Sterk in tijden van Corona
Tekst: Charlotte de Schepper, Zomer 2020
Zes maanden geleden startte de coronabrandhaard in Brabant. Collega’s die daar woonden, werkten vanaf dat moment thuis. Er veranderde in rap tempo veel en niemand kon vermoeden dat het zo’n intensieve periode zou worden. Het coronavirus had een enorme impact, ook op verloskundig vlak. Wat moesten we snel aanpassingen doorvoeren om ook in deze periode kwalitatief goede verloskundige zorg te kunnen blijven bieden! Met hard werken en in een krachtige eenheid met elkaar, is dat goed gelukt. Het laat zien hoe sterk onze beroepsgroep is, óók in tijden van corona.
De wereld is nog in de ban van het coronavirus en vooral bezig met het indammen ervan. In dit nummer blikken we hier uiteraard op terug, al is Covid-19 nog helemaal niet voorbij op het moment dat ik dit schrijf, aan de vooravond van de zomervakantie. Ik hoop dat op het moment dat jullie dit lezen, we niet met elkaar moeten constateren dat het virus weer meerdere nieuwe slachtoffers eist.
In deze dubbeldikke zomereditie lees je de intense corona- verhalen uit de eerste en tweede lijn en wordt gekeken naar de ontstane initiatieven die we kunnen behouden. Ook is aandacht voor de samenwerking binnen de geboortezorg, bijvoorbeeld met gynaecologen, het CPZ of met (internationale) collega’s en maak je kennis met een aantal medewerkers van de KNOV.
Nog steeds is dit het Jaar van de Verloskundige en de Verpleegkundige. Het jaar kreeg een compleet andere wending door het coronavirus. Socialmedia-acties en nieuwjaarstoespraken van wereldleiders die het belangrijke werk van verloskundigen en verpleegkundigen roemden, eindigden in het afblazen van evenementen. Evenementen die we waar mogelijk verplaatsen naar het voorjaar van 2021. ICM beschouwt dit jaar zelfs als de start van een decennium voor verloskundigen. Iets wat wij uiteraard omarmen. Want de kracht van de verloskunde wordt nu meer dan ooit duidelijk: Nederland kan niet zonder goede zorgprofessionals
Het gebruik van Perined-Insight in de eerste lijn, een dwarsdoorsnede onderzoek
Steeds meer eerstelijnsverloskundigen gebruiken de Perined-Insight-cijfers voor kwaliteitsverbetering, zo ontdekten student-onderzoekers Jessica Hillebrand en Sharon Sijlbing van de Verloskunde Academie Amsterdam. Het gaat vooral om verloskundigen met ruime werkervaring.
In hoeverre maken verloskundigen in de eerste lijn gebruik van Perined-Insight cijfers voor kwaliteitsverbetering?
Een dwarsdoorsnede-onderzoek. Lees het artikel hier: Aanvullend Artikel-In hoeverre maken verloskundigen in de eerste lijn gebruik van Perined 1
De stimulerende factoren voor het gebruik van Perined-Insight:
Belemmerende factoren voor het gebruik van Perined-Insight:
Risicoselectie: wat verstaan we daar eigenlijk onder?
Het onderwerp risicoselectie doet in de geboortezorg veel stof opwaaien. Het kreeg op veel plekken in het land een andere invulling bij de intakegesprekken. 1 Het was het grote struikelblok bij het opstellen van de Zorgstandaard. 2 En het staat met het project ‘herijking van de Verloskundige Indicatie Lijst’ hoog op de agenda van het College Perinatale Zorg (CPZ). 3
Als we het hebben over risicoselectie, bedoelen we dan hetzelfde? Is risicoselectie een bijzonder kenmerk van de Nederlandse geboortezorg, of werken anderen landen er ook mee? Staat risicoselectie gelijk aan de Verloskundige Indicatielijst, of vallen er ook andere protocollen en richtlijnen onder? Is het een voorbehouden taak van eerstelijns verloskundigen, of doen klinisch verloskundigen en gynaecologen het ook? En past risicoselectie eigenlijk wel in een model van integrale geboortezorg, of belemmert het de interprofessionele samenwerking?
