedere vrouw die nú zwanger is kan de afleveringen terugluisteren.

‘We mogen laten zien wat we weten en kunnen’ 

Waarom ze doet wat ze doet? ‘Omdat ik als verloskundige heb gemerkt hoe belangrijk een goede voorbereiding is. En dan vooral de combinatie van kennis en ontspanning. Maar dus ook omdat ik het geluid van de tweede lijn wilde laten horen. Ik wil cliënten bewust maken dat ze keuzes hebben, ook in het ziekenhuis. Dat je bevalling niet mislukt is als het in het ziekenhuis gebeurt en dat het helpt als je je ook op dat scenario goed hebt voorbereid. Een reden om mijn kennis te delen is ook omdat ik vind dat we ook best mogen laten zien wat wij allemaal weten en kunnen. Ik heb passie voor het vak en wil dat op zoveel mogelijk manieren delen. Daarin mogen we ook best de negatieve kanten delen; hoe stressvol en verdrietig het soms kan zijn. Zelf vind ik dat nog weleens lastig richting zwangeren. Ik vind dat Marlies Koers dat in haar boek heel mooi doet. Daarom ga ik geregeld met haar in gesprek via livesessies op Instagram. Zo versterken we elkaar!’

Geke Beckerman en Solange Candeias (Zwanger & Zo)

Geke en Solange begonnen de blog ‘Life of a Midwife’ meer voor de fun dan uit noodzaak; ze wilden delen hoe het is om verloskundige te zijn. ‘Je werkt niet als verloskundige, maar je bént dat met hart en ziel’, zegt Geke. ‘Als iets zo’n belangrijk onderdeel van je is, vertel je daar graag over.’ 

‘Gelukkig vinden mensen het ook altijd leuk om naar verhalen over ons vak te luisteren’, lacht Solange. ‘Als je op een verjaardag vertelt dat je verloskundige bent, zijn alle oren gespitst en worden veel vragen gesteld. Die beantwoordden we in de blog en we deelden wat we op een dag meemaakten. Er zat een informatief element in, maar dat was nog niet zo belangrijk als dat nu is bij Zwanger & Zo.’ 

In 2020 zijn ze de podcast gestart. Zwanger & Zo vervangt Life of a Midwife deels, maar bestaat ook uit informatieve afleveringen en bevallingsverhalen. ‘Het idee was er al, want wij luisterden graag podcasts maar misten een podcast over ons beroep. De lockdown was de reden om door te pakken.’ Ze kochten een microfoon en met hulp van een handige vriend namen ze de eerste aflevering op. Geke: ‘Veel informatie over zwangerschap en bevallen is een beetje stoffig. Wij kletsen gewoon een half uur over een onderwerp. Lekker laagdrempelig en overzichtelijk, zonder moeilijke taal te gebruiken.’ Het doel is ook om zwangere vrouwen gerust te stellen. Solange: ‘Vrouwen zijn vaak angstig door de ellendige verhalen van anderen. Daarom laten wij onze cliënten over hun positieve ervaringen vertellen.’

‘Als je vertelt dat je verloskundige bent, zijn alle oren gespitst’

Voor verloskundigen die ook hun verhaal willen delen hebben Geke en Solange een tip: ‘Wees jezelf; of je nou een podcast maakt, boek schrijft of je verhaal deelt op Instagram. Wij werden pas bekender toen we ons persoonlijke verhaal gingen delen op Instagram, dát vinden mensen leuk en interessant om te volgen.’ 

Het Instagram-account van Zwanger & Zo heeft momenteel ruim 3.000 volgers. Dat bereik zetten Geke en Solange soms in om volgers bewust te maken van ontwikkelingen in de geboortezorg. Zo wijdden ze een podcast aan continuïteit en riepen ze volgers op de petitie van Noodalarm Geboortezorg te tekenen. ‘Wie weet dat we hier in de toekomst nog meer gebruik van maken…’

Marlies Koers (Sorry dat ik je wakker bel)

Het laatste hoofdstuk van haar eerste boek was – letterlijk – nog niet geschreven, of ze kreeg al gigantisch veel media-aandacht. ‘Ik had bij Beau gezeten en ik werd daarna uitgenodigd voor allerlei interviews en kreeg er ontzettend veel volgers bij’, vertelt Marlies Koers. Haar eerste boek – Dagboek van een verloskundige – verscheen in 2020. Het tweede boek – Sorry dat ik je wakker bel – een jaar later. ‘Tot dan toe volgden alleen familie en vrienden mij, dus dat was wel even wennen. De verhalen van verloskundigen intrigeren nu eenmaal. En ik denk dat er nog geen vergelijkbaar boek was. Wat er nog het meest op lijkt is Call the Midwife, maar dat gaat over de situatie in Londen, van ook nog eens best lang geleden.’

In haar boeken en inmiddels ook via social media en de evenementen waar ze spreker mag zijn, vertelt Marlies wat ze als verloskundige meemaakt. Een grote diversiteit aan verhalen van vrouwen die in het ziekenhuis bevallen, in bad en in de auto. En waar soms ook weleens iets misgaat. Tussen de verhalen door geeft ze wat achtergronden. ‘Mijn visie is dat zwangeren een fijnere zwangerschap en bevalling ervaren, als ze zich goed hebben voorbereid. Door al die verhalen te vertellen, laat ik hen zien wat de mogelijke scenario’s zijn en welke keuzes ze daarin hebben. Ik hoop dat ik zwangere vrouwen zo aan het denken zet. Ik krijg zelfs berichten van vrouwen die jaren geleden moeder werden, die aangeven dat het boek hen heeft geholpen bij de verwerking van hun eerdere bevalling. Die impact had ik van tevoren nooit kunnen voorspellen.’ 

‘Als een groter publiek weet wat wij doen, weten mensen ook waarom wij van waarde zijn’

Met haar verhalen laat Marlies ook zien wat het inhoudt om verloskundige te zijn. En wat de positie en rol van verloskundigen is. ‘Als een groter publiek dat weet, weten die mensen ook waarom wij van waarde zijn. En waarom het belangrijk is dat verloskundigen hun onafhankelijke positie behouden. Daarom vind ik het mooi dat steeds meer verloskundigen hun ervaringen delen. Dat doen we allemaal op een andere manier; de een via een podcast, de ander in een boek. Daarmee versterken we ons verhaal als beroepsgroep.’

Marlies heeft een tip voor verloskundigen die ook hun verhaal willen uitdragen. ‘Ga ervoor. Denk niet direct: dit is niet aan mij besteed, maar begin klein en doe dat op een platform – Instagram, Spotify, Youtube – waar jij je comfortabel bij voelt. Of schuif eerst eens aan bij de podcast van een collega, bijvoorbeeld.’