Gezamenlijke taal is essentieel voor goede samenwerking. Om de gezamenlijke taal te verbeteren, bracht de studie Towards a better understanding of risk selection in maternal and newborn care: a systematic scoping review4 in kaart wat er in de geboortezorg wordt verstaan onder risicoselectie. In deze studie werden 210 artikelen uit 24 verschillende landen geanalyseerd. Dit leverde nieuwe inzichten op over hoe risicoselectie wordt gebruikt in de geboortezorg. Inzichten, die beter helpen begrijpen waarom onderwerpen als ‘de zwangere centraal’ en het verminderen van onnodige interventies uitdagingen zijn in de geboortezorg. Bij het verschijnen van het decembernummer gaan we op het online platform in gesprek met Bahareh Goodarzi, verloskundige, promovendus bij Midwifery Science AVAG/ AmsterdamUmc en eerste auteur van dit artikel.
Wat betekenen de inzichten van deze studie voor de Nederlandse geboortezorg? Hoe kunnen deze inzichten helpen bij het verbeteren van de zorguitkomsten en de ketensamenwerking? En hoe verhouden ze zich tot actuele maatschappelijke thema’s als integrale bekostiging, verlagen van zorgkosten en institutionele discriminatie? 3
Wil je meepraten? Dat kan! Stel je vragen voor het interview aan Baharer Goodarzi voor 15 oktober 2020 via redactie@knov.nl
- Veth, , Van Dillen, J., Leen- ders, A., de Zeeuw, T., Schip- pers, D.H., van Drongelen, 2019. Gezamenlijke intakebespreking, betere uitkomsten? NTOG (131) april: 133-37 Jongmans, L., van Runnard Heimel, P., Wijnen, H., Vehoe- ven, C. 2019. Slechts 7% ziet alleen eerstelijn. Integrale zorg in Veldhoven. TvV (4): 25-30
- De Vrieze (2018). Maakt de doorzettingsmacht het verschil als partijen er niet uitkomen? Ned Tijdschr Geneeskd. (162)C3774-C3776.
- 2020. Aanpak herijking Verloskundige Indicatie Lijst (VIL). 16-06-2020. Bereikbaar via https://www.kennisnet- geboortezorg.nl/nieuws/ aanpak-herijking-verloskundige- indicatielijst-vil/
- Goodarzi, , Walker, A., Holten, L., Schoonmade, L., Teunissen, P., Schellevis, F., de Jonge, 2020. Towards a better understanding of risk selecti- on in maternal and newborn care: a systematic scoping review. PLoS ONE 15(6): e0234252. Het artikel is kosteloos toegankelijk via de QR-code. https://journals. plos.org/plosone/arti- cle?id=10.1371/journal. pone.0234252
White Ribbon aan de vooravond van de duisternis
Tekst: Thomas van den Akker, Zomer 2020
Foto: Jan Willem Houweling
Op 7 maart 2020 gaf ik een lezing als onderdeel van het White Ribbon symposium, jaarlijks georganiseerd rond Internationale Vrouwendag. De herinnering aan die middag is enigszins bevreemdend. Het publiek zat opeengepakt in een dampend, knus zaaltje in Amsterdam-Oost. Ruim een week eerder was bij ‘Patiënt 0’ in Loon op Zand besmetting met SARS- CoV-2 vastgesteld. Sommige aanwezigen staken mij die dag al met enige twijfel hun hand toe. Twee dagen later riep de regering op om geen handen meer te schudden.
Ik startte met een vraag: ‘Waarom beste- den we in een land als het onze, waarin de moedersterfte zo ongekend laag is, eigenlijk nog aandacht aan maternale problematiek?’ Vervolgens weidde ik uit over de weinig ideale, voor de moeder soms zelfs schadelijke, methoden om kindersterfte te bestrijden (want daarop is onze westerse aandacht de afgelopen jaren sterk gericht). Voorbeelden genoeg. Weeënremmende medicatie zonder bewezen voordeel voor het premature kind, met wel nadelen voor de moeder. Of cardiotocografie: een gebrekkige methode van foetale bewaking, die mogelijke overlevingswinst voor het kind oplevert tegen een forse prijs voor de moeder. In haar belang moeten we blijven zoeken naar technologie die minder vaak tot schadelijke ingrepen leidt.
En zo blijft er een taak voor wetenschappers, beleidsmakers en zorgverleners: ondanks het lage sterftecijfer, kan de zorg voor zwangeren nog steeds beter. Morbiditeit kan omlaag, tevredenheid omhoog. Maar hoe dan? Het antwoord op wat goede maternale zorg is, kan sterk verschillen. Ik sprak over mijn Utrechtse collega Bas Veersema en zijn eerder dit jaar breed uitgemeten stelling: ‘Het lichaam van een vrouw is eigenlijk steeds minder geschikt om een kind te baren’.1 Hij deed een beroep op ons om minder selectief om te gaan met de keizersnee, omdat dit bekkenbodemproblemen zou voorkomen.
Ik plaatste deze stelling in internationaal perspectief. Dat we behoefte zouden hebben om het te nauwe bekken vaker als diagnose op te voeren is, wereldwijd bezien, een omkering van de werkelijkheid. Van Cyprus tot Brazilië tot Egypte, in vele landen op de wereld is de kans inmiddels groter dat je per keizersnee bevalt dan vaginaal. In Sub- Sahara Afrika is de moedersterfte na sectio 1%, door minder veilige chirurgische en anesthesiologische zorg. Een oproep tot meer sectio’s jaagt daar zonder twijfel meer vrouwen de dood in.
En, hoewel de sterfte na sectio in ons land laag is (al is deze nog steeds driemaal hoger dan na de vaginale baring2), is het ook hier niet wijs om een onbewezen oplossing in te zetten voor onvoorspelbare bekkenbodemproblemen. En daarmee speculatieve voordelen te laten prevaleren boven de nadelen van een oplopend sectio-percentage. Een onbewezen greep naar het mes zal leiden tot andere maternale problemen en verhoging van zorg- kosten. Het debat over de bevalling vereist veel meer nuance, context en eerlijke afwegingen tussen zwangere en zorgverlener.
De directeur van de KNOV zat in het publiek. Ze vroeg na afloop of ik een samenvatting wilde maken van de lezing, om op deze plek te publiceren.
En toen werd alles anders. En daarom kan ik niet voldoen aan haar verzoek, en op deze plek nu wegkomen met een samenvatting van die lezing. Dit zou geen recht doen aan de realiteit van deze tijd. Want er is in korte tijd een bedreiging voor de mondiale maternale gezondheid ontstaan, die de risico’s van onbewezen behandelingen en interventies overtreft. Dat is niet zozeer SARS-CoV-2 zelf. Opvallend genoeg lijkt dat virus zwangeren niet veel
Niet het virus zelf, maar de respons op SARS-COV-2 vormt bedreiging voor zwangeren en kinderen.
zieker te maken dan andere vrouwen in dezelfde leeftijdscategorie; hoewel sommige ongelukkigen de statistiek natuurlijk loochenen en wél doodziek worden. Waar influenza en het eerste SARS-virus zwangeren juist harder raakten, lijkt dit virus hen relatief gunstig gezind. Dat laat onverlet, dat wanneer een zwangere vrouw toch ernstig ziek wordt, de klinische afwegingen in haar geval complexer zijn. Tijdige interventie, inclusief beëindigen van de zwangerschap op maternale indicatie, vereisen dan deugdelijk multidisciplinair overleg.
Nee, de belangrijkste bedreiging voor zwangeren en kinderen vormt de wereldwijde respons tegen het virus, die in veel landen niet is aangepast aan de context. In ons land levert een samenleving die -aangepast aan de Hollandse volksaard slechts ten dele- op slot zit toch al forse ongemakken op. Naast banenverlies zal de COVID-19-pandemie hier ook gezondheidsverlies betekenen door het overbelaste zorgsysteem en de toename aan sociale problematiek in tijden van crisis.
Toch staan onze problemen in geen verhouding tot die op andere plekken in de wereld, waar het doorvoeren van ‘lockdowns’ momenteel rechtstreeks tot veel meer dood en verderf leidt. En juist zwangeren en kinderen worden hiervan de dupe. Ik hoor nu al volop verhalen van vrouwen in quarantaine die verstoken blijven van zorg voor zwangerschapsziekten, waarvan de symptomen soms juist lijken op die van COVID-19, maar die vaak veel sneller tot de dood lijden. En dat, terwijl het gebrek aan geboortezorgverleners stijgt, omdat ze worden ingezet voor
COVID-zorg of ziek worden door gebrek aan persoonlijke beschermingsmiddelen.
Roberton en collega’s becijferden dat de moeder- en kindersterfte de komende periode tot respectievelijk 38,6% en 44,7% kunnen stijgen als een vorm van ‘collateral damage’ van de pandemie.3 Hiermee wordt de belangrijke winst die de afgelopen jaren op deze terreinen geboekt werd, in een klap teniet gedaan. Zo dreigt door COVID-19 een verergering van de epidemie van verloren levens rond de bevalling, die in lagelonenlanden al jaren in volle hevigheid woedt zonder dagelijkse Op1-uitzending